HC01 - HIV patient met opportunistische infectie Flashcards

1
Q

welke middel tegen HIV?

A

Azidothymidine? AZT (nucleoside analoog, stopt productie HIV door inbouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is HIV 2?

A

Ander soort hiv infectie, minder snel en minder frequent. Komt vooral west afrika voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LEvensverwachting persoon met HIV die goed behandeld wordt en er goed optijd bij is?

A

Even groot als iemand zonder HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chronische inflammatie door actieve immuunsysteem kan leiden tot wat?

A

Grotere kans hart en vaatziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kan een adequate HIV behandelde persoon iemand anders besmetten?

A

Nee, O=o, ondecteerbaar=onbesmettelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke cel bindt HIV virus?

A

CD4+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe vindt HIV aan CD4+?

A

Via de CD4+ receptor en een co-receptor zoals CCR5of (CXCR4?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer resistent tegen hiv?

A

Mutatie in CCR5, 5% bevolking heeft dit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voordelen weten HIV status?

A
  • Eerder weten = eerder behandelen
  • HIV-vrij blijven
  • ## Stopt transmissie naar babies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe hix infectie?

A

HIV mucosale oppervlakte via DC naar afferent lymf naar lymfeklier en daar interactie met CD4+ dat leidt to virale replicatie en spreiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke mogelijke plekken om HIV te remmen?

A
  • Penetratie dus op receptor (CD4+ en co-receptor based therapie)
  • Oncoating
  • Reverse transvertase (nucleosides en non nucleosides)
  • Integratie in celkern/DNA
  • Transcriptie (TAT antagonist)
  • Translatie
  • Assembly en release dus via die eiwitjes budding (via protease inhibition)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer AIDS?

A

Opportunistische infectie bij HIV, dan heb je AIDS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe preventie opportunitische infectie?

A

Kijken naar CD4 getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke HIV/AIDS behandelingen?

A
  • ART
  • HAART
  • cART
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ART?

A

antiretroviral Therapy ->

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer starten ART?

A
  • Hit them early, hit them hard
  • hit them early, but not too early
  • Compliance (bijwerkignen!)
  • ## CD4 <350! maar in ieder geval >200
17
Q
A