H23 Structuurwoorden Flashcards
zekere, iemand
tale
andermans
altrui
sommige
certo/a
ieder(een), eenieder (2)
chiunque, ciascuno/a
iedereen
ognuno/a
welk/ wie ook maar; zomaar een, ieder willekeurig
qualsiasi
welke dan ook, wie ook maar
qualunque (cosa)
opdat
affinché + cong
tenzij, behalve
a meno che + cong
zodra
appena
en toch, maar toch
eppure
Zolang er leven is, is er hoop.
Finché c’è vite, c’è speranza.
zodat
in modo che + cong
tenzij
salvo che + cong
(of)wel
oppure
op voorwaarde dat, mits
a patto che + cong
vooropgesteld dat
premesso che + cong
daarom
perciò
mits
purché + cong
hoewel, ook al
sebbene + cong
aangezien, omdat, daar
siccome
en toch, niettemin
tuttavia
niets meer
non… più niente
zelfs, maar liefst, gewoonweg, geheel en al
addirittura
plots, opeens
ad un tratto
als geroepen komen
arrivare a proposito
eventueel, desnoods, mocht
caso mai
in elk geval, toch
comunque
stiekem
di nascosto
vergeefs
invano
toch, evengoed
lo stesso
gelukkig maar
meno male
ondanks (2)
malgrado, nonostante
behalve
oltre a
behoudens vergissingen
salvo errori
via, door middel van
tramite
behalve
tranne
zich (ergens uit) redden
cavarsela
iemand iets op de mouw spelden
darla a bere a qu
gewichtig doen, het hoog in de bol hebben
darsi dalle arie
ermee te maken hebben
entrarci
iets uithalen, het bont maken
farne
contact opnemen met iemand, iets van zich laten horen (2)
farsi vivo/a; farsi sentire
zijn handen in onschuld wassen
lavarsene le mani
alles op alles zetten
mettercela tutta
er goed van afkomen
passarla liscia
goede/ slechte tijden meemaken
passarsela bene/male
het zich aantrekken
prendersela con
rustig aan doen
prendersela comoda
een beroep doen op, zijn vertrouwen stellen in
raccomandarsi
van gedachten veranderen, zich bedenken
ripensarci
slim/uitgekookt zijn
saperla lunga
de betekenis
il significato
het koppelteken
il trattino
het haakje
la parentesi
haakje open
parentesi aperta
haakje sluiten
parentesi chiusa
verbuigen
declinare
de uitgang
la desinenza
bijna, haast
quasi
quasi-
pseudo-, finto, -a