H 19 Tijd en Ruimte Flashcards
hedendaags, huiding
odierno/a
werkdag
il giorno feriale
feestdag
il giorno festivo
De hoeveelste is het vandaag?
Quanti ne abbiamo oggi?
Wat voor dag is het vandaag?
Che giorno è oggi?
eergisteren
ieri l’altro/ l’altro ieri
een paar dagen geleden, eergisteren
l’altro giorno
Je kunt zien hoe iets afloopt aan hoe het begint.
Il buon giorno si vede dal mattino.
dag-, van de dag
diurno/a
nacht-, nachtelijk
notturno/a
nachtdienst
il servizio notturno
verstrijken, voorbijgaan, doorbrengen (2)
scorrere, trascorrere
blijven, zich ophouden
trattenersi
de wintertijd
l’ora solare
de zomertijd
l’ora legale
klok gelijkzetten
regolare l’orologio
voorlopen achterlopen
andare avanti andare indietro
maandelijks
mensile
de maand
il mese
jaar-
annuo/a
de Romeinse nazomerdagen
le ottobrate romane
van het seizoen
stagionale
zomers
estivo/a
erover doen, gebruiken
impiegare