Boek 2 Hoofdstuk 15 Flashcards
De doane
The customs
De bagage
The baggage
De bagageband
The baggage belt
Zo’n
Such
Zulk
Such
Dergelijk
Such
Those kind of
Soortgelijk
Such
Those kind of
Dusdanig
Such
Those kind of
Zodanig
Such
Those kind of
Degene
The one
Diegene
The one
Datgene
That
Het klaslokaal
The classroom
Het klopt (niet)
It is not right
De eis
The requirement
Meemaken
The experience
Het schrift
The copybook
Buiten spelen
To play outside
Het bedrijfsfeest
The corporate party
Vergaderen
To have a meeting
De afstandsbediening
The remote control
De stoelverwarming
The heated seats
De zolder
The attic
De werkkamer
The workroom
Behandelen
To deal with
To treat
De naald
The needle
De draad
The thread
Vanaf nu
From now on
De drank
The drink
Enorm
Enormous
Kinderachtig
Childish
De middelbare school
The secondary school
Het verlies
The loss
Aangeven
Here: to indicate
Iemand ophitsen
To provoke
Enigzins
Somewhat
Rather
Meelslepen
To drag along
Zich laten meeslepen
To let your heart run away with your head
Plagen
To tease
Plagen
To tease
Het geintje
The joke
De heer
The gentlemen
Het duel
The duel