Geschiedenis Fr revolutie Flashcards

1
Q

wat zijn de hoofd punten van de vooravond van de Fr revolutie + wann

A
  • verlichte ideeën
  • Vorstelijk absolutisme
  • maatschappelijke ongelijkheid
  • economische crisis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe droeg de verlichting bij aan de vooravond v/d FR rev

A

vele wouden gelijkheid, scheiding der machten en vrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe droeg het vorstelijk absolutisme bij aan de vooravond v/d FR rev + WIE

A

koning Lodie XVI (16) en Marie-Antoinette v Oostenrijk
- ze hadden een decadente levensstijl; luxueus
- bron van frustratie want hoge graanprijzen maar eig niet de factor tot de financiële problemen van FR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe droeg de maatschappelijke ongelijkheid bij aan de vooravond v/d FR rev

A

-> adel & clerus: privileges (bv: weinig belastingen)
-> 3de stand:
- rijke burgerij (=nieuwe rijke/elite): econ. sterk maar geen politieke macht
-gewone massa: politiek en economisch geen betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe droeg de economische crisis bij aan de vooravond v/d FR rev

A
  • misoogsten => stijgende prijzen => hongersnood & armoede bij het volk
  • werkeloosheid
  • hoge staatsuitgaven door oorlogen & schuldafbetaling => FR BANKROET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vernieuwingen Napoleon in FR en EU (6)

A
  • rechts rijden
  • decimaal stelsel = eenvorming maten en gewichten
  • burgerlijk wetboek (Code civil/ napoleon) -> wetten en bestraffing is voor iedereen gelijk 💡
  • beter onderwijs en gezondheidszorg
  • niet je afkomst maar je talent/capaciteiten bepalen je carriere
  • invoering huisnummers

=> toepassing ideeën verlichting 💡

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer was fase 1

A

1789-1791

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat was het eerste deel van fase 1

A

er was een lege staats kas -> Lodie XVI roept Staten-Generaal bij elkaar vo bespreking financiele toestand + de eisen van de burgerij (voor een nieuwe grondwet) stuit op een afwijzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat was het 2de deel van fase 1 (reactie op nee van de koning)

A

er was een machtsgreep van de nieuwe elite –> Nationale Vergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom werd de Nationale vergadering opgesteld en wat was hun doel

A

ze wouden ze de adel en clerus buitenspelzette, en een nieuwe grondwet opstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat was het 3de deel van de fase 1

A

euitbreiding van revolutie: opstand massa –> honger en miserie beu
- ontslag minister van financiën Necker
- Plunderingen platte land
- Bestorming van bastille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welk symbool was de bestorming van vastille + wann

A

een symbool van machtswillekeur –> 14 juli 1789!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat was deel 4 van fase 1 (reactie op bestorming bastille,…)

A

nieuwe elite proberen rust te scheppen:
- opstelling declaration des droits de l’homme et de citoyen
- afstraffing van standenvoorrechten -> juridische gelijkheid
- nieuwe grond wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is declaration des droits de l’homme et de citoyen

A

de verklaring van de rechten van de mens en van de burger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat hield de nieuwe grond wet van de nieuwe elite in (fase 1)- (4)

A
  • macht van de koning wordt beperkt: geen romeins recht meer!
  • wetgevende macht bij burgers= volksoeverniteit
  • rechtstaat= schijding der machten
  • cijnskiesrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is cijnskiesrecht

A

enkel rijken (zij die cijns betalen) mogen stemmen

17
Q

conclusie fase 1

A

FR= nu een constitutionele monarchie en rechtstaat
MAAR geen gelijkheid
vb: cijnskies recht
vb: wet le chapelier= geen vakbonden en stakingen

=> Chaos en onrust blijft

18
Q

waarom blijft de choas en onrust eind fase 1

A

het volk was ontevreden want de grote inspraak gold enkel voor de rijken en de armoede bleef bestaan

19
Q

deel 1 fase 2

A

een mislukte vluchtpoging van Lodie XVI
–> openbare terecht stelling van Lodie en Marie-A onder guillotine
-> afstraffing koningschap
-> instelling van republiek

=> FR wordt constitutionele republiek

20
Q

wann FASE 2 + wat

A

1792-1794 radicalisering revolutie

21
Q

deel 2 fase 2

A

onrust blijft door:
- burgeroorlog binnen land: royalisten <-> republikeinen
- oorlog regen coalitie van conservatie uit buitenland (willen FR terug als monarchie)

22
Q

deel 3 fase 2

A

voorlopige regering met machtsconcentratie
-> dictatuur met Robespierre: met terruer en schrikbewind
(o.a guillotine voor alle ‘verdachten’, verplicht toetreden leger, loonstop, afscheuren v katholieke kerk

23
Q

conclusie fase 2

A

theoretisch= nieuw LINKS bewind met VRIJHEID voor iedereen
praktijk= FR wordt dictatuur

24
Q

Fase 3 wann + wat

A

herstel macht nieuwe elite (1795-1799)

25
Q

fase 3 deel 1

A

Robespierre wordt veroordeeld -> opnieuw rechts bewind o.l.v de burgerij
–> nieuwe grondwet met:
- scheiding der machten
- getrapte verkiezingen
- cijnskiesrecht

26
Q

deel 2 fase 3

A

in praktijk een opeenvolging van staatsgrepen van het leger TOT staatsgreep van Napoleon Bonaparte

27
Q

Fase 4 wann

A

1799-1815

28
Q

Fase 4 deel 1+ (positief en negatief)

A

hij kroont zichzelf tot keizer
positief= eindelijk RUST in FR + vele praktische verwezenlijkingen van de verlichting
negatief= absolutisme + constante machtsdrag zorgt voor vele oorlogsslachtoffers in binnen- en buitenland + herinvoering slavernij

29
Q

fase 4 ronde 1 napoleon

A

1e ronde: overwinning tegen Oostenrijk, Pruisen, Rusland –> FR overwicht op europees continent

30
Q

fase 4 ronde 2 napoleon

A

2e ronde: gelijkspel tegen GB –> door de continentale blokkade –> mislukt + Rusland is ook vijandig nu, want hun handel is beperkt

31
Q

wat is de continentale blokkade

A

het blokkeren van in- en uitvoer van goederen in engeland

32
Q

fase 4 ronde 3 napoleon

A

3de ronde: keerpunt in nederlaag tegen rusland in 1812 -> niet voorbereid op het koude weer

33
Q

fase 4 ronde 4 napoleon

A

4de ronde: eerst nog genadeslag in Liepzig (1813)
-> defenitive nederlaag van het franse leger van Napoleon bij de slag van Waterloo in 1815 tegen Europese coalitie van Britse en Nederlandse troepen o.l.v. Generaal Wellington
gesteund door Pruisisch, Russisch en Oosterijks leger

=> defenitive ondergang napoleon

34
Q

heeft de Fr REv haar doelstellingen bereikt

A
  • op vlak van gelijke individuele rechten wel (code civil)
  • op vlak van volkssoeveirniteit niet: allen bij napoleon en robespierre
35
Q

lange termijn invloed van FR rev

A

de rev bracht langzaam en in verschillende fases de samenleving in een nieuwe en meer democratische plooi!