H6: Conditioneren en leren Flashcards
Leren
Dit kan je omschrijven als een relatief permanente verandering in gedrag of kennis ten gevolgen van ervaring.
We spreken over relatief permanent omdat we niet alles onthouden wat we geleerd hebben.
Welke 3 vormen van leren zijn er?
- Klassieke conditionering
- Operante conditionering
- Observerendleren
Ongeconditioneerde Respons (OR)
Reflexmatige processen, reacties die automatisch uitgelokt worden door een stimulus.
Ongeconditioneerd Stimulus (OS)
Een reactie die zonder voorafgaand leerproces uitgelokt wordt
Geconditioneerde Stimulus
Nieuwe stimulus die tegelijk gegeven wordt met de oude stimulus
Geconditioneerde Respons (CR)
De nieuwe stimulus-responsconnectie die we gecreëerd hebben door een nieuwe stimulus aan een oude respons te koppelen
Neutrale stimulus
Een stimulus die alleen maar een (alertheids)reactie uitlokt. Hij is dus nog nergens aan gekoppeld
Klassieke conditionering
Dit is een procedure waarbij een oorspronkelijke neutrale stimulus gecombineerd wordt met een ongeconditioneerde stimulus (OS) die een automatische reactie uitlokt. Als gevolg van deze CS-OS, begint de CS na verloop van tijd een respons (CR) uit te lokken die lijkt op de OR
Verwerving
het proces waardoor een geconditioneerde stimulus een geconditioneerde reactie gaat uitlokken
Waar hangt de duur van de verwervingsfase van af?
De belangrijkste factor is de intensiteit van de OS en de ermee gepaard gaande OR: Hoe intenser de OS hoe korter de verwervingsfase
Extinctie (of uitdoving)
Dit is de verzwakking van de CR die optreedt als de CS herhaaldelijk zonder de OS aangeboden wordt.
Spontane herstel
Als na extinctie een aantal conditionering sessies zijn geweest is het weer terug. Minder sessies dan vroeger.
Het geconditioneerde gedrag leer je niet af maar onderdruk je
Stimulusgeneralisatie
De geconditioneerde respons bij een bepaalde geconditioneerde stimulus generaliseert zich naar de andere stimuli die een grote overeenkomst met de geconditioneerde stimulus vertonen
Waar is de stimulusgeneralisatie nuttig voor?
Het beschermt individuen de een grote kans op gevaar vormen
Contiguiteit
Het kort op elkaar volgen van de geconditioneerde en ongeconditioneerde stimulus
Dit was cruciaal voor klassieke conditioneringen maar is niet altijd nodig
Biologische predispositie
Dit houdt in dat sommige associaties makkelijker te leren zijn dan andere.
Er bestaan wel biologische beperkingen op wat een organisme leert.
Blokkering
Blokkering verhindert de aanwezigheid van de geconditioneerde stimulus, die de ongeconditioneerde stimulus voorspelt, de conditionering van andere stimuli
Kan dus geen nieuwe stimuli leren als de eerst geleerde stimuli al betrouwbaar is
Wat is het verschil tussen de S-R en de S-S theorie van klassieke conditionering?
volgens de S-R theorie legt conditionering een directe band tussen de geconditioneerde stimulus en de (geconditioneerde) respons.
Volgens de S-S theorie legt conditionering een band tussen de geconditioneerd stimulus en de ongeconditioneerde stimulus.
Welke visie is bij klassieke conditionering een belangrijke vorm bij associatief leren?
Dat de principes van de klassieke conditionering niet enkel voor het leggen van associaties met stimuli die een ongeconditioneerde reactie uitlokken is, maar voor het leggen van associaties tussen alle mogelijke stimuli.
Wat leert men bij klassieke conditionering?
Dat de samenhang tussen gebeurtenissen in de omgeving is, zonder dat men er iets aan kan doen.
Operante conditionering/instrumentele conditionering
Het veranderen van gedragningen op basis van de gevolgen die ze hebben
Wie zijn 2 grote namen binnen de operante conditionering?
Edward L. Thorndike (1874-1949) en B.F. Skinner (1904-1990)
Wet van effect
Responsen die voldoening gevende gevolgen teweegbrengen zullen herhaald worden en steeds sneller en efficiënter uitgevoerd worden. responsen die onbevredigende gevolgen teweegbrengen zullen niet herhaald worden
Operante respons
Dit is een gedrag dat gevolgd wordt door een bepaald effect in de omgeving
Bekrachtiging
Dit is een verandering in de omgeving die ervoor zorgt dat het voorafgaande gedrag meer kans heeft om opnieuw op te treden
Dit kan gebeuren door het toedienen van een aangename stimulus of door het weghalen van een onaangename stimulus
Straf
dit is een verandering in de omgeving die ervoor zorgt dat het voorafgaande gedrag minder kans heeft om opnieuw op te treden.
Straf kan bestaan uit het toedienen van een onaangename stimulus of het wegnemen van een aangename stimulus
Positieve bekrachtiger
Deze verhoogt de kans op de respons die aan de bekrachtiger voorafgaat doordat hij toegediend wordt
Negatieve bekrachtiger
Deze verhoogt de waarschijnlijkheid van de voorafgaande respons doordat hij weggenomen wordt.