Hoofdstuk 15 Flashcards
Het certificaat
The certificate
Voor het examen slagen
To pass the exam
Of
Or
Huiswerk maken
To do huiswerk
Het bureau
The desk
De computer
The computer
Pijn doen
To hurt
Thuis blijven
To stay home
Vrij krijgen
To get a day off
Omdat
Because
Doordat
As a result of
Aangezien
Since
Besluiten
To decide
Rennen
To run
De marathon
The marathon
De taalcursus
The language course
Zodat
In order to
Gauw
Soon
Hoewel
However
Although
Ondanks dat
However
Although
Tenzij
Unless
Voordat
Before
Weer
Again
Nadat
After
Zodra
As soon as
Als
When
If
Tenzij
Unless
Voordat
Before
Weer
Again
Nadat
After
Zodra
As soon as
Als
When
If
Terwijl
While
De discotheek
The discotheque
De uitverkoop
The sale (bargain)
Indien
If
De toegang
The access
De verblijfsvergunning
The residence permit
De spruitjes
The brussel sprouts
De hypotheek
The mortgage
Downloaden
To download
Het ticket
The ticket