Geneeskunde 2A1 HC week 7 - 13/10 Flashcards

1
Q

Op welke 3 niveaus speelt de houdbaarheid van de zorg?

A
  • Mensen: personeelstekort
  • Middelen: spullen niet meer betaalbaar
  • Maatschappelijk draagvlak: hoe lang kunnen stijgende zorgverzekeringen doorgaan, gebaseerd op solidariteit

–> we moeten dus op een andere manier keuzes maken en niet alleen kijken naar QALY en doelmatigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is schaarste een relatief begrip?

A
  • in plaats: 26% van rijksbegroting naar zorg, alleen in VS en een paar andere landen kosten per hoofd van de bevolking hoger dan in NL
  • in tijd: gestegen van 7% van het bbp naar >12% tegenwoordig, het blijft maar stijgen
  • naar functie of sector: zorg krijgt elk jaar meer geld terwijl bijv. onderwijs en sociale zekerheid elk jaar minder krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je de schaarste (in mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak) in de zorg verklaren?

A

Zorgkosten zijn afgelopen decennia sterk toegenomen, komt o.a. door vooruitgang en medicalisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zijn de zorgkosten door vooruitgang erg toegenomen?

A
  • Demografisch: gestegen levensverwachting, minder kindersterfte, vergrijzing, transitie van infectie naar chronische ziekten –> langdurige behandelingen en toename complexiteit
  • Politiek-sociaal-economisch: opkomst verzorgingsstaat en groei welvaart, toename toegankelijkheid zorg (gemeenschappelijk verantwoordelijk hiervoor) –> Baumol-effect: absolute en relatieve (arbeidsintensief, hoge productiviteit) zorgkosten stijgen
  • Medische mogelijkheden/macht: door opkomst farmaceutische industrie en klinische technologie uitgebreide mogelijkheden
  • Directe effecten: dure technieken, schaarste beschikbaarheid apparatuur, meer geneeskunde (uitbreiding indicatiegebieden), halfway-technologies (mensen langer met ziekte laten leven, meer lange termijn complicaties)
  • Indirecte effecten: aanbod-schept-vraag-mechanisme (bedrijven promoten nieuwe middelen op de markt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom zijn de zorgkosten door medicalisering erg toegenomen?

A
  • uitbreiding zorgdomein: cure, care en preventie, met veel meer bezig gaan houden –> problematisering van het normale
  • aanzien medische professie: vroeger had de arts concurrentie, maar nu is er een medische monopolie met maatschappelijk aanzien en vertrouwen –> toename gezondheid en levensverwachting vaak toegeschreven aan verbetering gezondheidszorg terwijl het een effect van welvaart is
  • gezondheidscultuur: gezondheidszorg steeds belangrijker voor mensen –> obsessieve preoccupatie, het is beter maar het voelt slechter
  • gezondheidszorg als recht: in 1983 in grondwet vastgelegd dat overheid maatregelen treft ter bevordering van volksgezondheid –> claimgedrag, verworden rechten zijn lastig terug te draaien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 6 mogelijke oplossingen voor de toenemende schaarste in de zorg die in de geschiedenis zijn gebruikt?

A
  1. marktwerking: eerst was er wie betaalt die bepaald
  2. selectie op basis van sociale waarde: niet iedereen kreeg toegang tot de zorg, degene die het meest voor de gemeenschap betekende mocht eerst
  3. rantsoenering: delen, selectie van patiënten en een deel op wachtlijsten, iedereen ontevreden ondanks effectiviteit budgettering
  4. prioritisering: i.p.v. rantsoenering prioriteiten stellen door de sterkte behoefte aan kiezen, selectie behandelingen/voorzieningen, Commissie keuzen in de zorg maakt rapport en ook gezondheidsraad
    Echter; trechter lukte niet (niet/nauwelijks keuzen gemaakt), dingen uit het pakket halen zorgde voor veel maatschappelijke onrust, toespitsing werkzaamheid en doelmatigheid, opkomst QALY
  5. sturing door overheid: zorgverzekeringswet, gereguleerde marktwerking (door overheid), groter eigenrisico
  6. druk op eigen verantwoordelijkheid: moet het collectief opdraaien voor ongezonde mensen, meer preventie mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 5 dingen werden besproken in het grenzendebat in de jaren 80?

A
  1. grens tussen wat wel en wat niet gezondheidszorg kan worden genoemd
  2. grens tussen wat ethisch wel en wat niet toelaatbaar moet worden geacht
  3. grens tussen effectieve/niet-effectieve en doelmatige/niet-doelmatige zorg
  4. grens tussen financierbare en niet-financierbare zorg
  5. grens van grondwettelijke plicht van de overheid tot bevordering van volksgezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is er de laatste jaren niks gebeurt met alle rapporten en dingen om de schaarste op te lossen?

A

Overheid wilt geen subjectieve data, echter niet alles hiermee op te lossen –> overheid gaat keuzes uit de weg
- EBM: verschuiving van keuzes van macro- naar microniveau
- QALY’s: belofte van neutrale, objectieve procedure
- Gereguleerde marktwerking: regierol verzekeraars
- Eigen verantwoordelijkheid wordt groter

–> echter bestaat er geen 100% neutrale, objectieve, wetenschappelijke, meetbaar juiste oplossing/aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom moeten we keuzes maken in de zorg?

A

Wensen zijn oneindig, middelen schaars:
- grote financiële bedragen
- hoge mate van collectieve financiering
- gezondheidszorg beperken tot effectieve en doelmatige zorg

–> best mogelijke gezondheidszorg met de beschikbare middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naar welke ziektes gaat het meeste geld in de zorg?

A
  1. psychische stoornissen; ook dementie en verstandelijke beperkingen
  2. spijsverteringsstelsel
  3. hart- en vaatstelsel
  4. nieuwvormingen (goed- en kwaadaardig)

–> per man €6200 en per vrouw €6600
–> meeste kosten bij geboortes en ouderen
–> 10% van de NL zijn 70% van de kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waardoor stijgen zorgkosten?

A
  • demografie (vergrijzing)
  • verhoogde kwaliteitseisen zorg
  • indicatie verbreding
  • medische technologie

–> zorginhoud verandert; nieuwe zorg en nieuwe patiënten
1. innovatie: nieuwe zorg vaak beter, maar zelden goedkoper
2. stijgende welvaart: gezondheidszorg is een luxeproduct, mensen zijn bereid er meer voor te betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom brengt de kostenstijging de zorg in gevaar?

A
  • solidariteit, betaalbaarheid, toegankelijkheid en houdbaarheid
  • dreigende tweedeling tussen arm en rijk

–> keuzes zijn nodig!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt de trechter van Dunning en wat wordt er nu mee gedaan?

A

Zie afbeelding!

  • noodzakelijke zorg: zorg die ervoor zorgt dat je als patiënt in de samenleving kunt functioneren
  • werkzaamheid: is de interventie/behandeling effectief, evidence based medicine
  • doelmatigheid: verhouding kosten nieuwe technologie met al bestaande zorg
  • eigen rekening en verantwoording: wat men wil en kan betalen

–> zeer weinig mee gedaan tot 2006, vanaf toen de vraag; wat mag een mensenleven kosten? €80.000 per QALY –> echter niet helemaal zo zwart-wit, er wordt ook nog naar het maatschappelijk belang gekeken, ook mag 0,1-0,4 QALY nu maar €20.000 kosten en 0,4-0,7 QALY €50.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een economische evaluatie en welke typen zijn er?

A

Uitgevoerd om de doelmatigheid en een rechtvaardige verdeling van zorg na te streven

Typen (andere effect uitkomstmaat):
- kosten minimalisatie studie: geen effect meting want ze zijn hetzelfde
- kosten-baten analyse (KBA): monetaire eenheden, verschil in €
- kosteneffectiviteitsanalyse (KEA): primaire gezondheidseffecten, kwaliteit van leven (vaakste!)
- kosten-utiliteitsanalyse (KUA): QALY is de winst in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren, onderzoeken of een middel in het basispakket moet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke stappen zijn er in de economische evaluatie?

A
  1. Studieontwerp: bepalen perspectief studie; welke kosten worden meegenomen (bijv. gezondheidszorg, patiënt, maatschappelijk) en de tijdspanne moet uitgevoerd worden
  2. Meten en waarderen kosten: verschillende; direct medisch (preventie, diagnostiek, behandeling), direct niet-medisch (reis, tijd, informele zorg), indirect medisch (zorg in gewonnen levensjaren) en indirect niet-medische zorg (maatschappelijk productieverlies door verzuim, arbeidsongeschiktheid)
  3. Meten en waarderen van gezondheidseffecten: a.d.h.v. QALY meten (tijdsduur x ernst gezondheidstoestand) en effectiviteit (QALY verschil tussen interventie en geen interventie)
  4. Discontering: toekomstige kosten en gezondheidseffecten omrekenen naar ‘huidige waarde’ en we vinden die van de toekomst minder belangrijk, nadelig voor preventie met toekomstige gezondheidseffecten
  5. Komen tot een beslissing: kosten-effectiviteitsratio = (kosten_A - kosten_B) / (effecten_A - effecten_B) van de interventies, ook een gevoeligheidsanalyse en onzerkerheidsanalyse + kijken naar lange termijn effecten en kosten

–> toch in NL geen systematische toetsing doelmatigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 6 oplossingen in de geschiedenis voor schaarste in de zorg?

A

Schaarste: te kort aan een belangrijk en gewaardeerd goed (geld, tijd, personeel, middelen)

  1. Marktwerking: wie betaalt, bepaald (<1950)
  2. Selectie op basis van sociale waarde (jaren 50=60)
  3. Rantsoenering (jaren 70-80) (+ climax in jaren 80)
  4. Prioritisering (jaren 90)
  5. Sturing vanuit de overheid (jaren 0)
  6. Meer eigen verantwoordelijkheid (jaren 10)
17
Q

Wat betekenen de begrippen utilisme en egalitarisme?

A
  • Utilisme: zet je middelen zo in dat je voor de grootst mogelijke groep mensen, de grootst mogelijke gezondheidswinst/welzijn voor een zo lang mogelijke tijd –> kosten-efficiëntie hiervoor belangrijk
  • Egalitarisme: dat mensen gelijkwaardig worden, hierdoor behandel je de groep mensen die het er het slechtste aan toe zijn

–> in de praktijk kijken naar allebei, dan kom je op een juiste manier