HC. 9 - Pathologie van schildklieraandoeningen Flashcards
1
Q
Embryonale herkomst cellen schildklier en bijschildklieren
A
Schildklier: endoderm
Bijschildklier: ectoderm
2
Q
wat voor mutaties hebben actieve adenomen vaak?
A
TSH receptor mutatie of de daarbijbehorende GPCR
3
Q
Wat voor mutaties zijn er bij adenomen zonder hyperfunctie?
A
RAS mutatie
4
Q
Hoe zijn papillair schildkliercarcinomen te herkennen?
A
- opheldering kernen
- kerngroeven
- orphan Annie’s eye nuclei
- psammoma lichamen (concentrische verkalking)
5
Q
Hoe zijn folliculaire schildkliercarcinomen te herkennen?
A
- Kapsel doorbraak
- hematogene metastase
6
Q
Hoe M Paget herkennen? (VO)
A
Mozaiek lijnen
7
Q
Hoe anaplastische schildkliercarcinoom herkennen?
A
- reuze cellen
- Necrose