Boek 2 Hoofdstuk 6 Flashcards
Soliceteren
To apply for a job
De standardvraag
The standard question
Jezelf
Yourself
Het punt
The point
Zwak
Weak
Het sterke punt
The strength
Het zwakke punt
The weakness
Huidig
Current
Motiveren
To motivate
De weerkzaamheden
The work activities
Het cv
The cv, resume
De functie
The position
Inhouden
To imply
De kandidaat
The candidate
De ontwikkelling
The development
Het vakgebied
The field
Relevant
Relevant
Daarvoor
Before that
Daardoor
Therefore
Echter
Nevertheless
Desondanks
In spite of that
Vervolgens
Next, then
Ten slotte
In the end finally
Gisteravond
Yesterday evening
Direct
Direct
De directheid
The directness
De scheikunde
The chemistry
De scheikundig ingenieur
The chemical engineer
Resultaatgericht
Result driven
De stress
The stress
Stressbestendig
Immune to stress
Tegen (iets) kunnen
To handle
De druk
The pressure
De werkdruk
The workload
De taak
The task
The assignment
Perfectionisch
Perfectionist
Eisen
To require
Werken (aan)
To work on
Omgaan (met)
To deal with
Het voorbeeld
The example
De situatie
The situation
De opmerking
The comment
Lomp
Rude
Wennen (aan)
To get used to
Beseffen
To realise
De termijn
The time period
De Lange termijn
Long term
Teen de tijd
By the time
De kinderwens
The wish to have children
De contact-gegevens
The contact details
Bovenaan
At the top
Eventueel
If necessary
Het profiel
The profile
Beschrijven
To describe
De werkervaring
The work experience
Noemen
To name
Het jaartal
The year
Het heden
The present
De verantwoordelijkheid
The responsibility
Afronden
To finish
De stage
The internship
De activiteit
The activity
De nevenactiviteit
The additional function
Het vrijwilligerswerk
The volunteer work
Het bestuur
The management
De bestuursfunctie
The executive position
De vaardigheid
The skill
De competentie
The competence
Overig
Remaining
De interesse
The interest
Vermelden
To mention
De referentie
The reference
Aanvragen
To request
De aanvraag
The request
Diplomatiek
Diplomatic
Buesluitvaaardig
Determined
Flexibel
Flexible
Behulpzaam
Obliging
Nieuwsgierig
Curious
Koppig
Stubborn
Kritisch
Critical
Slordig
Careless, sloppy
Onzeker
Insecure
Zelrverzekerd zijn
To be self-confident
Zelfvertrouwen hebben
To have self-esteem
De uitdagging
The challenge
De uitdagende baan
A challenging job
Een internationaal karakter hebben
To have an international charactet
Moeite hebben met
To have a hard time with
Gepast
Appropriate
Ongepast
Inappropriate
Zakendoen
To trade
Zakelijk
Businesslike
De werkgever
The employer
De werknemer
The employee
Van zich later horen
To be/get in touch
