HC 17/ Traumatologie Lower Leg Flashcards
Wat zijn de hoofdmechanismen waardoor er botbreuken ontstaan?
- Tension (pulling)
o Transverse of horizontaal fractuur
o High energy injury (veel kracht nodig) - Compression
o Short oblique = schuine fractuur
o Low energy injury - Bending
o Butterfly fragment – 2 lijnen → stuk ertussen
o High energy injury - Twisting (torsion)
o Spiral
o Low energy injury
(!): zeggen dat het een low of high energy level is
- Low engergie → weinig kracht nodig
o Twist of compressie
- High energie → veel kracht nodig
o Tension of bending
Wat zijn de kenmerken van een stressfractuur?
Ontstaat door herhaalde belasting, vaak bij atleten, zonder duidelijke impact
Wat is het verschil tussen een direct en een indirect trauma bij botbreuken?
Direct: kracht werkt direct op bot; Indirect: kracht wordt doorgegeven via omliggende structuren
Hoe onderscheiden we compleet van incompleet breuken?
- Compleet = separatie bot => splitst in twee of meer fragmenten
- Incompleet
o Greenstick fractuur (kind periost intact → breken maar botten blijven naast elkaar)
o Compressie fractuur
Wat is het verschil tussen niet-verplaatste en verplaatste fracturen?
Non-displaced: fragmenten blijven in contact; Displaced: fragmenten verschoven
- Non-displaced (twee delen van het bot zijn nog in connectie met elkaar)
- Displaced
o Translatie
o Angulatie
o Rotatie – niet aandenken, als niet weten → voet in de foute richting
o Lengte
Wat zijn de verschillen tussen gesloten en open fracturen?
Gesloten: huid intact; Open: huid/weefsel doorbroken, met infectierisico
- Gesloten => geen opening in de huid en spier
- Open => Gustilo classification – 3 categoriën nodig voor behandeling
Hoe verloopt de primaire genezing van botten?
Start in periost, vereist goede vascularisatie en intact periost/endosteum
Wat houdt secundaire botgenezing in?
Heling van binnen naar buiten
Hematoomvorming → fibrocartilagineuze callus → boney callus → remodellering
Welke factoren beïnvloeden de genezingstijd van een fractuur?
Leeftijd, type fractuur, open/gesloten, nabijheid gewrichten, risico op delayed/non-union
- Meerdere factoren
o Leeftijd (bij een kind zal een fractuur sneller genezen dan bij een volwassene)
o Type fractuur
o Open/gesloten (open fractuur geneest trager dan gesloten fractuur)
o Lokalisatie – dicht bij gewricht sneller genezen - Delayed union (wanneer het meer dan 6 maanden duurt)
- Non union (meer dan één jaar, zal waarschijnlijk niet meer genezen)
o Atrofisch – einde elkaar niet raken
o Hypertrofisch → bot einde verbreed, maar geen genezing
Wat zijn de AO-principes bij fractuurfixatie?
Anatomische reductie, stabiele fixatie, behoud bloedtoevoer, vroege mobilisatie
Wat zijn de belangrijkste materialen en technieken voor fractuurfixatie?
Schroeven, platen, tension band, intramedullary nail
Externe fixator => bij open fractuur risico infectie => niets in bot achterlaten (hier goede wondroos kunnen toepassen)
Wat is het algemene beheer voor open fracturen? !!!
Debridement, antibiotica, externe fixatie ((tijdelijk) wondzorg), zachte weefselbedekking (plastische chirurg)
Evt als laatste stap interne fixatie
Wat zijn enkele kenmerken van heupdislocaties?
Hoge-energie trauma, posterior dislocatie vaakst, risico op zenuwletsel, osteonecrose
Mechanisme
- High velocity trauma, dashboard trauma
- Post THP (= totale heupprothese)
- +- breuk acetabulum
Symptomen
- Shortening (1 been korter)
- Endorotatie
- Flexie
- Pijn (veel)
Technische onderzoeken
- RX (inlet, outlet, iliac, foraminal view)
- CT (acetabulum)
Posterieure dislocatie
- 90% heup dislocatie ((!) 90% van de heupdislocaties zijn posterieur)
o Bestuurder, val
o Complicatie: emergency!
10% n. ischiadicus laesie
Fractuur acetabulum (stabiliteit)
Osteonecrose +- sepsis
Cartilage lesions, arthrose
- Diagnose
BEHANDELING posterior
- Reductie, urgent
- Operatie (interposition, fractuur, instbailiteit)
o Bij vasculaire necrose → volledige nieuwe heup
o Bij acetubulum fractuur – moeilijke operatie
- 4-6 weken NWB (= non weight bearing)
- 6 weken tractie if not stable
Anterior
- Zeldzaam (12% dislocatie)
- Cave: A.V.N. femoralis
- Lesion femurkop
o 20% tot 70% femurkop fractuur
o Kraakbeenlaesie
- Vaak in jonge pt, veel kracht nodig om te reduce
Welke soorten proximale femurfracturen worden onderscheiden?
Neck: Subcapitale of transcervicaal neck
intertrochanterische,
subtrochanterische fracturen
Wat zijn de klinische kenmerken van een femur shaft fractuur?
Hoge energie trauma (altijd!), bloedverlies, fragmenten afwijkend gepositioneerd
Kliniek: zwelling + deformiteiten
Wat is het triade van het vet emboliesyndroom en waarom is het belangrijk?
Respiratoire distress, mentale veranderingen, petechiën; spoedsituatie met 15% mortaliteit
=> Dit blijft 24-72h na de initiële injury in patiënten met lange botfracturen
- Fataal in 15% van de patiënten (EMERGENCY)
- Behandeling is supportive therapie
- Preventie is vroege stabilisatie (binnen de 24h)
Wat zijn de varianten van distale Femorale fracturen?
Plateau tibiale, shaftfractuur,
- = infra/Supracondullaire fractuur
- Mechanisme of injury
o High energy bij jonge patiënten
o Low energy bij oudere patiënten - Diagnose
o CT -scan: intracondylaire extensie - Behandeling
o Plaatfixatie - Complicaties (door secundaire artrose problemen)
o Non union
o Stijfheid
o Pijn
Hoe wordt de Denis-Weber classificatie gebruikt bij enkelfracturen?
Weber A: onder syndesmose; B: op niveau; C: boven syndesmose
Weber A → conservatief/walker boot
Weber B → afhankelijk van talus tilt
Weber C → syndesmotische laesie → altijd operatie
Syndesmosys: area waar de fibula aan de tibia is
Wat is het mechanisme en de basale aanpak voor een calcaneusfractuur?
Val op hiel, vaak conservatief met gips, soms operatie; let op zenuwletsel
- Mechanisme
o Val op hiel
o Vaak als van brug springen
o CAVE L5 - Symptomen
o Zwelling
o Pijn - Behandeling - conservatief
o Cast
o OS en cast (3 maanden)
Wat is een Lisfranc dislocatie en waarom is deze situatie urgent?
Dislocatie in voet, kan leiden tot instabiliteit en functionele problemen
Als missen niet meer kunnen behandelen
Wat zijn de kritische elementen bij een knie dislocatie?
Orthopedisch en vasculair urgent, risico op poplitea en zenuwletsel
Welke punten behoren tot het klinisch onderzoek bij een compartimentsyndroom?
6 P’s: Paresthesie, Pijn, Parese, Pinke kleur, Puls, verhoogde druk
pain, pallor (= bleek) , paralysis, paresthesia, pulselessness, and poikilothermia (cold limb)
GESCHIEDENIS
- Accident mechanisme
- Discrepantie van pijn > niet wachten tot alle P’s, disproportionele pijn → denken aan compartimentsyndroom
- Time frame
Als de 6 p’s er zijn, ben je te laat
Je moet handelen voor de 6 p’s er zijn
- Aanvullend voor geschiedenis en klinische bevindingen
- Bij niet-coöperatieve patiënten:
o Verdoofd, dronken, anesthesie, hoofdwond, 1/5 in Antwerpen gebruiken drugs
o => meten druk in het compartiment, als te hoog → openen
Kan verschil zijn om been te verliezen, of schade
Wat zijn de gevolgen van een onbehandeld compartimentsyndroom?
- Ischemische myonecrose
o Ischemie spiercontractuur - Ischemische neuropathie
- Crush syndroom
o Rhabdomyolyse
o Nierfalen
o => sterven (moment als iemand onder het puin halen, en er terug bloed komt)
Hoe wordt de Gustilo-classificatie bij open fracturen toegepast?
Classificatie I-III, gebaseerd op wondgrootte, contaminatie, vasculaire betrokkenheid
IIIA-B-C: grote wonde (totaal geen coverage)
Letter hangt af van contaminatie en vascular injury je hebt plastische chirurgie nodig
Beter te behandelen <-> meer kans infectie en moeilijker
Manier om problemen te herkennen
Belang: refers to behandeling van patiënt en risico om been te verliezen, IIIC likely om been te verliezen
3/ groepen: alle hebben open fractuur
I: in-out problem, bot is door de huid, maar terugin het lichaam gegaan
II: zelfde, maar grotere wond
BEHANDELING
- Debridement
- AB
- Vroege tijdelijke classificatie
- Zacht weefsel bedekking
- Definitieve stabilisatie
- Amputatie