HC SPONDYLOLYSIS EN SPONDYLOLISTHESIS Flashcards
Wat is spondylolyse?
Een defect in de pars interarticularis van de wervel, een plaats waar geen bot aanwezig is (lytic).
Wat is spondylolisthesis?
Een aandoening waarbij een wervel naar voren is geschoven ten opzichte van de onderliggende wervel.
Wat is anterolisthesis?
Voorwaarts glijden van een wervel, bijvoorbeeld L4 voor L5.
Wat is retrolisthesis?
Achterwaarts glijden van een wervel.
Wat zijn de types van spondylolisthesis?
Type 1: Congenitaal, Type 2: Isthmisch, Type 3: Degeneratief, Type 4: Traumatisch, Type 5: Neoplastisch.
Wat zijn de graden van spondylolisthesis?
Graad 1: <25%, Graad 2: 25-50%, Graad 3: 50-75%, Graad 4: 75-100%, Graad 5: spondyloptosis.
Hoe wordt het percentage glijden gemeten?
Wervel wordt verdeeld in 4 regio’s op posterior lijn, de verplaatsing bepaalt de graad.
Wat is de prevalentie van spondylolyse/spondylolisthesis?
Komt voor bij 4-6% van de populatie, vaker bij mannen.
Wat verhoogt het risico op spondylolyse?
Repetitieve hyperextensie, vooral bij gymnasten.
Wat is de pars interarticularis?
Dun gedeelte van het bot onder de facetgewrichten, betrokken bij spondylolysis.
Welke locatie is het vaakst aangedaan bij spondylolisthesis?
82% op L5-S1, gevolgd door 11% op L4-L5.
Wat is de pathoanatomie van spondylolisthesis?
Verlies van stabiliteit door krachten en oriëntatie op de wervelkolom, leidt tot glijden.
Welke zenuwwortel is vaak betrokken bij L5-S1 spondylolisthesis?
L5 wortel door foraminale stenose of compressie.
Wat is het verschil in oriëntatie van facetgewrichten bij L5-S1 en L4-L5?
L5-S1 heeft coronaal georiënteerde gewrichten, L4-L5 sagittaal.
Wat zijn symptomen van isthmische spondylolisthesis?
Axiale rugpijn, beenpijn via L5 wortel, soms neurogene claudicatio of cauda-equinasyndroom.
Wat zijn symptomen van degeneratieve spondylolisthesis?
Mechanische rugpijn, neurogene claudicatio, soms cauda-equinasyndroom.
Wat zijn kenmerken van stressfracturen?
Lage rugpijn, oefening-afhankelijk, geen neurologie, terugkerend, Phalen-Dickson sign.
Hoe wordt spondylolisthesis gediagnosticeerd?
RX, CT, botscan, MRI (voor stressfracturen en spinaal kanaal).
Wat zijn niet-operatieve behandelingen?
Fysiotherapie (geen flexie/extensie), NSAID’s, pijnstillers, infiltraties.
Wat zijn indicaties voor chirurgie?
Langdurige pijn, neurologisch tekort, slipprogressie, cauda-equinasyndroom, kinderen met groei-gerelateerde pijn.
Wat zijn chirurgische behandelingen?
Posterolaterale fusie, PLIF, TLIF, decompressie + fusie, met of zonder reductie.
Wat is het succespercentage van operaties bij stressfracturen?
8/10 tevreden na fusie, betere resultaten met pedikelschroeven en solide artrodesis.
Wat zijn de resultaten van decompressie zonder fusie?
6/10 tevreden, risico op progressieve instabiliteit.
Classificatie Wiltse-Newman
- Type 2: isthmic!
- Type 3: degeneratief!