Boek 2 Hoofdstuk 14 Flashcards
Tegenkomen
To meet occasionally
Schitteren
To shine
Een rondje
A tour, a ride
Lek
Flat (tyre)
Ophalen
To pick up
Plakken
To stick, to paste
Verbijsterd
Flabbergasted
De reparatie
The repair
Oppassen (voor)
To be careful with
In orde zijn
To be okay
De schat
Darling
De barvrouw
The bartender
Geschikt
Appropriate, decent
Uitdagen
To challenge
Uitbeelden
To portray
Van belang zijn
To be of any importance
Van tevoren
Before
Beforehand
Vergroten
To enlarge
To increase
De kans op
The chance of
Deelnemen aan
To take part in
Voor het geval dat
In case
Goedkomen
It will be all right
Wachten met
To wait to do
Inzetten
To apply
Redden
To save
Zich redden
To manage (without help)
Te redden zijn
To be salvageable
Boeien
To captivate
Het onderwerp
The subject