HC RADICULOPATHIE VS PERIFEER PIJNSYNDROOM Flashcards

1
Q

Wat denkt een patiënt bij beenpijn?

A

Beenpijn → neurologische compressie → discus hernia → MRI; patiënt denkt aan directe link tussen pijn en nood aan MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom moet een differentiaaldiagnose worden gemaakt bij beenpijn?

A

Omdat er veel oorzaken van beenpijn zijn en een MRI niet altijd nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de verwachte bevolkingsgroei >65 jaar in België tussen 2010 en 2040?

A

Van 17,8% in 2010 naar 25% in 2025, met 700.000 extra mensen ouder dan 65 in 2040.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent uitstralende pijn naar beneden in het been?

A

Hoe verder de pijn uitstraalt, hoe groter de kans op radiculopathie of zenuwinvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen radiculaire en gerefereerde pijn?

A

Radiculaire pijn is door zenuwwortellaesie met segmentaal patroon; gerefereerde pijn is via convergentie van zenuwen in CZ.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van radiculaire pijn?

A

Dermatomaal patroon, sensorische tekorten, spierzwakte/atrofie, verminderde reflexen, laesie van zenuwweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke spieren kunnen aangedaan zijn bij radiculaire pijn (S1, L5, L4)?

A

S1: gastrocnemicus/peroneus; L5: tibialis ant./extensor hallucis longus; L4: quadriceps.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een voorbeeld van gerefereerde pijn?

A

Myocardinfarct met pijn in arm, schouder, kaak of rug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van gerefereerde pijn?

A

Geen rustpijn, wel bewegingspijn, lokale drukgevoeligheid, triggerpunten, geen sensorische uitval of spierzwakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de ‘Convergence-Projection Theory’?

A

Sensorische neuronen projecteren op zelfde CZ-gebied → hersenen kunnen oorsprong pijn niet onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het effect van variaties in het aantal lumbale wervels?

A

Kan compressie op zenuwwortel geven → radiculopathie, geen gerefereerde pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke zenuwen innerveren het SI-gewricht?

A

Ventrale rami L4-L5 en dorsale rami L5-S2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt SI-pijn gediagnosticeerd?

A

Geen pathognomonische test; 3+ positieve tests verhoogt waarschijnlijkheid, infiltratie ter bevestiging (Fortin-gebied).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn symptomen van heupartrose?

A

Liespijn (90%), bilpijn (80%), kniepijn (70%), manken (60%), distale kniepijn (47%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het Trendelenburg-teken?

A

Doorzakken bij éénbeenstand → zwakke gluteus medius → indicatief voor heupprobleem, geen radiculopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van bilpijn met uitstraling naar de dij zonder radiculopathie?

A

Beknelling van de n. ischiadicus in pelvisregio; diagnose via exclusie.

17
Q

Wat zijn kenmerken van compressie van de laterale femorale zenuw?

A

Brandend/gevoelloos gevoel anterolateraal dij, verergerd door langdurig wandelen/fietsen, iatrogeen/obesitas.

18
Q

Hoe behandel je compressie van de laterale femorale zenuw?

A

Conservatief (infiltratie, preventie) of chirurgisch (release, transsectie).

19
Q

Wat zijn kenmerken van trochanter major pijnsyndroom?

A

Lokaal gevoelig, vaak bij vrouwen 40-60j, geassocieerd met gluteus medius/minimus tears.

20
Q

Wat is de behandeling van trochanter major pijnsyndroom?

A

Conservatief: stretching, injecties; chirurgisch: bursectomie of peesherstel.

21
Q

Wat zijn kenmerken van hamstringblessure?

A

Insertie op tuber ischiadicum, vaak bij voetbal, leidt tot pijn in de bil of achterkant dij.

22
Q

Wat zijn tekenen van vasculaire oorzaak van kuitpijn?

A

Krampachtig, eenzijdig, bij inspanning, oplosbaar met rust; controle van pulsaties en enkel-arm index vereist.

23
Q

Waarom moet je denken aan DVT bij beenpijn?

A

Beenpijn kan ook veroorzaakt worden door diep veneuze trombose; altijd differentieel denken.

24
Q

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van mononeuropathie in het been?

A

Compressie van de n. peroneus bij fibulakop door gips, cyste, benen kruisen → dropvoet.

25
Hoe onderscheid je peroneuscompressie van L5-radiculaire dropvoet?
L5 geeft ook dorsum voet hypo-algesie, andere patroon; klinisch differentiëren nodig.
26
Wat zijn kenmerken van diabetische polyneuropathie?
Symmetrisch, bilateraal, distaal startende pijn, dysesthesie, voetulcera.