HC3.6: Metabool syndroom Flashcards
insuline resistentie:
er is een abnormale respons van het lichaam op insuline
bij mensen met gestoorde glucose tolerantie test en type 2 DM hebben insuline resistentie, maar…
ook bij een deel van de gezonde patiënten die geen overgewicht hebben, dat er wel al insuline resistentie ontstaat
insuline resistentie is geassocieerd met:
- hogere bloeddruk
- slechtere cholesterol waarden
- deze mensen hebben vaak overgewicht
–> en die factoren samen zorgen voor verhoogd risico op HVZ
bij iemand die gezond is en normale insuline gevoeligheid heeft. verwacht je nuchter dan hele hoge of hele lage insuline spiegels?
de spiegels liggen wat hoger op het moment dat iemand goede insuline gevoeligheid heeft
insuline receptor:
- insuline bindt aan de alfa subunit
- het effect wordt door de bèta subunit doorgegeven aan het cytoplasma
- in het cytoplasma krijg je fosforylering van bepaalde eiwitten
- dat leidt in de cel tot specifieke effecten
- daardoor gaat GLUT4 open en kan glucose de cel in
- daarnaast krijg je activatie van Stikstof Oxide, waardoor er onder andere vaatverwijding optreedt.
wat gebeurt er wanneer er insuline resistentie optreedt?
- je krijgt ophoping van glucose
- de stikstof oxide wordt niet meer aangemaakt en dat zorgt ervoor dat de slagaders niet goed meer kunnen ontspannen en daardoor krijg je bij vasoconstrictie, hypertensie
- ook krijg je inflammatie en proliferatie
wat is metabool syndroom?
eigenlijk soort voorstadium van diabetes
criteria voor metabool syndroom:
- viscerale obesitas (buikomtrek bij mannen > 102 cm en bij vrouwen > 88 cm)
- hypertensie
- verhoogde nuchtere glucosewaarde
- verhoogde TG spiegel
- verlaagde HDL spiegel
–> je moet aan 3 van de 5 criteria voldoen
risico’s metabool syndroom:
- hogere kans op HVZ
- hogere kans op type 2
- hogere kans op all-cause mortaliteit
- verhoogde kans op kanker