H6.3: Immunologische nierziekten Flashcards

1
Q

Klinische presentaties glomerulonefritis

A
  • Microscopische hematurie
  • Macroscopische hematurie
  • Nefrotisch syndroom
  • Nefritisch syndroom
  • Vasculitis van nier
  • Rapidly progressive glomerulonefritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Blaaskanker aanwijzing
Nierziekte aanwijzing

A

Macroscopische hematurie

Hematurie met proteïnurie

Belangrijk om nierfunctie en aanwezigheid hypertensie en tekenen systeemziekte te controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IgA nefropathie

A
  • Meest voorkomend
  • Piekincidentie rond 20-30 jaar
  • Aziatische afkomst
  • Geen echte auto-immuunziekte, maar enkele dagen na infectie
  • IgA vormt eerste verdediging in mucosale organen, maar bij patiënten is IgA afwijkend waardoor het als lichaamsvreemd wordt herkend en antistoffen worden geproduceerd
  • De gevormde immuuncomplexen kunnen rondzwerven in circulatie of in situ neerslaan
  • Neerslaan kan in nier en in darm of huid (Henoch Schönlein)
  • In nier neerslaan in mesangium (geeft structuur aan BM)
  • Verband raakt kwijt dus hematurie en proteïnurie soms
  • 10-20% dialysie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

IgA-nefropathie x behandeling

A
  • Biopsie-uitslag kan modulerend zijn, maar niet bepalend voor prognose
  • Behandeling leidt tot vertraging ziekte, niet genezing
  • ACE-remmers remmen progressie van IgA nefropathie en zorgen voor 40-50% reductie van eindstadium nierfalen
  • Prednison vroeger, maar blijkt dat proteïnurie wel afneemt, maar niet echt de hoeveelheid eindstadium nierfalen
  • SGLT2-remmers remmen reabsorptie van glucose waardoor glucosurie ontstaat en natriurese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nierfilter x lagen

A
  • Eerst: gefenestreerd endotheel
  • Daaronder: GBM bestaande uit collageen
  • Daarna: podocyten die filtratieslit vormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Glycocalyx

A

Extra suikerlaag om zoveel mogelijk eiwit tegen te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nefrotisch syndroom

A
  • Door schade aan podocyt van glomerulus
  • Normale filtratiefunctie verloren
  • Proteïnurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Presentatie nefrotisch syndroom

A
  • Behouden nierfunctie
  • Proteïnurie >3-4 gram/dag
  • Serum albumine <30 g/L
  • Oedeem
  • Hypercholesterolemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Membraneuze glomerulopathie

A
  • Meest voorkomend nefrotisch syndroom bij volwassenen
  • Door antistoffen tegen PLA2-R op podocyt
  • Functie receptor niet bekend, wel dat IgG-antistoffen tegen receptor onder podocyt immuuncomplexen kunnen vormen waarbij complementactivatie plaatsvindt wat schade veroorzaakt

Bij hoge proteïnurie soms geen nierbiopsie, maar in bloed meten of er antistoffen tegen PLA2-R zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Histologie membraneuze glomerulopathie

A
  • Immuundeposities niet egaal verspreid over BM
  • Neerslag bij glomeruli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nefritisch syndroom

A
  • Door inflammatie van glomerulus, veelal endocapillair waarbij GBM kapot gaat en proliferatie in glomerulus
  • Renale vasculitis
  • Snel proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken nefritisch syndroom

A
  • Oligurie (minder plassen)
  • NI
  • Hematurie
  • Proteïnurie <3 gram per 24 uur
  • Oedeem
  • Hypertensie

Oedeem en hypertensie door verminderde vochtafvoer

Snel achteruitgaande nierfunctie maar soms subtiel beeld en kan nierfunctie mild gestoord zijn (IgA nefropathie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Urinediagnostiek nefritisch syndroom

A
  • Hematurie van glomerulaire oorsprong
  • Dysmorfe ery’s door gang door GBM
  • Uitstulpingen groter dan lichaam zelf en polymorf beeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bewijs voor glomerulaire hematurie

A

Aanwezigheid ery’s cilinders

Ery’s gevangen in uromoduline (eiwit in urine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pathofysiologie x nefritisch syndroom

A
  • Schade aan glomerulus of onderdelen daarvan, veelal GBM
  • Door depositie antistoffen gericht tegen GBM of componenten
  • Door depositie immuuncomplexen of antigenen
  • Door depositie antistoffen
  • Daarna secundair activatie van complement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Complement

A
  • Netwerk van eiwitten in serum die immuunreactie versterken
  • Onderdeel aangeboren immuunsysteem maar versterkt verworven immuunsysteem via zeer complexe cascade van eiwitten waardoor fagocytose, inflammatie, cellysis
17
Q

Plaats neerslag wordt bepaald door

A
  • Plaats antigeen
  • Lading en grootte immuuncomplex
18
Q

Aanvullend info over lokalisatie van immuuncomplexen en inflammatie

A
  • Neerslag circulerende immuuncomplexen: immuuncomplexen in circulatie gevormd, neerslaan op membraan, onder endotheel te vinden
  • In situ formatie van immuuncomplexen: antigeen bindt op membraan, antistof bindt en immuuncomplex gevormd, onder epitheel te vinden
19
Q

Immuuncomplexen net onder endotheel

A
  • Aan de kant van veten
  • Veel lymfocyten komen erop af die voor veel ontsteking zorgen
  • Nefritisch syndroom is gevolg
  • Actieve ontsteking met influx van ontstekingscellen i.t.t. nefrotisch syndroom
  • Grotere immuuncomplexen die neerslaan vlak onder endotheel
20
Q

Immuuncomplexen onder podocyten

A
  • Ver van bloedbaan
  • Minder lymfocyten
  • Nefrotisch syndroom
  • Kleine immuuncomplexen komen dieper waardoor nefrotisch syndroom
21
Q

Gevolg als complexen in BM neerslaan

A

Glomerulonefritis die gericht is tegen collageen in BM

22
Q

Reactie glomerulus op immuuncomplexen

A
  • Extracapillaire proliferatie
  • Toename pariëtale epitheelcellen dus
  • Epitheelcellen van kapsel van Bowman verdikken door uittreding van macrofagen via beschadiging en aantrekken van stollingsfactoren
  • Verdikking vorm van halve maan en daarom crescentic nephritis
23
Q

Ziektebeelden binnen nefritisch syndroom met crescent vorming

A
  • Anti-GMB glomerulonefritis: antilichamen tegen lichaamseigen antigeen op GBM
  • Post streptokokken glomerulonefritis: immuuncomplexen planted antigen
  • ANCA-geassocieerde glomerulonefritis: proliferatie van extracapilliare epitheel
  • Lupus nefritis: glomerulonefritis bij auto-immuunziekte
24
Q

Anti-GBM glomerulonefritis

A
  • Antilichamen tegen lichaamseigen antigeen op GBM
  • Verschuiving collageen waardoor epitoop bloot
  • Epitoop wordt als lichaamsvreemd beschouwd, antistoffen produceren
25
Q

Anti-GBM glomerulonefritis op 2 manieren

A
  • Betrokkenheid andere organen: collageen type 4 zit ook in longen en middenoor. Vasculitis long kan leiden tot hemoptoë en matglasafwijkingen. Naast nierafwijkingen ook longafwijkingen dan syndroom van Goodpasture
  • Beperkt tot nier
26
Q

Behandeling anti-GBM glomerulonefritis

A
  • Plasmaferese (plasmawisselingen) om de hoeveelheid antistoffen in bloed te verlagen
  • Prednison, cuclofosfamide, rituximab, dialyse
27
Q

Post streptokokken glomerulonefritis

A
  • Immuuncomplex nefritis door streptokokken
  • Kinderen
  • Circulerende immuuncomplexen werken als planted antigen
  • Lopen vast in BM en ontsteking
  • Zelflimiterend aangezien streptokokkeninfectie geklaard wordt
28
Q

ANCA-geassocieerde glomerulonefritis

A
  • Ziekte van Wegener, GPA (granulomateuze polyangiitis)
  • Anti-cytoplasmatische antistoffen gericht tegen factoren in cytoplasma van leukocyten
  • Veroorzaakt extravasatie van leuko’s en inflammatie
  • Kan ook vasculitis geven op andere locaties zoals long en huid
  • Ook geïsoleerd in nieren = pauci immuun glomerulonefritis
  • Pauci, want geen neergeslagen antilichamen
29
Q

Levamisole-adulterated cocaïne

A
  • Kan leiden tot GPA
  • Lijkt op cocaïne
  • Enorm immunogeen product met GPA achtig beeld
  • Soms ook anti-elastase in bloed
30
Q

Lupus nefritis

A
  • Chronische immuuncomplex ziekte waarbij antilichamen tegen anti-nucleaire antigenen zijn
  • Afhankelijk van waar immuuncomplexen neerslaan
  • Bijna alle typen glomerulonefritis ontstaan
  • Allerlei ontstekingen in andere organen zoals pericarditis, oogontstekingen, peritonitis, ontsteking darm
  • Fullhouse immunofluorescentie: immunofluorescentie voor alle antistoffen kleuren aan