HC.7 - Innate immuniteit - 1 Flashcards

1
Q

De afweer in verschillende lagen, zet ze op volgorde?

A
  1. Innate (afweer beschikbaar) (0-4u)
  2. Innate (afweer geinduceerd) (4-96u)
  3. Adaptief (>96u)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden Natural Killercellen (NK) geactiveerd?

A

Door combinatie van activerende en remmende signalen;

Er zijn activerende en inhiberende receptoren. mhc-klasse 1 receptoren zijn inhiberend, want elke lichaamscel met kern heeft mhc-klasse 1.

Ook zijn er activerende liganden die dan de NK activeerd en dan de doelwitcel in apoptose brengt. Deze ligand ontstaat vaak door bv stress.

Inhiberende signaal is sterker dan activerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor cel is een NK cel?

A

Een innate lymfoide cel, maar verschilt van T/B-cel cus heeft die gerearrangeerde receptoren niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zijn NK cellen ook belangrijk voor?

A

Productie van cytokines zoals IFN-gamma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar is IFN-gamma belangrijk voor?

A

Vroege respons bij infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onder welke laag afweer valt NK-cellen?

A

Innate, direct beschikbaar (0-4u)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houden humorale receptoren in?

A

Receptoren in serum of weefselvloeistof, het zijn oplosbare moleculen. Zijn soort mobiele stofzuigers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat maakt Humorale receptoren aan?

A

Hepatocyten (acute fase eiwitten), epitheelcellen en leukocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functie van humorale innate receptoren?

A
  • Werken als opsonine
  • Neutralisatie
  • Activeren complement-cascade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is opsonine?

A

eiwit wnr het bindt aan een cel dat het dan fagocytose stimuleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten (families) humorale receptoren?

A
  • Complement
  • Collectines
  • Ficolines
  • Pentraxines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke cellen kunnen de innate cellulaire receptoren tot expressie brengen?

A
  • Macrofagen
  • neutrofiele granulocyten
  • NK-cellen
  • mestcellen
  • endotheelcellen, epitheelcellen, parenchymcellen, stamcellen en neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom macrofagen zo geschikt voor allerlei liganden te herkennen?

A
  • Aanwezigheid in alle weefsels ook in relatief grote hoeveelheid
  • Ook grote diversiteit aan receptoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Andere naam voor macrofagen?

A

Poortwachtercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 manieren fagocytose van macrofagen?

A
  1. Ritsluiting: dmv receptoren, FcR (Fc Receptor) die dan vindt aan een deeltje, en dan bindt er nog een tot macrofaag dat deeltje helemaal heeft omsingeld. Dus soort van als rits steeds een receptor. Dit is via FcR dus.
  2. Ruffles, als macrofaag enorm wordt geactiveerd dan kan ie heel stuk van zn membraan over een deeltje heen slaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er als er fagocytose dus plaatsvindt in macrofaag?

A
  1. Opname wat leidt tot afbraakt, de fagosoom en lysosoom fuseren en dat leidt to afbraak
  2. Herkenning wat leidt tot activatie, de FcR geeft aan dat er gefagocyteerd is waardoor signaal gaat naar kern en kern maakt obv dat cytokinen aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke 3 families innate cellulaire receptoren?

A
  1. Opsonine receptoren
  2. (microbe) ligand receptoren
  3. supplementaire receptoren
18
Q

Kort gezegd waar zorgen opsonine receptoren voor?

A

Fagocytose (+ signalering), maar kunnen niet direct microbe herkennen maar hebben een ander molecuul voor nodig, een brugmolecuul. Dit kunnen anti-stoffen zijn, serumeiwitten maar ook complementen.

19
Q

Kort gezegd waar zorgen (microbe) ligand receptoren voor?

A

Fagocytose (+signalering), deze kunnen meteen binden aan de microbe

20
Q

Kort gezegd waar zorgen supplementaire receptoren voor?

A

Alleen signalering, dus voor activatie cellen

21
Q

Wat is een Fc?

A

Onderdeel van een antistof, Fc is de gemeenschappelijke deel van de antistof. Dus niet de variabele deel, maar de staart. Deze staart wordt dus herkent door de Fc Receptoren

Basicallyde beide zware ketens :)

22
Q

Welke Fc receptor kan zorgen voor inhibitie?

A

Fc-Gamma RII (IgG ligand)

23
Q

Welke 2 Fc receptoren hebben een hoge affiniteit (sterke binding dus)?

A

Fc-gammaRI
Fc-epsilonRI

Deze kunnen binden aan antistof zonder antigeen.Dit is van belang bij allergieen

24
Q

Welke complement receptoren zijn er?

A
  • CR1 (Erys, macrofagen, neutros) (fagcytose, binding en transport)
  • CR2 (B-lymfo) (signalering)
  • CR3 (macro, neutros) (fagocytose en adhesie)
  • CR4 (macro, neutros) (fagocytose en adhesie)
  • CRiG (Macro, fagocytose)
25
Q

Welke receptoren vallen onder de opsonine familie?

A
  • FcR
  • Complemtent R
26
Q

Welke receptoren vallen onder de (microbe) ligand receptor familie?

A
  • Scavanger R
  • C-type lectine R
27
Q

Welke receptoren vallen onder de supplement receptoren familie?

A
  • Toll-like R (TLR)
  • NOD-like R (NLR)
  • RIG-I-Like (RLR)
  • DNA-sens R (DSR)
28
Q

Welke groep receptoren worden ook wel Pattern Recognition Receptioren genoemd?

A

De (microbe) ligand R en de sumplement R

29
Q

Wat is PAMP?

A

Hetzelfde als PRR maar dan voor liganden.

Pathogeen-associated molecular mattern

30
Q

Welke andere patronen naast PAMP zijn er?

A

NAast PAMP ook:
MAMP (Microbe Associated Molecular Pattern)
DAMP (Damage/Danger Associated Molecular Pattern)

31
Q

Waar kunnen receptoren voorkomen?

A
32
Q

Verschil cytosol en cytoplasma?

A

Cytosol alleen vloeistof, plasma is ook organellen

33
Q

Wat zijn de scavanger receptoren?

A

Zijn (microbe-) ligand receptoren, ze herkennen micro-organismes, maar ook lichaamseigen moleculen, zoals lipoproteines, gemodificeerde proteinen, lipiden, dodecellen

34
Q

Wat zijn C-type lectine receptoren?

A

Ook (microbe) ligand receptoren. Lectines herkennen glycanen, en schimmels hebben sterkte glycosylatie. Verder herkennen ze ook parasieten en virussen

35
Q

Wat voor receptor zijn de Toll-Like Receptoren?

A

Membraan gebonden supplementaire receptoren. Kunnen als homo of heterodimeer werken. Kunnen op oppervlakte of endosoom

36
Q

Wat valt op bij de liganden van Toll like R?

A

Bacterien moeten eerst opgenomen worden, afgebroken worden en dan pas kunnen de vrijgekomen moleculen herkent worden

37
Q

Hoe ziet pathway van TLR-signalering eruit?

A

Er bindt molecuul op Toll Like R, er vindt dan interactie plaats met adaptormoleculen, waarna er een signaleringscascade van start gaat met kinases die zorgen voor fosforylering, hierdoor activatie van transcriptiefactoren en dan zorgt voor transcriptie ontstekingsmoleculen in nucleus.

38
Q

Wat wordt herkent door RIG-like receptoren?

A

RNA moleculen van virussen

39
Q

Wat wordt herkent door DNA-sensing receptoren?

A

DNA van Virussen en DNA van tumoren. Maar ook bacterien

40
Q

Wat wordt herkent door NOD-like receptoren

A

Bacterien en verstoring membraan integriteit

41
Q

Welke cytokine gekoppeld aan inflammasoom?

A

IL1

42
Q

Wat is de driver van ontstekkingen, wat activeert het en vanuit wat wordt het geactiveerd

A

IL-1b, wordt geactiveerd door inflammasoom en komt voor uit pro-IL-1b