HC.2 - Basale radiobiologie Flashcards

1
Q

Welke soort stralingen zijn er en welke is meest doordringend (volgorde boven beneden)

A
  • Gamma (y-straling)
  • Neutronen (protonen)
  • elektronen (b-straling)
  • Heliumkern (a-straling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt DNA schade via ioniserende straling?

A

2 pathways:
1. Directe actie
2. Indirecte actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt de directe actie pathway?

A

Er is radiatie -> DNA schade -> Cell gaat hier aan dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt indirecte actie pathway?

A

Er is radiatie -> er ontstaan vrije radicale -> DNA Schade -> Cel dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt het met vrije radicale?

A

Ionisatie zorgt dat er elektron van H2O afgaat en er dus H+ en OH-radicaal ontstaan, wat reactief is en met andere moleculen kan reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt LET: linear energie transfer?

A

Je hebt low LET tracks en high LET tracks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet low LET eruit?

A

wild patroon van ionisatie (gamme straling), dits minder efficient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet high let eruit?

A

1 hoog geconcentreerde straal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom lage LET in kliniek?

A

Economische reden, hoge LET is duur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt bestraald? en waarom

A

In fracties, om gezonde weefsel te laten herstellen, en tumor cellen alsnog dood te laten gaan. Dit wordt berekend. Tumor mogen niet herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly