AA H1 Flashcards

1
Q

hoe warm zou de aarde zijn zonder atmosfeer

A

-18°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voor welke e-omzetting zorgt de aarde

A

van licht naar warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het gwp

A

hoeveel een broeikasgas bijdraagt aan het versterkte broeikaseffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 2 broeikasgassen er van nature het meest voorkomen in de atmosfeer

A

CO2 en H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welk broeikasgas heeft het grootste GWP

A

de gefluoreerde gassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 voorbeelden vantoepassing van F-gassen

A

koeling, airconditioner, kuststoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe komt het dat CO2 het laagste gwp geeft maar wel het meeste bijdraagt aan het ver. broeikaseffect

A

het wordt het meeste uitgestoten en blijft ook relatief langer in de atmo..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is IPCC

A

intergovermental panel of climate change

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef twee verschillen over waarom de aarde niet overal even veel opwarmt

A

land warmt meer op dan water. de poolgebieden warmen meer op dan ander plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op welk deel v.d stralingsbalans hebben broeikasgassen v.d menselijke activiteiten de meest invloed? en hoe beinvloed dat de stralingsbalans

A

1)op de uitgaande warmte, ze houden hiervan een deel tegen.
2) de uitgaande E wordt kleiner dan de inkomende E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke 3 econ. sectoren stoten het meeste broeik… uit

A

energieproductie, landbouw en industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hebben de landen die het meeste CO2 uitstoten ook de grootste temp. stijging.

A

Nee, de wind verspreid de CO2 over heel de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de E bron dat uistraalt nr de aarde

A

de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de verschillende stappen in het zonne E -> warmte E proces

A



1
De zon straalt energie als licht, infrarood en uv-straling naar de aarde. Die straling dringt door tot in de onderste laag van de atmosfeer en tot op het aardoppervlak. Een gedeelte ervan wordt gereflecteerd.

2 De aarde en de atmosfeer zetten de niet gereflecteerde straling om in warmte.

3 Broeikasgassen absorberen die warmte en stralen ze terug uit. Daardoor wordt de onderste laag van de atmosfeer opgewarmd.
4
De aarde en de atmosfeer stralen de warmte terug uit naar de ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

op welke 3 manieren zorgt klim. opw. voor het stijgen v.d zeespiegel

A

1 het smelten van gletsjers in de bergen+ de ijskappen van groenland
2 het ijs v.d ijskappen valt v.d rand in de zee
3 het water zet uit door de warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe snel steeg de zeespiegel de laatste jaren

A

4mm

17
Q
A
18
Q

wat is het verschil tussen zee-ijs en landijs

A

landijs bestaat uit gletsjers en ijskappen die op continenten liggen, zee ijs drijft op polaire gebieden

19
Q

draagt zeeijs bij aan de zeespiegel stijging?

A

nee allen landijs

20
Q

hoe komt het dat het ontdooien v.d permafrost het vers. broeikaseffect versterkt?

A

er komt CH4 vrij, dat is een broeikasg.. dus neemt het effect toe

21
Q

wat is het albedo eff

A

het weerkaatsen van licht op bv: wolken, ijs , aardopp.

22
Q

wat is het verschil van de taiga en toendre

A

toendra: geen bomen (enkel mossen, grassen) + ligt dichter bij de polen
taiga: naaldbomen, verder dan v.d polen dan de toendra

23
Q

wat gebeurt er door de klim. opw. bij de vegetatie

A

de boomgrens tussen toendra en taiga verschuift meer naar de poolkant -> meer CO2 omzet door de bomen (negatieve terugkoppeling)

24
Q

verband tussen inkomen en CO2-uitstoot per inwoner

A

hoe meer inkomen, hoe meer CO2-uitstoot

25
Q

welke landen stoten het meeste CO2 uit sinds 1750

A

VS, Rusland, China

26
Q

de evolutie v.d CO2-uitstoot met de verandering v.d temp

A

de sterke temp. toename is is sinds de 2de helft v.d 19de eeuw valt samen met de CO2-uitstoots toename

27
Q

CO2-uitstoot van 1750-1850

A

heel weinig uitstoot

28
Q

evolutie CO2-uitstoot van 1850-1930 tov 1750-1850

A

matige stijging

29
Q

CO2-uitstoot van 1930-NU

A

sterke stijging

30
Q

wat doet de noorse regering tegen CO2-uitstoot

A

ze sluiten de centrale en de mijn

31
Q

hoe merk je dat het klimaat verandert

A

meer droge periodes, hitte golven, extreme stormen en zacht winters

32
Q

rechtstreekse gevolgen permafrost (2)

A

1) huizen zakken weg en vertonen scheuren
2) bomen staan minder stabiel