H13: De persoonlijkheid Flashcards
Persoonlijkheid
Is de verzameling van kenmerken die het gedrag, de gedachten en de gevoelens van een individu bepalen. Deze verzameling van kenmerken is stabiel in de tijd en in uiteenlopende situaties. Een deel van deze kenmerken is algemeen menselijk, een deel komt alleen voor bij bepaalde groepen en een deel is specifiek voor het individu. Iedereen heeft een unieke constellatie van kenmerken en heeft daarom een eigen persoonlijkheid
Persoonlijkheidspsychologie
De studie van de persoonlijkheidskenmerken
Wat merkte Singer & Kolligan terecht op?
Dat we ons kunnen afvragen waarom er niemand meer les geeft over cognitieve psychologie, sociale-,ontwikkelings- of abnormale psychologie door zich uitsluitend te baseren op de visies van een aantal beroemde figuren en waarom men dit in de persoonlijkheidspsychologie nog wel doet
Welke factoren komen er naar boven bij de redenering van Singer en Killigan?
- Ten eerste zijn algemene theorieën over de persoonlijkheid grote en uitgebreide theorieën die coherent mensenbeeld vervat zijn.
Dergelijke grootse ondernemeningen passen beter bij een filosofische benadering dan bij een natuurwetenschappelijke benadering waarin elke uitspraak empirisch getoetst moet worden. - Ten 2e is tijdens de 20ste eeuw een verschuiving opgetreden van theorieën over wat mensen gemeenschappelijk hebben naar theorieën over mensen van elkaar verschillen. Deze overgang ging samen met het toenemende individualisme in de westerse samenleving
- Ten 3e is men nog altijd geïnteresseerd in de oorspronkelijke inzichten van de grondleggers omdat ze een grote invloed gehad hebben op de manier waarop men mentale stoornissen behandelden
Als je naar de verschillende visies van de persoonlijkheidstheorieën kijkt, op welke 4 fundamentele punten verschillen ze?
- Het 1e verschil dat de theorie vooral moet gaan over wat mensen met elkaar gemeenschappelijk hebben of over wat hen van elkaar onderscheidt.
- 2 twistpunt is de vraag in hoeverre huidige gedragingen, gedachten en gevoelens gestuurd worden door ervaringen in het verleden. Moet een therapie zich concentreren op het huidige functioneren of op zaken die zich lang geleden afgespeeld hebben?
- 3e vraag is in hoeverre gedragingen bepaald worden door stabiele kenmerken van de persoon die de gedragingen vertoont, of door de omstandigheden waarin de persoon zich bevindt. Moet een behandeling zich richten op het veranderen van de persoon of van de omstandigheden, of op beide (en indien ja hoe)?
- Een 4e vraag ten slotte betreft de mate waarin stabiele verschillen tussen personen, als die bestaan, het gevolg zijn van biologische factoren dan wel verworven werden op basis van een leerproces. Indien het eerste geval is, zal men geneigd zijn om persoonlijkheidsveranderingen door geneesmiddelen te bewerkstelligen; in het laatste geval zal men meer geloven in het leren van een betere aanpak.
Psychoanalyse
is zowel een persoonlijkheidstheorie als een vorm van psychotherapie
De persoonlijkheidstheorie van psychoanalyse
Dit betreft zowel de ontwikkeling van de normale als gestoorde persoonlijkheid.
Wat zijn de centrale begrippen in de psychoanalytische theorie?
Onbewuste conflicten en psychoseksuele ontwikkeling
Wie is de grondlegger van de psychoanalyse?
Sigmund Freud, als arts ontdekte hij dat achter veel klachten van patiënten emotionele conflicten schuilgingen
Wat was de grondgedachten van Freud?
Dat individuen zich meestal niet bewust zijn van de echte redenen van hun gedrag.
Tot welke 3 niveaus van mentale activiteiten kwam Freud?
- Het bewuste
- Het voorbewuste
- Het onbewuste
Bewuste
Datgene waar we opdat moment zelf aan denken
Voorbewuste
Bevat de kennis en de herinneringen waar we niet aan denken, maar wel gemakkelijk in het bewuste gehaald kunnen worden (behalve wanneer ze geblokkeerd worden door krachten uit het onbewuste)
Onbewuste
Is het deel van de geest dat niet zonder meer toegankelijk is voor de mens
Waar was Freud van overtuigd en waarom?
Hij was er van overtuigd dat de belangrijkste krachten van het psychische leven in het onbewuste schuilgaan. In het onbewuste zitten de verborgen seksuele en agressieve driften, die een biologische oorsprong hebben. Deze driften worden omgezet in psychische energie. Daarnaast bevat het onbewuste ook gedachten die zo angstaanjagend zijn dat ze uit het voorbewuste geweerd werden. Freud noemde die gedachten verdrongen ideeën. We hebben geen toegang tot het onbewuste, maar kunnen er zicht op krijgen door oog te hebben voor de waarneembare gevolgen.
Tussen welke 2 grote driften maakte Freud onderscheid?
- Eros:
De algemene levensdrift die ervoor zorgt dat we eten, drinken, liefhebben, vitaal zijn en prestaties leveren - Thantos:
De doodsdrift, gericht op vernietiging of beschadiging. Deze drift ligt ten grondslag van agressie, zelfverwonding, verslaving en het opzoeken van levensgevaarlijke situaties
Wat is de oorsprong van het bewuste en het voorbewuste?
Omdat het erkennen van onze driften door onze opvoeders en de verdere omgeving niet op prijs gesteld wordt zullen er conflicten ontstaan tussen de onbewuste driften en de samenleving en ook binnen het individu.. Om deze conflicten op te lossen, zal een deel van het onbewuste zich losmaken en realiteitszin ontwikkelen.
Hoe maakte Freud onderscheid tussen de interacties van het bewuste en onbewuste?
Es;
volledig onbewust
Ich;
Zowel in het bewuste. voorbewuste en het onbewuste
Uber-Ich;
Idem aan Ich
of in het latijns
id
superergo
ego
Es
Het es is de instantie waar alles ontstaat. Volgens Freud is het Es aanwezig vanaf de geboorte en is het volledig onbewust. Impulsen uit het Es zijn gericht op onmiddellijke bevrediging. Het Es eist een onmiddellijke voldoening van zijn behoeften (voedsel,seksualiteit, etc)
Ich
Omdat het Es op zich niet kan overleven, want het heeft geen oog voor de beperkingen van de realiteit. Door de frustraties die het al vlug ondervindt, groeit uit het Es het Ich om te helpen aan de behoeften van Es te voldoen. Het Ich zorgt voor de waarneming, het redeneren, het leren en alle andere activiteiten die nodig zijn om op een doeltreffende manier met de realiteit om te gaan.
Uber-Ich
Omdat de ontwikkeling van het Ich het mogelijk maakt voor het Es te overleven, maar het niet genoeg is om in een sociale groep te functioneren (het Es is alleen gericht op bevrediging van de eigen behoefte zonder rekening met iets te houden, als het Ich zich alleen maar daar rekening mee zou houden dan zou de persoon een kille, berekende persoon worden die volledig gericht is op het eigen gewin.)
Om het tegen gaan van de sociale tekortkomingen, onstaat er tegelijk met het Ich het Uber-Ich. Het Uber-ich is het deel van de geest dat zich bezighoudt met het onderscheiden tussen “goed” en “fout”. Het Uber-Ich bestaat uit 2 delen: Het Ich-ideaal en het geweten.
Het Ich-ideaal;
streeft naar perfectie en hanteert zeer hoge (soms onmogelijke) normen
Het geweten;
overlaadt om ons met schuld wanneer we we iets verkeerds gedaan hebben, of denken gedaan te hebben.
Terwijl het Es aandringt op vrije expressie van impulsen, treedt het het Uber-ich op als zedenmeester. Daardoor moet het Ich niet alleen onderhandelen tussen het Es en de realiteit, maar ook tussen het Es en het Uber-ich en tussen het Uber-ich en de realiteit.
Omdat het Uber-ich vroeg in het leven gevormd wordt aan de hand van de geboden en verboden van de ouders, zijn de normen ervan tamelijk primitief
Waarom zijn het Es, het Ich en het Uber-Ich voortdurend met elkaar in conflict?
Volgens Freud zijn het Es, het Ich en het Uber-Ich voortdurend met elkaar in conflict. Omdat het Es onmiddellijke voldoening eist, zijn conflicten met de buitenwereld onvermijdelijk. Bovendien verwerpt het Uber-Ich de eisen van het Es, zodat een continu gevecht plaatsvind in de psyche. Het Ich speelt hierbij de moeilijke rol van bemiddelaar
Wanneer wordt de persoonlijkheid van een individu gevormd?
Tijdens de eerste levensjaren. Hier maakt de individu een aantal psychoseksuele ontwikkelingfasen door.
Hoe ontstaan persoonlijkheidsstoornissen volgens Freud?
In elke fase van de ontwikkeling richt het kind zich speciaal op de lichaamszone die op dat moment de sterkste sensatie produceert. Indien het hierbij gefrustreerd raakt, dan zal de persoon een fixatie in die fase vertonen, een overdreven gerichtheid op het lichaamsgebied dat in fase aan bod komt en op de symbolische activiteiten die ermee gepaard gaan. Bij te ernstige frustratie kan zelfs een regressie naar de vorige fase voorkomen. Hieruit volgen dan persoonlijkheidsstoornissen