HC.3 - Een kind met koorts en oorpijn Flashcards

1
Q

Wat is otitis media?

A

Ontsteking middenoor (er komt dan druk op je trommelvlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vormen otitis media?

A

Acute otitis media (AOM), otitis media effusa (OME) en actieve chronische mucosale otitis media (ACMOM)/chronische suppuratieve otitis media (CSOM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kenmerkt otitis media acuta zich?

A

rood bloederige trommelvlieg. Rood bomberend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kenmerkt otitis media effusa zich?

A

Niet rood of bloederig, maar meer blaasjes/luchtbellen onder trommelvlies, wat eigenlijk vocht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Normaal trommelvlies?

A

Gewoon mooi geel/huidkleurig/beige met lucht achter trommelvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet chronishe mucosale ontsteking eruit?

A

pussig en rood. Je herkent trommelvlies niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risicofactoren Acute Otitis Media?

A
  • Passief roken
  • Creche bezoek
  • Afwijkende anatomie
  • Obstructie KNO gebioed
  • Genetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is meest frequente reden antibiotica kinderen?

A

Otitis Media Acuta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat verwerkt otitis acuta media?

A
  • Viraal (70-80): RSV, influenza, verkoudshoudsvirussen
  • Bacterieel (20-30%): streptococcus pneumoniae, h. influenzae, moralla catarrhalis, Groep A streptokokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wnr kweken OMA?

A
  • Resistentie verdenking
  • AB falen
  • Immuunstoornis of sepsis
  • Complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

behandeling Otitis Media Acuta?

A
  • Pijnstilling paracetamol, evt ibu
  • Bij neus verstopping: xylometazoline of NaCl spoeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer antibiotica OMA?

A
  • Ernstig zieke kinderen of zieker wordend
  • Bij risicofactor: dus <6 maanden, anatomische afwijking KNO gebied (syndroom van down of palatoschischis), status na ooroperatie of gecompromiteerde immuunsysteem)
  • <2 jaar met beide zijds
  • na 3 dagen geen verbetering
  • eerste presentatie meteen loopoor met koort en/of pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke AB bij OMA?

A

Amoxicilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke chirurgische behandeling bij OMA?

A

Trommelvliesbuisje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke LO bij complicaties OMA?

A
  • Nekstijfheid
  • Rood/gezwollen mastoid
  • Nystagmus/gehoorverlies
  • N facialis in tact?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen OME?

A
  • Slechthorend
  • Gedragsproblemen
  • Drukkend gevoel oor
  • Spraak- en taalontwikkelingsproblemen
  • GEEN tekenen acute infectie, dus geen oorpijn etc.

Mechanische aard

17
Q

Wanneer verwijzen kind met OME?

A
  • > 3 maanden last
  • Achterlopende spraak- en taalontwikkeling
18
Q

Wie hebben grotere kans OME?

A

Mensen met CF (mucus) en PCD (cilia), door slecht wegwerken van slijm ):

19
Q

Waarom mensen met syndroom v Down >50% effussie in het oor en >75% geleidingsverlies

A
  • Kortere buis van Eustachius
  • Hypotonie m. tensor veli palatini
  • Gestoord immuunsysteem
  • recidiverende bovenste Luchtweg. inf
  • Adenoid hypertrofie
  • Ondiepe nasofarynx
20
Q

Welke diagnostiek OME?

A
  • Otoscopie
  • Toonaudiometrie
  • Tympanometrie
21
Q

Hoe OME behandelen?

A
  • trommelvliesbuisjes
  • Hoortoestellen
  • Geen medicamenteuze behandeling!

Als op oorzaak? Weg werken van oorzaak

22
Q

Wanneer trommelvliesbuisje?

A
  • Bij >3 maanden klachten en gehoorsverlies van meer dan 25dB
  • stoornis in ontwikkeling

Twijfel je: breng taal en spraakontwikkeling in kaart

(helpt op korte termijn, maar minder effect op lange termijn)

23
Q
A