H16: Gedrag en gezondheid Flashcards
Stress
Is de emotionele en lichamelijke reactie die optreedt wanneer iemand zich probeert aan te passen aan veranderingen die het normale dagelijkse leven verstoren of dreigen te verstoren en die een persoon dwingen om zich aan te passen
Stress
Is de emotionele en lichamelijke reactie die optreedt wanneer iemand zich probeert aan te passen aan veranderingen die het normale dagelijkse leven verstoren of dreigen te verstoren en die een persoon dwingen om zich aan te passen
Wanneer wordt stress een probleem?
Wanneer er te veel veranderingen na elkaar plaatsvinden, wanneer die veranderingen als bedreigend voor het welzijn ervaren worden en wanneer de persoon een gevoel van onvermogen krijgt om de dreiging aan te kunnen. Een dergelijke stressreactie lokt fysiologische veranderingen uit die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid.
Waar bestaat de eerste bron van stress uit?
Belangrijke levensveranderingen (life events) zoals beginnen aan een veeleisende studie, verhuizen naar een andere stad, een nieuwe baan of met een overlijden geconfronteerd wordt.
Elke levensverandering veroorzaakt stress, ook als die verandering positieve gevolgen heeft.
Wat geldt er in het algemeen met stress?
Hoe groter de mate van verandering en aanpassing, hoe groter de stress
Social Readjustment Rating Scale
Dit is een schaal om de invloed van 43 belangrijke levensgebeurtenissen te meten. Deze is ontwikkeld door Holmes & Rahe (1967).
De schaal maakt gebruik van een levensveranderingsscore. Hoe meer stresserend een gebeurtenis was, hoe meer eenheden eraan toegekend werden. De maximum score van 100 werd gegeven aan de dood van de partner.
Rahe stelde vast dat personen met een score van 300 of meer in het afgelopen jaar meer kans hadden op ziekten en ongevallen.
Wat veroorzaakt, naast levensveranderingen, nog meer stress?
De opeenstapeling van kleine irritaties
Waar hangt het effect, van de grote levensveranderingen en opeenstapeling van dagelijkse irritaties, vanaf?
Het effect hang af van de individu. Als een persoon een gebeurtenis als schadelijk of bedreigend percipieert dan is dit een een stresserend gebeurtenis; maar als dezelfde gebeurtenis als irrelevant beschouwd wordt, dan lokt die weinig of geen stress uit.
Life Experience Survey
Een aanpassing van de Social Readjustment Rating Scale, omdat niet iedereen een stressvolle situatie als stress beschouwd.
Welke factoren zijn belangrijk bij het uitlokken van stress?
- Hoe centraal een gebeurtenis is binnen het leven van een persoon. Mensen functioneren in verschillende levensgebieden (familie vrienden, werk, sportclub,…), die zie niet allemaal even belangrijk vinden.
- De mate waarin men overbelast is, Dagelijkse irritaties hebben vooral een impact op drukke momenten; tijdens een rustige periode kan men ze beter aan.
- De mate van ambiguïteit (dubbelzinnigheid) van de situatie. Vooral situaties waarin het niet meteen duidelijk is hoe men moet reageren, zullen stresserend zijn.
- De mate waarin men het gevoel heeft de gebeurtenissen te kunnen controleren. Situaties waar men zelf geen controle over heeft, lokken de meeste stress uit; problemen die men denkt gemakkelijk aan te kunnen, veroorzaken heel wat minder stress
Welke 2 reacties lokt een stressfactor uit in het lichaam?
- Onmiddellijke shockreactie
- Aanpassing op de langere termijn
Waar bestaat de onmiddelijke fysiologische reactie op een stressfactor uit?
Activering van het sympathische zenuwstelsel.
Dit is het deel van het zenuwstelsel dat ons in staat stelt om actie te ondernemen, om ‘te vechten of te vluchten’. De activering start doordat de hypothalamus en een kern in in de hersenstam noradrenaline beginnen af te scheiden. Als gevolg hiervan zal het bijniermerg extra noradrenaline en adrenaline in de bloedbaan loslaten waardoor het sympathische zenuwstelsel een extra stimulus krijgen. Deze activatie zorgt ervoor dat we meer glucose (en dus energie) ter beschikking hebben, dat de alertheid verhoogt, dat er meer bloed vloeit naar de spieren, dat de hartslag en de ademhaling versnellen en er een verminderde activiteit is in het spijsverteringsstelsel
Waarom is er een fysiologische tegenreactie op stress?
Omdat het grote energieverbruik bij een actief sympathisch zenuwstelsel maar slechts een aantal uren volgehouden worden.
Wat is de fysiologische tegenreactie van stress?
De tegenreactie begint in de hypothalamus. Deze stimuleert de hypofyse om het adrenacorticicotrope hormoon (ACTH) in de bloedbaan los te laten. ACTH stimuleert de bijnierschors (het buitenste deel van de bijnier) die meer corticosteroïden gaat afscheiden, waaronder cortisol. De corticosteroïden regelen de glucosvoorraad (bij door vetzuren en eiwitten in glucose om te zetten en door de lever te stimuleren om opgeslagen glucose vrij te geven) zodat energie beschikbaar blijft. Zij zorgen er ook voor dat we niet te veel water en zout verliezen. Op deze manier wordt de homeostase gehandhaafd. De tegenreactie heeft echter ook consequenties, die duidelijk worden wanneer mensen of dieren te lang aan stressfactoren blootgesteld worden. Dan treedt namelijk het algemene aanpassingssyndroom op
Wie ontdekte de fysiologische veranderingen ten gevolge van stress?
Hans Selye tijdens zijn onderzoek met ratten
Uit welke 3 stadia bestaat het algemene aanpassingssyndroom (general adaption syndrome, GAS)?
- De alarmreactie
In dit stadium wordt het sympathische zenuwstelsel geactiveerd om de noodsituatie aan te kunnen. Tegelijk begint de tegenshockreactie ter voorkoming van vitale tekorten
- De weerstandsfase
Er wordt een soort evenewicht bereikt, waarbij een verhoogde sympathische activiteit gepaard gaat met een hoger niveau aan corticosteroïden in het bloed. De corticosteroïden stimuleren de omzetting van vetten en eiwitten in suikers en herstellen de evenwichtsverstoringen die door de sympathische activiteit veroorzaakt worden. De lichaamsfuncties lijken weer op hun normale niveau te zijn, maar tegelijk vindt een erosie plaats. Het herstel van beschadigd weefsel vertraagt en de vorming van afweerstoffen vermindert. Hierdoor wordt het organisme kwetsbaar voor ziektes. Ook de seksuele interesse vermindert. Een nieuwe stressfactor op dit moment kan zware gevolgen hebben.
- De uitputtingsfase.
Uiteindelijk slagen de hormonale en de neurale processen van de tegenreactie er niet meer in om de lichaamsprocessen in balans te houden. De symptomen van de alarmreactie keren terug en het lichaam zet de laatste overlevingsreacties in. Dit resulteert onder andere in een sterk verlaagd activiteitsniveau (lethargie). De situaties kan dusdanig verslechteren dat de dood erop volgt
Chronisch-vermoeidheidssyndroom
Een theorie is dat het algemene aanpassingssyndroom de oorsprong is van het chronisch-vermoeidheidssyndroom.
Dit is een stoornis waarbij mensen aanhoudend vermoeid zijn en niet meer herstellen zoals gewoonlijk. Door een te stresserend leven zouden deze mensen hun reserves uitgeput hebben, waardoor een kleine negatieve gebeurtenis een veel diepgaander effect heeft dan normaal en de volledige balans uit evenwicht brengt
Immuniteitssysteem
Dit systeem is vooral van belang om lichaamsvreemde stoffen te weren. Het vernietigt bijv. virussen en bacteriën. Een hele reeks studies heeft aangetoond dat psychische stress het immuniteitssysteem onderdrukt en dus het risico op het lichamelijke kwalen verhoogt. Door de verminderde werking van het immuniteitssysteem zijn mensen onder stress vooral gevoelig voor infectieziekten.
Wat bleek uit grootschalig onderzoek naar de fysiologische gevolgen van stress?
Uit een grootschalig onderzoek in maastricht blijkt bijv dat werknemers aan wie hoge eisen gesteld worden, vaker verkouden zijn en griep krijgen dan collega’s die minder eisen hoeven te voldoen (Mohren et al) Ook onzekerheid op het werk, door bijv reorganisatie, leidt tot een toename van griep en buikgriep. Tot slot hebben medewerkers in een 24h ploegendiens een grotere kans op infecties dan dagdienstmedewerkers
Wat is een psychologische gevolg van stress?
Blootstelling aan aanhoudende stress verhoogt de kans op negatieve emoties, zoals angst, somberheid, frustratie en woede.
Stemming
Is een emotionele ervaring die langer duurt dan een emotie (gaande van uren tot maanden), minder intens is en minder duidelijk gericht op een bepaalde stimulus
Wanneer spreken we van een stemming?
Als de emoties lang duren en niet langer op een specifieke stimulus gericht zijn.
Het effect van langdurige stress zal zich eerder uiten in een stemming dan een emotie
Waar heeft stress nog meer invloed op? Hoe uit zich dat?
Op het cognitieve functioneren.
Een beetje stress (opwinding) bevordert het prestatieniveau, maar een te hoog niveau vermindert de prestaties. Dan verkleint de mogelijkheid om zich te concentreren, om goed na te denken en de juiste informatie uit het geheugen te roepen.
Yerkes en Dodson-wet
Het verband tussen de mate van motivatie en het prestatieniveau. Dit is 1 van de oudste bevindingen in de wetenschappelijke psychologie.
Deze wet stelt dat er voor elke taak een optimaal niveau van motivatie is. Een zeer lage motivatie is niet goed voor de prestaties, maar dat geldt evenzeer voor een zeer hoge motivatie. Als de opwinding te hoog wordt, dan functioneert een persoon niet goed meer. Omdat de opwinding zowel veroorzaakt wordt door de motivaties als door de taakmoeilijkheid (een moeilijke taak lokt meer opwinding uit dan een gemakkelijke) ligt het optimale motivatieniveau bij een moeilijke taak lager dan bij een gemakkelijke taak. Een hoge prestatiemotivatie helpt vooral bij het correct uitvoeren van gemakkelijke of vervelende taken, die uit zichzelf weinig opwinding veroorzaken.
Welk evidentie is er voor de Yerkes-Dodson-wet
Deze kwam uit een klassieke proef van Taylor. Aan de hand van een angstvragenlijst maakte deze onderzoeker een onderscheid tussen een groep studenten die hoog scoorde op angst en een groep die laag scoorde. De studenten met een hoge score presteerden beter op gemakkelijke taken, maar slechter op moeilijke taken dan de studenten met een lage score. Stress werkt volgens hetzelfde mechanisme als angst. Het veroorzaakt opwinding en daardoor zal een hoge mate van stress vooral negatieve gevolgen hebben voor het uitvoeren van moeilijke taken. Mensen onder stress nemen minder factoren in overweging bij het nemen van een beslissing en zullen in grotere mate onderhevig zijn aan de denkfouten.
Wat is de wisselwerking tussen stress en cognities?
Cognities kunnen de stress verder verhogen doordat iemand veranderingen in de routine te vlug als bedreigend percipieert (ook wel catastrofaal denken genoemd). Men gaat te veel belang hechten aan mogelijke negatieve gevolgen van veranderingen, waardoor elke nieuwe gebeurtenis potentieel bedreigend is.
Welke kans verhoogt stress nog meer?
De kans dat mensen agressief reageren, vooral op personen uit hun gezin
Op welke 2 manieren kan men omgaan met stress (coping)
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen het aanpakken van de stressfactoren zelf en het onder controle houden van de gevolgen van stress
Het aanpakken van stress.
Door acties probeert het individu rechtstreeks zijn relatie tot de stressbezorgende gebeurtenis te veranderen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen toenadering en vermijding
Wat doet men bij ‘toenadering’ van stress?
Bij toenadering probeert men het probleem op te lossen. Dit kan men doen door een confrontatie aan te gaan (‘ik ben niet van mening verander en ik heg gevochten voor wat ik nodig had’), sociale steun te zoeken (‘ik hem met iemand over gesproken die mij raad kon geven’) of door probleemoplossend gedrag te vertonen (‘ik heb een actieplan opgesteld en houd mij daaraan’)
Wat doet men bij ‘vermijding’ van stress?
Bij vermijding zal men de gebeurtenis negeren en het belang ervan minimaliseren. Deze aanpak is soms aangewezen bij voorbijgaande, lichte stressfactoren (bijv wanneer er geruchten zijn over ontslagen).
Wat is zijnbelangrijk element bij het aanpakken van stressuitlokkende factoren?
Controle over de situatie:
Stress wordt vooral gevaarlijk wanneer men het gevoel heeft machteloos te staan tegenover de uitlokkende factoren.
Voorspelbaarheid:
Veranderingen zijn minder stresserend als men ze kan voorzien en incalculeren. Dit is met name het geval bij kortdurende veranderingen met blijvende gevolgen (bij de dood van een geliefde) is het effect van voorspelbaarheid minder duidelijk (Carr et al)
Wat is een techniek om invloed uit te oefenen op stressbronnen waarbij het onmogelijk is om invloed erop uit te oefenen?
Men moet zich dan beperken tot het onder controle houden van de symptomen. Een techniek hierbij gebruikt kan worden is het herinterpreteren van de stressuitlokkende gebeurtenissen.
Het veranderen van de manier waarop men tegen de stressfactor aan kijkt.
Uit onderzoek is gebleken dat optimisten minder onder eenzelfde stress leiden dan pessimisten. c
Wat heeft Lazarus aangetoond met verschillende studies?
Dat de interpretatie van een bedreigende gebeurtenis gevolgen heeft voor de stress die de gebeurtenis uitlokt
Hoe kunnen we de lichamelijke symptomen van stress aanpakken?
Op een ontsnappende manier:
Alcohol, kalmeringsmiddelen
Actieve manier:
Meer lichaamsbeweging, betere voeding en ontspanningsmomenten in te bouwen zoals relaxatie of meditati
Progressieve relaxatietherapie
Werd in 1929 ontworpen door Edmund Jacobson en verder uitgewerkt door Joseph Wolpe (1958)
Het doel van de techniek is om een diepe ontspanning in de spieren te bewerkstelligen. Dit wordt bereikt door ergens rustig te gaan zitten en door de spieren eerst aan te spannen en vervolgens te ontspannen terwijl men op het verschil let tussen het gevoel van spanning en ontspanning. Het aanspannen en ontspannen van de spieren wordt afzonderlijk gedaan voor de verschillende spiergroepen in het lichaam. De 1e spiergroepen die aan bod komen, zijn dikwijls die voor de vuisten. Eerst knijpt men een vuist dicht en houdt die even zo. Daarna ontspant men de vuist en men let erop hoe het voelt wanneer de spieren zich ontspannen. Dit herhaalt men vervolgens bij de andere vuist en de andere spiergroepen in de armen, het gezicht en de benen.
Lichaamsmassa-index (LM-index, Body Mass Index)
Dit wordt gebruikt om te bepalen of iemand overgewicht heeft.
Deze index gaat terug op het pionierswerk van Quetelet en wordt verkregen door het lichaamsgewicht te delen door het kwadraat van de lengte.
Wanneer vertoont men een overgewicht, onderzwaarlijvigheid of te licht?
Bij een index tussen de 25 en de 25,9 en zwaarlijfigheid als de index 30 of meer bedraagt. Men beschouwt iemand te licht als het een LM-index heeft van lager dan 18,5