HC8.2: Diagnostiek van immunodeficiënties Flashcards
PID
- Aangeboren afwijking van immuunsysteem
- Erg zeldzaam
- Oorzaak in immuunsysteem zelf door genetisch defect
- Vaak maar 1 specifiek deel van immuunsysteem aangedaan, omdat er 1 specifiek probleem is
Meest voorkomende PID
- Antistofdeficiëntie met B-cel defect
- Fagocytendeficiënties
- T-celdeficiënties
- Complementdeficiënties
Andere oorzaken PID
- Auto-inflammatoire syndromen
- Auto-immuunziekten
- Immuundisregulatie syndromen
> 485 kandidaatgenen betrokken bij PID
Secundaire immuundeficiënties
- Verworven
- Buiten immuunsysteem en veroorzaakt door AIDS of prednison
- Daarnaast kunnen ze ook veroorzaakt worden hematopoëtische maligniteit of infectie
- Aandoeningen komen veel voor
- Meestal immuunsysteem diffuus aangedaan, waardoor meerdere functies gestoord
Gevolgen immuundeficiënties
- Infecties
- Tumoren (maligne lymfomen en leukemieën)
- Vorming auto-antistoffen en daarmee auto-immuunziekten
Type infectie is afhankelijk van
Type immuundeficiëntie
Belangrijk bij prognose en behandeling
Onderscheid maken tussen primaire en secundaire immuundeficiënties
Diagnostiek
- Klinische presentatie
- Flowcytometrische analyse
- Genetische analyse
Wanneer genetische defect is vastgesteld kan de prognose en behandeling hierop aangepast worden. Ook familieonderzoek door counseling!
10 alarmsymptomen van primaire immuundeficiënties
- Minimaal 4 nieuwe oorinfectie binnen 1 jaar
- Minstens 2 serieuze sinusinfecties binnen 1 jaar
- Minstens 2 maanden AB nodig, met weinig effect
- Minstens 2 pneumonieën binnen 1 jaar
- Kind dat niet groeit of aankomt in gewicht
- Recidiverende diepe abcessen in huid of organen
- Persisterende zweertjes in mond of schimmelinfectie op huid
- Infecties die alleen overgaan met IV AB
- Minstens 2 diepe infecties inclusief sepsis
- FA met primaire immuun deficiënties
Andere kenmerken primaire immuundeficiëntie
- Onverklaarde bronchiëctasieën
- Therapeutische astma
- Infecties op ongebruikelijke plaatsen
- Onverwachte verwekkers
- Ernstig of langdurig beloop van infectie
- Recidiverende infecties met dezelfde verwekker
- Consaguiniteit
- Karakteristieke kenmerken zoals relatief klein voorhoofd en bird-like face
Flowcytometrisch onderzoek
- Gericht onderzoek naar afweercellen en eiwitten
- Lymfocyten subtypen (T, B, NK-cellen)
- Analyse van eiwitexpressie
- Analyse van voorloper B-cel differentiatie in beenmerg
- Analyse van perifere B-cel subsets
Kijken naar lymfocyten subtypen
- Absolute aantallen van B, T, NK cellen; belangrijk dat deze allemaal in normale hoeveelheden in bloed voorkomen
- Belangrijk om te kijken naar leeftijdsgeboden normaalwaarden van lymfocyten
Beloop B-cellen en T-cellen
B: laag, neemt toe, neemt af
T: hoog, neemt af
NK: hoog, neemt af
Kijken naar ontwikkeling van cellen door eiwitexpressie
- Bij B-cellen kan er met markers CD10, CD19, CD20 worden gekeken in welk stadium B-cel zich bevindt; door markers te analyseren kan er worden nagegaan wat er mis is in ontwikkeling
- Ook Ig gebruiken, omdat hele vroege B-cellen nog een Ig tot expressie brengen; kijken waar in ontwikkeling defect
CD19 (B) en CD3 (T) afwezig
Gecombineerde SCID
Afwezigheid CD19 en aanwezigheid CD20
B-cellen aanwezig, maar werken niet goed, omdat ze CD19 missen
Signaal van B-cellen wordt niet gestuurd zonder CD19
- CD19 wordt door beide allelen tot expressie gebracht (co-dominantie)
- Dragerschap bekijken
Normaal alle subsets van voorloper B-cellen aanwezig
- Onderzoeken met CD10 (onrijpe cellen) en CD20 (rijpe cellen)
- Uitrijping wordt uitgezet voor leeftijd
DNA-diagnostiek van de mogelijk gemuteerde genen
- Gericht mutaties op PID genen opsporen en exacte diagnose geven
- Genetisch defect vereiste voor gentherapie
- Legt de basis van goede behandeling en prognose
- Biedt mogelijkheid voor lange termijn preventiestrategie ter beperking van complicaties en irreversibele orgaanschade
- Ook draagt het weten van diagnose bij aan therapietrouw van patiënt en mogelijkheden voor genetische counseling
PCR-amplificatie
- Exonen amplificeren m.b.v. primers
- Sequencing reactie
- Elektroforese mengsel gesplitst (verschillende producten met verschillende kleur)
- Basenvolgorde van exon bepaald
- Gevonden sequentie kan met een standaard sequentie worden vergeleken
Mutaties
- Punt: silent, missense (aminozuur veranderd), nonsense (stopcodon)
- Splice site: grensgebied van exon en intron
- Kleine deleties en inserties
- Grote deleties
XLA
- B-celdeficiëntie waardoor serum IgG heel laag
- In lymfeklieren nauwelijks follikels en geen tot weinig plasmacellen
- Infecties met pyogene bacteriën
- Wel normale cellulaire immuniteit tegen virussen
- Vanaf 3 maanden opsporen, omdat eigen aanmaak antistoffen dan pas
Defecte gen op chromosoom X121.3-22
- Codeert voor BTK
- Defect ontstaan door deletie van nucleotide waardoor stopcodon is ontstaan en er geen signalering complex gevormd kan worden
- BTK is signaleringsmolecuul voor voorloper B-cel differentiatie in beenmerg
- Als pre-BCR signaal krijgt om te prolifereren zal de vorming van zware ketens stoppen en vorming lichte ketens beginnen
- Mutatie in BTK gen: slechte signalering waardoor blokkade in ontwikkeling B-cellen
- Geen volledige blokkade waardoor soms kleine hoeveelheden B-cellen aanwezig
Behandeling BTK gen mutatie
Ig suppletie en zo nodig profylactisch AB
NGS
- Sequentie-analyses makkelijker en tegelijk opsporen
- Maakt snelheid van de moleculaire diagnostiek groter
- Aantal kandidaatgenen die sinds deze technologie ontdekt worden is gestegen
Klinische heterogeniteit
- 1 ziektebeeld kan meerdere kandidaatgenen hebben
- Maar 1 defect in 1 gen kan ook verschillende klinische symptomen veroorzaken
Hielprik
- Kijken of er T-cel ontwikkeling is a.d.h.v. TRECs
- Circulaire delen die uit code worden geknipt tijdens VDJ-recombinatie in thymus
- TRECs niet detecteerbaar dan SCID