HC2.5: Eiwit turnover en eiwitbeperkt dieet bij stofwisselingsziekten Flashcards

1
Q

als we het over de eiwitstofwisseling hebben, hebben we het met name over…

A

stikstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alle aminozuren bestaan uit:

A

een aminogroep, met daarin het stikstof
een restgroep
en een zuurgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stikstof wordt … in ons lichaam

A

ammoniak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stikstof is een bestanddeel van onder andere:

A
  • ammoniak
  • aminozuren/eiwitten
  • spieren
  • enzymen
  • hormonen
  • RNA
  • neurotransmitters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

katabool:

A

dan ga je uiteindelijk spiermassa afbreken (heel dun model zonder spieren meer ongeveer)
je raakt dan stikstof kwijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

anabool:

A

je gaat spieren opbouwen en je houdt juist stokstof vast. denk aan bodybuilder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

essentiële en niet-essentiële aminozuren:

A
  • niet-essentieel kunnen we zelf maken
  • essentieel moet je uit voeding halen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eiwitten in het menselijk lichaam:

A
  • skeletspier
  • enzymen
  • plasma eiwitten
  • collageen en structurele eiwitten
  • verteringseiwitten
  • membraaneiwitten
  • hormonen
  • vrije aminozuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eiwit en aminozuur turnover:

A
  • aminozuren komen via de darm het lichaam binnen
  • die komen in de pool van vrije aminozuren terecht
  • die aminozuren kunnen worden ingebouwd in het lichaam door middel van eiwit synthese
  • die aminozuren die ingebouwd zijn in het lichaam kunnen ook weer vrijgemaakt worden, door middel van proteolyse
  • en het teveel aan stikstof moeten we kwijt en dat gebeurt via de ureum cyclus (het ureum plas je uit en het CO2 wat ontstaat adem je uit)
  • ook gaan de aminozuren naar allerlei stoffen zoals hormonen en porfyrines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoeveel gram eiwit turnover per dag?

A

ongeveer 280 gram en dat is ongeveer 20% van ons rustmetabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

eiwit behoefte van een gezonde volwassene:

A

minimum: 0,65 gram per kilogram per dag
wat wordt aangeraden: 0,83 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom is er die eiwit turnover?

A

het is een mechanisme om beschadigde, verkeerd gevouwen of overbodige eiwitten te verwijderen en te vervangen door nieuwe functionele eiwitten.
en tijdens vasten/ziekte wordt de skeletspier gebruikt als eiwit bron om andere weefsels van aminozuren te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

positieve stikstof balans:

A

N-intake > N-verlies:
- groei
- wond genezing
- zwangerschap
- bodybuilding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

negatieve stikstof balans:

A

N-verlies > N-intake:
- ondervoeding/vasten
- grote wonden/brandwonden
- koorts
- cachexie (bijv. kanker, COPD)
- hyperthyroidisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar vindt de ureum cyclus plaats?

A

in de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

detoxificatie van ammoniak, 2 manieren:

A
  • ureum cyclus, ongeveer 80-90% van alle ammoniak wordt op die manier verwerkt tot ureum
  • glutamine synthetase, zet de laatste restjes ammoniak om in glutamine
17
Q

een acuut heel hoog ammoniak kan leiden tot…

A

neurotoxiciteit en hersenoedeem

18
Q

bij welke mensen zie je chronisch een te hoog ammoniak?

A

bij mensen die een niet goed functionerende lever hebben. vaak door alcohol misbruik. daarbij is geen hersenoedeem te zien.

19
Q

hoe ontstaat dat hersenoedeem bij acuut te hoog ammoniak?

A
  • het ammoniak komt de hersenen in
  • daar werkt glutamine synthetase heel hard, waardoor heel veel glutamine wordt gevormd
  • en die glutamine leidt tot het hersenoedeem
20
Q

effect op de hersenen bij chronisch te hoog ammoniak?

A
  • ammoniak komt de hersenen binnen
  • doordat het langzaam ontstaat, en dus over de tijd steeds hoger wordt, is het glutamine synthetase niet actief/uitgeschakeld in de hersenen.
  • daardoor ontstaat hepatische encephalopathie
21
Q

definitie hyperammoniemie:

A

bij volwassenen en kinderen: > 50 micromol/L
bij pasgeborenen: > 80 micromol/L

22
Q

oorzaken hoog ammoniak:

A

er zijn heel veel verschillende oorzaken. het heeft te maken met een niet goed werkende ureum cyclus of dat de ureum cyclus helemaal wordt overgeslagen.

23
Q

voorbeelden van oorzaken:

A
  • hepatocellulaire disfunctie
  • shunt in de lever
  • infectie ureasesplitsende bacteriën (infectie/sepsis)
  • distale renale tubulaire acidose (nier-darm problematiek)
  • bepaalde medicatie
  • na gastric bypass
  • erge eiwit ondervoeding
  • erfelijke metabole ziekten
24
Q

klinische symptomen van hyperammoniëmie:

A
  • in neonaten: progressieve sufheid, slecht drinken, braken, hypotonie, convulsies
  • in kinderen en volwassenen: hoofdpijn, anorexie, braken, buikpijn, tremor, ataxie, convulsie, veranderd bewustzijn, coma, geprikkeldheid, psychose
25
Q

tijdens een hyperammoniëmie:

A

het ademcentrum wordt geprikkeld, dus je ziet vaak hyperventilatie

26
Q

indicaties voor ammoniakbepaling:

A
  • encefalopathie (suf, coma)
  • neurologische symptomen
  • onbegrepen psychiatrie
  • verminderde leverfunctie
  • sepsis
  • ernstig ziek zijn
27
Q

er zijn een aantal erfelijke stofwisselingsziekten waarbij een eiwit beperkt dieet ingezet wordt als eerste keus behandeling.

A

28
Q

erfelijke stofwisselingsziekten:

A

ergens in het lichaam een enzym dat niet goed werkt.
daardoor krijg je stapeling van (toxische) metabolieten en je krijgt tekorten van andere metabolieten.
en beide kunnen ze aanleiding geven voor symptomen

29
Q

behandeling van een hoog ammoniak: 2 doelen

A
  • zorgen voor anabolisme
  • zo veel mogelijk ammoniak en stikstof uit het lichaam verwijderen
30
Q

behandeling hoog ammoniak, anabolisme creëren:

A
  • geef voldoende energie
  • vermijd tekort essentiële aminozuren en vitamines/mineralen
  • behandel onderliggende oorzaak die energie kost (bijv. koorts)
31
Q

behandeling hoog ammoniak, verwijdering van ammoniak/stikstof:

A
  • geef zo min mogelijk eiwit via de voeding
  • geef stikstofscavengers
  • geef aminozuren die essentieel zijn voor de ureumcyclus en carnitine
  • lactulose/rafaximin
32
Q

wanneer overweeg je een hemodialyse?

A

als iemand een ammoniak heeft > 200 micromol/L

33
Q

belangrijk bij UCD (ureum cyclus defecten):

A
  • een dieet wat zo veel mogelijk van die ontregelingen voorkomt
  • zo weinig mogelijk stikstof, dus zo min mogelijk natuurlijk eiwit, maar pas op dat het niet te laag wordt
  • voorkomen van tekorten aan essentiële aminozuren, vitamines en mineralen
  • voorkomen catabolie (voldoende calorieën, stabiel gewicht, verdelen over de dag en soms zelfs sondevoeding in de nacht)
34
Q

PKU:

A

phenylketonurie
te weinig of geen phenylalanine hydroxylase (PAH)
pathogene mutaties in het PAH-gen
autosomaal recessieve aandoening
1 op de 18.000

35
Q

dieet bij PKU:

A

beperkt phenylalanine
verrijkt met tyrosine