Hoorcollege 10 B Flashcards

1
Q

Wat geldt nadrukkelijk voor IgA?

A

Het kan getransporteerd worden over epitheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke immuunglobuline klasse kan de placenta passeren?

A

Sommige IgGs kunnen dit. IgG1 het meeste, maar IgG3 ook veel en IgG2 een beetje.

Deze IgGs kunnen ook makkelijk diffuseren naar extravasculaire plaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de effector mechanismen van de humorale immuniteit.

A
  • Neutralisatie (antigeen kan geen interactie meer aan gaan)
  • Opsonisatie (antigeen wordt beladen met antilichaam waardoor het beter wordt gefagocyteerd door bijvoorbeeld macrofaag)
  • Complement activatie (constante regio van gebonden antilichaam activeert complement)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vorm heeft een IgA molecuul en door welke lymfocyten wordt dit antilichaam geproduceerd? Waar gaat dat IgA naar toe? Welke vorm heeft IgA bij vogels?

A

IgA is dimerisch (twee aan elkaar) en wordt gemaakt door lymfocyten die onder de mucosa en onder de slijmvliezen liggen. Dat IgA is erop gericht naar buiten te komen door de epithele laag heen. IgA kan als dimeer voorkomen (zoogdieren) of als trimeer (vogels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe komt IgA aan de andere kant van een epitheellaag terecht?

A

Epitheel cellen hebben aan hun basale zijde receptoren voor IgA. Binden met zulke receptoren zorgt ervoor dat IgA naar binnen wordt gehaald in een blaasje. Dat blaasje verlaatst zich door de cel heen en fuseert met het apicale membraan en daar wordt het IgA dus bijvoorbeeld een lumen in getransporteerd. Een stukje van de receptor die op het basale membraan van de epitheellaag aanwezig was, blijft achter op de IgA dimeer (of trimeer) en dat geeft een zekere mate van bescherming tegen afbraak van IgA door aanwezige enzymen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is IgA als dimeer of trimeer aanwezig?

A

Omdat ze voornamelijk complexeren, oftewel klontjes maken. De klontjes worden vervolgens gemakkelijk uitgedreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar gaat IgE altijd op zitten? Wat doet het daar?

A

OP de receptoren van mestcellen. Als je zo’n IgE mestcel complex hebt en er komen parasieten in de buurt, dan worden de parasieten aangepakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een negatief effect van IgE op mestcellen?

A

De slechte functie hiervan is dat juist deze complexen (mestcel beladen met IgE) ook wel eens IgE kan bezitten die allergenen herkennen. Het allergisch zijn betekent dat je meer IgE maakt dan iemand anders. Bij het tegenkomen van de allergenen, gaan de mestcellen dan degranuleren en veroorzaken typische allergische reacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe reageren NK cellen met de zware ketens van antilichamen?

A

Op een lichaamseigen cel of vreemd materiaal gaan antilichamen zien. Die antilichamen hebben de zware keten naar de buitenwereld gericht en de NK cellen kunnen dit complex herkennen omdat zij zelf Fc receptoren op hun celmembraan hebben zitten. Als een NK cel bindt aan de zware ketens, gaan de NK cellen cytotoxische stoffen maken die de betreffende cel doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat het complement systeem? Waar is dit aanwezig? waarvoor is complement activatie belangrijk?

A

Complement activatie is een heel oud systeem en het bestaat uit een elftal enzymen die achtereenvolgens werken. Ze zitten als pro-enzymen in de circulatie en lichaamsvloeistoffen. Dus de verschillende componenten van complement zijn altijd overal in het vloeistof van het lichaam aanwezig, het moet alleen geactiveerd worden. Uiteindelijk spelen ze in een ontstekingsreactie een hele belangrijke rol?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de drie routes van complement activatie.

A
  1. Klassieke pathway
  2. Lectine pathway
  3. Alternatieve pathway
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de klassieke pathway?

A

De klassieke pathway is niet evolutionair de eerste pathway maar werd gewoon als eerste ontdekt. De klassieke pathway is zelfs pas als laatste tot ontwikkeling gekopen. Als je interactie hebt tussen antigeen en antilichaam is het zo (kan het zo zijn, afhankelijk van het antilichaam) dat er in het antilichaam veranderingen plaatsvinden door die koppeling en dat het complement geactiveerd kan worden. Dan krijg je reacties tegen het antigeen. Het complement systeem wordt hier dus geactiveerd door interactie tussen het antilichaam en het antigeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Lectine pathway?

A

Lectines zijn moleculen die eigenlijk bij het innate immuunsysteem horen. Macrofagen hebben allemaal van die receptoren die breed vreemde dingen kunnen zien (breed in de zin van meerdere bacteriën, virussen of wat dan ook). Dat soort receptoren komen ook vrij in de circulatie voor. Als er interactie plaatsvindt tussen zo’n lectine (wat dus eigenlijk een pattern recognition receptor is) en het antigeen, kan ook het complement geactiveerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de alternatieve pathway?

A

Dit is de meest primitieve, werd evolutionair gezien als eerste gemaakt. Moleculen van het complement systeem die in de circulatie zitten, gaan een interactie aan met het pathogeen. Ook dan wordt het complement geactiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er als je complement activeert?

A

Er gebeuren eigenlijk drie dingen als complement wordt geactiveerd.

  1. Er ontstaan factoren die cellen rekruteren die ontsteking gaan bewerkstelligen en cellen die uiteindelijk de specifieke respons moeten bewerkstelligen.
  2. Er vindt opsonisatie plaats. Voor één van die complemenfactoren hebben macrofagen een receptor, waardoor fagocytose beter plaats kan vinden.
  3. Uiteindelijk zal er ook killing plaatsvinden. Er zijn een aantal complementfactoren die helemaal achteraan in het systeem zitten die zorgen dat er gaten ontstaan in de celwand van de pathogenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt C3 geactiveerd via de Lectine pathway?

A

Als gevolg van het binden van die lectines (pattern recognition receptors), worden de complementfactoren C4 en C2, die als pro-enzymen aanwezig zijn in de circulatie, actief gemaakt. Doordat ze actief gemaakt worden, ontstaat er C3 convertase. Dat is eigenlijk elke keer het eindproduct van de startsituatie. C3 convertase is een enzym dat in staat is om C3 om te zetten in C3b en C3a.

17
Q

Hoe wordt C3 geactiveerd door de Klassieke pathway?

A

Aan het antilichaam wat op het oppervlak van het pathogeen zit, hechten de complement factoren C1q, C1r en C1s. Vervolgens worden C4 en C2 ook geactiveerd wat weer betekent dat er C3 convertase onstaat.

18
Q

Hoe wodt C3 geactiveerd via de Alernatieve pathway?

A

C3 is altid aanwezig en C3 wordt altijd gesplitst in C3a en C3b. Dat gebeurt altijd. Er is altijd overal een klein beetje C3a en C3b aanwezig. C3a en C3b hebben een hele korte halfwaardetijd. Als er niet gelijk een pathogeen oppervlak is, zijn ze ook zo weer weg. OP het moment dat er een pathogeen oppervlak aanwezig is, gaat C3b daarop zitten en worden een aantal andere factoren erbij betrokken en geactiveerd. Factor D, Fractor B en properdine worden aangetrokken door C3b oppervlak. Deze worden actief en dan wordt uiteindelijk C3 weer geactiveerd en krijg je C3 convertase

19
Q

Wat doet C3 convertase? En hoe zorgt dit uiteindelijk voor de drie acties van het complement systeem?

A

Dit is in staat om C3 om te zetten in C3a en C3b. C3a is een vasoactieve stof net als een factor die later in de cacade komt, namelijk C5a. Deze twee zorgen er samen voor dat nieuwe cellen gerekruteerd worden. Voor C3b heeft de macrofaag receptoren, dus de pathogeen wordt weer beter gezien met C3b erop waardoor fagocytose wordt gestimuleerd. Dat was opsonisatie. Het complex van C5b, C6, C7, C8 en C9 wordt MAC genoemd. MAC staat voor membrane-attack complex. Deze complexen maken letterlijk gaten in het membraan van de pathogeen en hierdoor kan er dan uitwisseling plaatsvinden van materiaal van buiten en van binnen en dat is niet met het leven van die pathogeen verenigbaar.

20
Q

Waarom kan de lectine pathway pathogenen breed herkennen?

A

Deze lectine moleculen herkennen combinaties van bijvoorbeeld suikers die op die manier gecombineerd en ruimtelijk geplaatst zijn die niet in de lichaamseigen cel voorkomen, en dus pathogeen zijn. Dat betekent dat wanneer er een interactie aangegaan wordt, het per definitie niet om een lichaamseigen structuur gaat. Na de interactie wordt dus altijd het complement geactiveerd.

21
Q

Wat is de tick over?

A

De alternatieve route van complement activatie. Dit is het verhaal waarbij C3 altijd in beperkte mate wordt omgezet tot C3b en C3a. Als er een pathogeen oppervlak aanwezig is, gaat C3b de interactie aan en rekruteert daarmee Factor B en Factor D en dat leidt weer tot C3 convertase. Dit is een amplificatie route. Het aanwezig zijn van C3b zorgt er dus voor dat er steeds meer C3b aanwezig is. Doordat er steeds meer C3b moleculen aanwezig zijn, die allemaal ook weer zorgen voor meer C3b, heb je een exponentiële groei in het aantal aanwezige C3b moleculen. Die amplificatie gaat eigenlijk altijd lopen.

22
Q

Wat wordt er gevormd bij de therminal pathway? Welke factoren heb je daarvoor nodig?

A

MAC wordt gevormd: Membrane Attack-Complex. Dit complex bestaat uit C5b (eerste) C6, C7, C8 en C9 en samen maken zijn een gat in het membraan van de pathogeen. Deze poriën zijn met EM duidelijk te zien.