H7: Onthouden en vergeten Flashcards
Reminiscentiebult
Blijkbaar worden er meer gebeurtenissen onthouden uit de leeftijdsperiode 10 tot 30 jaar dan uit de periode van 30 tot 60
Geheugen
Het geheugen verwijst naar het feit dat vroegere ervaringen in onze hersenen opgeslagen worden en tot uiting kunnen in ons verdere gedrag
Besparingsmethode
Ebbinghaus berekende de besparing door het aantal beurten bij het opnieuw leren te vergelijken met het aantal beurten bij de eerste keer. Het feit dat er een besparing optrad, betekende dat de originele sporen van de ervaring niet volledig uit het geheugen gewist waren
Vergeetcurve
De relatie tussen de van vergeten en het tijdsinterval sinds het leren
Primaire geheugen (William James, Principles of Psychology)
Het eerste geheugen; de stroom van gedachten in het bewustzijn (stream of consciouness)
kortetermijngeheugen
Secundaire geheugen (William James, Principles of Psychology)
Het 2e geheugen. Het geheugen voor het verleden.
langetermijngeheugen
Declaratieve geheugen
Dit is verantwoordelijk voor de bewuste herinneringen van feiten en gebeurtenissen die men kan verwoorden
Niet-declaratieve geheugen
Dit is verantwoordelijk voor onbewuste vaardigheden die tot uiting komen in het gedrag.
Dit wordt ook wel het procedurele geheugen genoemd, het geheugen voor de manier waarop we handelingen moeten uitvoeren
Implicite geheugen
Volgens sommige auteurs bevat het niet-declaratieve geheugen echter meer dan het puur motorische en bevat het alle geheugenfenomenen waarvoor het bewustzijn niet nodig is. Hieronder vallen perceptueel leren, priming en implicite conditionering.
Implicite geheugen wordt zo genoemd omdat we ons niet bewust zijn van het declaratieve geheugen.
welk onderscheid wordt er gemaakt in het declaratieve geheugen?
- Episodisch geheugen
- Semantische geheugen
Episodische geheugen
Het geheugen voor gebeurtenissen die we zelf meegemaakt hebben. Herinneringen in dit geheugen bevatten altijd informatie of de plaats en de tijd waarin de gebeurtenis zich voordeed
Semantische geheugen
Het geheugen voor feiten en kennis van de wereld.
Bij deze informatie is het niet belangrijk wanneer en waar ze verworven werd; deze informatie zit dan ook niet opgeslagen in het semantische geheugen.
Welke 3 hoofdstadia zijn er om onderscheid te maken in het geheugenproces?
- Verwerving
- Bewaren
- Oproepen
Verwerving
Ook wel coderen genoemd. Dit is het initiële leren van informatie en vormt het eerste stadium in het geheugenproces
Bewaren
Bewaren vereist veranderingen in het zenuwstelsel die het mogelijk maken om informatie vast te leggen. Wanneer een dergelijke verandering plaatsvindt, spreken van een geheugenspoor dat gevormd werd
Oproepen
Dit is het proces waarbij informatie uit het geheugen gehaald en gebruikt wordt
Wat zijn metaforen
Dit zijn beelden die helpen om de werking van het geheugen gemakkelijker te begrijpen
Sensorische geheugens
1 voor elk zintuig. Deze houden gedurende zeer korte tijd de informatie bij die de zintuigorganen bereikt heeft.
Informatie uit de zintuigorganen gaat via het zenuwstelsel naar de hersenen die haar zullen interpreteren. Voor deze interpretatie is het noodzakelijk dat de informatie even blijft hangen.
De sensorische geheugens kunnen heel veel informatie tegelijk gedurende een korte tijd onthouden
Iconische geheugen
Dit is het sensorische geheugen voor visuele stimuli.
Het iconische geheugen lijkt beperkt te zijn (ongeveer 1 seconde)
Echoische geheugen
Dit is het sensorische geheugen voor auditieve stimulatie; Dit geheugen lijkt iets langer te duren dan het iconische geheugen
Men schat dat het 2 tot 4 seconden bewaard wordt
Het is dus niet verwonderlijk dat een auditief nabeeld (een echo) een beetje langer duurt
Kortetermijngeheugen (KTG)
Het KTG houdt de informatie vast waar we ons op elk moment bewust van zijn, zoals de woorden die we nu lezen.
Welke kenmerken typeren het kortetermijngeheugen volgens Atkinson en Shiffrin?
- De beperkte capaciteit
- de fragiliteit van de geheugencode
Langetermijngeheugen (LTG)
In tegenstelling tot het KTG kreeg het LTG een nagenoeg onbeperkte capaciteit toegemeten. Ook werd er verondersteld dat vergeten erin heel traag gebeurde
Hoe breng je informatie over van het KTG en LTG?
Er is veel herhaling (rehearsal) nodig in het KTG
Seriele positiecurve
Dit is een grafiek die aantoont hoe goed een item onthouden wordt afhankelijk van zijn plaats in de stimulusreeks
Voorrangseffect (primacy effect)
Het kunnen herinneren van de eerste 3 of 4 items uit een lijst. Volgens Atkinson en Shiffrin komt dit tot stand doordat de proefpersonen in staat waren om de eerste woorden nog een paar keer te herhalen voordat de KTG volgepropt was. Binnen hun model was herhaling in het KTG het belangrijkste mechanisme om informatie over te dragen naar het LTG
Recentheidseffect (recency effect)
De goede herinneringen voor de laatst aangeboden stimuli. Dit wordt het recentheidseffect genoemd en is te danken aan het feit dat de laatste stimuli op het moment van de test nog in het KTG zitten waar personen het makkelijk uit kan halen.
Men kan de recentheidseffect makkelijk laten verdwijnen door proefpersonen een paar seconde achterwaarts te laten tellen.
Welke centrale functie heeft het KTG binnen het geheugenmodel van Atkinson en Shiffrin?
Enkel de informatie uit de sensorische geheugens die het KTG binnegeraakt, wordt verwerkt en gecombineerd met informatie uit het LTG. Vervolgens draagt het KTG de informatie over naar het LTG. Het KTG is ook nodig om informatie uit het LTG op te halen
Uit welke 3 componenten bestaat het werkgeheugen?
- Centrale verwerker
- Fonologische lus
- Visuopatiaal schetsblad
Waar komt de fonologische lus grotendeels mee overeen?
Deze komt grotendeels overeen met het KTG in het model van Atkinson en Shiffrin en is een tijdelijk opslagsysteem voor woorden in gesproken vorm.
Uit welke 2 componentent bestaat de fonologische lus en waarom?
- Fonologische opslagplaats voor de opslag van informatie
- Een articulatorisch herhalingsproces voor het verversen van deze informatie.
Dit is omdat de informatie tamelijk snel vervalt als we het niet herhalen.
Wat is het visuopatiaal schetsblad?
Dit is ook een tijdelijk geheugensysteem waarin visuele en ruimtelijke informatie opgeslagen wordt. Ook deze informatie is aan verval onderhevig en moet ververst worden.
De opslag gebeurt in de visuele opslagplaats, het verversen door de innerlijke schrijver.
Wat is de centrale verwerker en waar zorgt het voor?
Dit is gelijk aan het controle systeem. (zie hoofdstuk5)
De centrale verwerker zorgt ervoor dat we:
- Onze aandacht kunnen verdelen over de verschillende taken die aan de gang zijn
- Sommige stimuli kunnen selecteren,
- Andere stimuli kunnen negeren,
- Informatie uit het LTG kunnen oproepen
Dubbeltaken
Hierbij moeten proefpersonen 2 taken tegelijk uitvoeren: een taak waarin men geïnteresseerd is, en een taak die een component van het werkgeheugen selectief belast