grammaire chapitre 6 Flashcards
1
Q
vraagwoord quel
mannelijk enkelvoud
A
quel
2
Q
vraagwoord quel
mannelijk meervoud
A
quels
3
Q
vraagwoord quel
vrouwelijk enkelvoud
A
quelle
4
Q
vraagwoord quel
vrouwelijk meervoud
A
quelles
5
Q
je prends
A
ik neem
6
Q
tu prends
A
jij neemt
7
Q
il/elle prend
A
hij/zij neemt
8
Q
on prend
A
wij nemen
9
Q
nous prenons
A
wij nemen
10
Q
vous prenez
A
u neemt/jullie nemen
11
Q
ils/elles prennent
A
zij nemen
12
Q
j’ai pris
A
ik heb genomen
13
Q
tu as pris
A
jij hebt genomen
14
Q
il/elle a pris
A
hij/zij heeft genomen
15
Q
on a pris
A
wij hebben genomen
16
Q
nous avons pris
A
wij hebben genomen
17
Q
vous avez pris
A
u heeft/jullie hebben genomen
18
Q
ils/elles ont pris
A
zij hebben genomen
19
Q
ik neem
A
je prends
20
Q
jij neemt
A
tu prends
21
Q
hij/zij neemt
A
il/elle prend
22
Q
wij nemen
A
on prend
23
Q
wij nemen
A
nous prenons
24
Q
u neemt/jullie nemen
A
vous prenez
25
zij nemen
ils/elles prennent
26
ik heb genomen
j'ai pris
27
jij hebt genomen
tu as pris
28
hij/zij heeft genomen
il/elle a pris
29
wij hebben genomen
on a pris
30
wij hebben genomen
nous avons pris
31
u heeft/jullie hebben genomen
vous avez pris
32
zij hebben genomen
ils/elles ont pris