Hoofdstuk 11 Flashcards
de deur
the door
de buurman
the neighbour
vergeten
to forget
proberen
to try
feliciteren
to congratulate
dichtdoen
to close
de toets
the test
waarvoor
what .. for
zin hebben (om)
to feel like
verlof nemen
to take days off
schilderen
to paint
de kunst
the art
wegbrengen
to carry away
het gras
the grass
woordjes leren
to learn words
met elkaar
with each other
het cadeau
the present
inzamelen
to collect
de hogeschool
the university of applied sciences
technisch
technical
besparen
to save
de studiebeurs
the scholarship
de korting
the discount
het collegegeld
the tuition fees
de introductieweek
the introduction week
vooral
especially
de kroegentocht
the pub crawl, the pub tour
op kamers gaan
to live in lodgings
het studentenhuis
the student house
de studentenflat
the student flat
net… als
just like
zich inschrijven
to apply
de huisvesting
the accommodation
de studenten huisvesting
the student housing association
bedankt
thanks
de tip
the tip
concluderen
to conclude
volledig
complete, entire
het buitenland
abroad
de nationaliteit
the nationality
in totaal
altogether
de herkomst
the origin
de bron
the source
internationaal
international
meer dan
more than
het aantal
the number
de studie
the study
de opleiding
the study, education
de beroepsopleiding
the professional education
het diploma
the diploma
het college
the lecture
het collegejaar
the academic year
het onderwijs
the education
het hoger onderwijs
the higher education
de studiefinanciering
the student grant
de lening
the loan
economie
economics
bedrijfskunde
business administration
geneeskunde
medicine
rechten
law
psychologie
psychology
tandheelkunde
dentistry
bouwkunde
architectural engineering
de lerarenopleiding
teacher training institute
de kunstacademie
the art academy
de geschiedenis
the history
promoveren
to obtain a PhD
het tussenjaar
the gap year
de uitwisseling
the exchange
economie
economics