fysica druk d2 Flashcards
1
Q
hoeveel bedraagt de atmosferische druk + 3 synoniemen
A
1,013 * 10 ^ 5
- luchtdruk
- normdruk
- standaartdruk
2
Q
waar is de massa v.d lucht het grootst
A
het dichtst bij de aarde dus de massadichtheid v.d lucht is hier grooer
3
Q
wat is de absolute druk
A
de druk die gemeten is ten opzichte van het luchtledige -> de absolute druk = de atmosferische druk
4
Q
hvl Pa is 1 bar
A
1 *10^5
5
Q
wanneer is er overdruk
A
als er meer druk dan de atmosferische druk is
6
Q
wanneer is er onderduk
A
als er minder dan de atmosferische druk is
7
Q
hoe bereken je de absolute druk bij onderdruk
A
p(a) = p (atm) - p (onderdruk)
8
Q
hoe bereken je de absolute druk bij overdruk
A
p(a) = p (atm) + p (overdruk)
9
Q
hoe bereken je de totaal druk in een vloeistof
A
p= p(atm) + rho (vl) * h *g
10
Q
A
