Hoofdstuk 16 Flashcards
Wakker worden
To wake up
Het wijntje
The glass of wine
Vanochtend
This morning
De brievenbus
The mailbox
Het stukje
The piece
The article
Scheiden
The divorce
De bejaarde
The elderly person
Braden
To grill
Barsten
To burst
Laden
To load
De grap
The joke
Kapotgaan
To break
Het programma
The program
Bedanken
To thank
Begroeten
To greet
Ge hoorzamen
To obey
Gebeuren
To happen
Vertrouwen
To trusst
Verknallen
To screw up
Verpakken
To pack
Verwijderen
To remove
Verzekeren
To insure
Verzorgen
To take care of
Raar
Strange
Raar
Strange
Herkennen
To recognize
Ervaren
To experience
Erkennen
To recognize (a document/authority)
To admit
Ontdekken
To discover
Ontploffen
To explode
Onthullen
To reveal
De verdachte
The suspect
De bom
The bomb
Eerder
Earlier
De opdracht
The assignment
Voorbereiden
To prepare
De voorbereiding
The preparation