Boek 2 Hoofdstuk 11 Flashcards
Aflopen
To end
To finish
De postbode
The postman
Aanbellen
To ring the doorbell
Althans
Anyway, at least
Knus
Cosy
Een poosje
A while
Het nieuwtje
Piece of news
De blurt zijn (aan)
It is (your) turn
In je nopjes zijn
To be happy
Slagen
To succeed
Het misverstand
The misunderstanding
Appen
To send a whatsapp message
Met z’n tweetjes
With the two (of us/them)
Protesteren (tegen)
To protest
Iets (niet) ziens zitten
To think it is (not) a good idea
Stamelen
To stammer
In huis hebben
To have at home
Handig
Convenient
Handy
Veranderen (in)
To turn (into)
Heus
Real, really
Vanwege
Because of
Vanwege
Because of
In eerste instantie
In the first place
Eenmal
Once
Daarnaast
Furthermore
Lachen (om)
To laugh (at)
Verouderd
Outdated
De reisgids
The travel guide