H 10 Flashcards
strip
i fumetti
kruiswoordpuzzel (2)
il cruciverba; le parole crociate
dobbelsteen
il dado
het raadsel
l’indovinello
Jij bent echt een zondagskind!
Sei proprio nato con la camicia!
fanfare; band
la banda musicale
sfeer; omgeving
l’ambiente
verzamelen; inzamelen; ophalen
raccogliere
verzamelen; sparen
collezionare
een lekke band krijgen
bucare
de vakantie
la villeggiatura
ligstoel
la (sedia a) sdraio
kwal
la medusa
de huur
il noleggio
roeiboot
la barca a remi
roeien
remare
zeilen (2)
andare in barca a vela; navigare a vela
pretpark; kermis
il luna park
ontspanning
il rilassamento
genot, genoegen
il godimento
draaimolen
la giostra
(foto)rolletje
la pellicola
weekend
il fine settimana
gaan wandelen
andare a spasso
Ram
Ariete
Stier
Toro
Kreeft
Cancro
Maagd
Vergine
Boogschutter
Sagittario
Steenbok
Capricorno
Waterman
Aquario
stuk speelgoed
il giocattolo
de bal (2)
la palla; la boccia
de kegel -> kegelen
il birillo -> giocare a birilli
de (draai)tol
la trottola
kring; hoepel
il cerchio
rondedans; kringetje
il girotondo
teddybeer
l’orsacchiotto
sneeuwpop
il pupazzo di neve
schepje
la paletta
zandvormpjes
stampini
papieren windmolentje
la girandola
kaarten
giocare a carte
damspel -> potje dammen
la dama -> una partita a dama
het spel zeeslag
la battaglia navale
de speurtocht
la caccia al tesoro
partijtje schaken
una partita a sacchi
club; vereniging
il circolo
jeu de boules
le bocce
portemonnee, de beurs
il borsellino
overwinning; winst
la vincita
voetbaltoto
il totocalcio
prijzenpot
il montepremi
totoformulier
la schedina
sportuitrusting
l’attrezzatura sportiva
training
l’allenamento
kampioenschap; competitie
il campionato
toernooi
il torneo
wedden op, inzetten op
puntare su
wedden, weddenschap aangaan
scommettere
de strijdbaarheid
la grinta
vasthoudend, strijdbaar
grintoso/a
de fitness
LA fitness
uitblinker, de kei
l’asso
onverwinnaar
il vincitore/ la vincitrice
poging; wedstrijd
la prova
revanche
la rivincita
de nederlaag
la sconfitta
fair; sportief
corretto/a
scheidsrechter
l’arbitro