HC1.4: stress en ondervoeding Flashcards
intermediair metabolisme:
alle reacties die betrokken zijn bij het vrijmaken van en de opslag van chemische energie uit de stoffen afkomstig uit voeding. en het gebruik van die energie in cellulaire processen
hoeveel kcal opslag in iemand van 70 kg:
133.600 kcal
anabolisme:
de reactie na de maaltijd, die er op gericht is om voedingsstoffen op te slaan. dat zorgt voor toename van de lean body massa en de toename van het vetweefsel.
tijdens anabolische reacties:
- aminozuren worden opgeslagen als eiwitten (eiwitsynthese)
- koolhydraten worden vooral opgeslagen in glycogeen (glycogeen synthese)
- vetzuren worden opgeslagen in triglyceriden (lipide synthese)
- te veel koolhydraten worden opgeslagen in triglyceriden en dan heb je liponeogenese
liponeogenese:
er worden nieuwe vetten gemaakt vanuit koolhydraten/suikers
catabolisme:
gebeurt als je langer vast. dan krijg je alle metabole reacties die er toe leiden dat energie wordt vrijgemaakt, vooral glucose.
je gaat ook spiermassa afbreken wanneer je catabool bent.
wat gebeurt er als je catabool bent?
- triglyceriden worden afgebroken tot vrije vetzuren. die vetzuren kunnen direct worden gebruikt door weefsels die niet tot het CZS behoren. van die vrije vetzuren kunnen ook ketonen gemaakt worden en die kunnen dan in het CZS direct als brandstof worden gebruikt. die ketogenese gebeurt pas als je heel lang vast.
- spieren worden afgebroken tot eiwitten en daarna aminozuren. die aminozuren kunnen gebruikt worden voor de gluconeogenese, om opnieuw glucose te maken. glucose kan meteen door het CZS gebruikt worden.
belangrijkste hormoon voor de anabolistische fase:
insuline
insuline wordt afgegeven door:
pancreas
insuline:
- het stimuleert de glucose uptake in de cellen (vooral in lever en spieren)
- stimuleert de aanmaak van eiwitten en de lipogenese
- het zorgt voor directe remming van glycogenolyse, lipolyse en proteolyse
- insuline zorgt voor behoud van voldoende spiermassa en eventuele aanmaak als dat nodig is.
- en het zorgt ervoor dat vet opgeslagen wordt
- zorgt voor glycogeen synthese (glycogeen wordt gemaakt)
- stimuleert elektrolyten uptake in de cel
- het onderdrukt alle catabole processen
insuline bindt aan…
insuline receptor, waarna een hele cascade in gang wordt gezet. daardoor krijg je translocatie van de GLUT4 receptor aan het celmembraan. en daardoor kan glucose makkelijker de cel in.
wat gebeurt er pancreas insufficiëntie/geen insuline?
diabetes, dus je kan geen glucose meer opnemen. er is een teveel aan glucose in het bloed.
bij catabolisme is het belangrijkste hormoon:
glucagon, wordt ook in de pancreas aangemaakt. glucagon afgifte wordt direct geremd door insuline afgifte
andere hormonen die van belang zijn in de catabole fase:
stresshormonen, dus (nor)adrenaline, cortisol, groeihormoon en schildklier hormoon
contra regulerende hormonen:
(nor)adrenaline, cortisol, groeihormoon en schildklier hormoon
de stresshormonen worden aangemaakt in:
de bijnier
buitenste deel bijnier:
cortex
binnenste deel bijnier:
medulla
de cortex maakt:
cortisol, testosteron, aldosteron
de medulla maakt:
noradrenaline en adrenaline
aansturing bijnier:
vanuit de hersenen, de hypofyse geeft de allerbelangrijkste hormonen af en dat gebeurt door impulsen die door de hypothalamus worden afgegeven.
bij stress:
geeft de hypofyse het hormoon ACTH af. en dat ACTH stimuleert direct de bijnier om cortisol aan te maken. en dat remt weer die hypofyse, dus negatieve feedback
cortisol is een glucocorticoid:
dat is omdat het een belangrijke rol heeft in de glucose homeostase.
directe effecten van cortisol:
- het stimuleert de afbraak van eiwitten (vooral in de spier)
- het stimuleert de afbraak van vetten naar vrije vetzuren
- op die manier maakt het zowel glucose als vet vrij om te gebruiken als brandstof
het glucocorticoid cortisol stimuleert de afbraak van eiwit en lipiden om zo de glucosespiegels in het bloed op peil te houden en mobiliseert bovendien de vrije vetzuren als brandstof voor de spieren en andere organen.
…
werkt cortisol acuut?
nee, dat duurt even voordat het op gang komt
werken adrenaline en noradrenaline acuut?
ja
adrenaline en noradrenaline zorgen voor:
- dat glycogeen direct wordt omgezet in glucose
- afbraak van vrije vetzuren
- stimuleert gluconeogenese
stress:
elke lichamelijke verandering die de stabiliteit van het interne milieu van het lichaam dreigt te verstoren
voorbeelden lichamelijke stress:
- verwondingen
- infecties
- septische shock
- hartinfarct
- chirurgische ingrepen
syndroom van Cushing:
- mensen worden obees zonder heel veel te eten
- chronisch te veel ACTH of cortisol
- spierafbraak
bij een langdurige ziekte/aandoening zullen…
de hoge cortisol en catecholamine spiegels er voor zorgen dat de spiermassa zal afnemen
bij langdurig vasten:
- gaan de vrije vetzuren en de ketonlichamen, hoe langer hoe meer, als belangrijkste energiebron van het lichaam fungeren
- probeert het lichaam zo een verdere afbraak van spieren te voorkomen
vlak na de maaltijd:
- wordt glucose in de meeste weefsels gebruikt als de belangrijkste voedingsstof (insuline gaat omhoog)
- 4 tot 12 uur na de maaltijd gebruiken de hersenen glucose, en spieren en lever gebruiken vetzuren (glucagon gaat omhoog)
- 12 uur tot 16 dagen vasten: hersenen gaan glucose gebruiken en later ook ketonlichamen. de lever gaat vetzuren verbranden. de spieren ook vooral vetzuren en soms daarna ketonlichamen
- na meer dan 16 dagen vasten: hersenen ketonlichamen en spieren alleen vetzuren
uiterlijke kenmerken ondervoeding:
- lage BMI
- spieratrofie
- oedemen
- geen