Geneeskunde 2A1 HC week 5 - 28/9 Flashcards
Welke soorten beeldvormende technieken kun je gebruiken binnen de oncologie?
- Conventionele technieken: röntgenstraling
- Echografie: geluidsgolven
- CT: röntgenstraling
- MRI: magnetisme
- PET/CT: radioactieve tracers
Wat moet je je bij elke beeldvormende techniek die je aanvraagt afvragen?
- Wat is de specificiteit: aantal mensen waarbij de test negatief is van het totaal aantal niet-zieken
- Wat is de sensitiviteit: aantal mensen waarbij de test positief is van het totaal aantal echt zieken
- Wat is de klinische relevantie
Wat zijn de eigenschappen van röntgenfoto’s?
- Röntgenstralen en detector
- Weefsel heeft verschillende absorptie (bot, weke delen, lucht)
- X-thorax is goed voor metastasen
- X-BOZ: voor complicaties, niet nuttig bij een maligniteit
- Kan ook met contrast
- Kost weinig geld
- Is goed toegankelijk
- Best lage sensitiviteit
- Golden S-sign: atelectase die de bocht van de tumor volgt
- Prima voor screening maar bij een verdachte patiënt toch altijd ook een CT maken
Wat zijn de eigenschappen van een CT?
- Veel beter dan röntgenfoto of echo
- Altijd nierfunctie en allergie voor jodium contrast checken
- Niet altijd gelijk doen, dan veel kans op overdiagnosticering
- Richtlijnendatabase.nl is een goede site voor wat je wanneer moet doen
- Voor primaire stadiëring van de tumor
- Best schadelijk, veel röntgenstraling
- Afhankelijk van aanvraag ander scanprotocol –> klinische informatie essentieel: blanco (niergruis/nierstenen), arterieel (na 30 sec, bloedvaten, hypervasculaire meta’s), veneus (na 80 sec, organen, veneuze structuren, meta’s) of excretie (na minuten, urinewegen)
- Densiteit afwijking kan bepaald worden
- Doel: TNM bepalen (stadiëring)
- Indicaties: kennis ziekteproces en metastaseringspatroon, follow-up (recidief, metastasen, respons op therapie), complicaties, CT geleide voor puncties, virtuele colonografie
Wat zijn de eigenschappen van een echo?
- Niet zo’n hoge sensitiviteit en specificiteit
- Geen schadelijke röntgenstraling
- Veel gebruikt bij lymfomen, hydronefrose, levermetastasen, vergrootte lever/milt
- Veel bij abdominale klachten
- Toegepast bij follow-up bij een lage verdenking op kanker
- Kleine laesies worden snel gemist
- Dikkere patiënt/veel lucht –> sensitiviteit nog lager
- CT is wel beter
Wat is de TNM classificatie?
Techniek met als doel prognose en behandeling te bepalen:
- Evaluatie uitgebreidheid primaire tumor (T): T1 (beste) tot T4 (slechtse), verschillende tabellen op basis van plek van de tumor
- Pathologische lymfeklieren (N): van N0 (niks) tot N3 (moeilijk operabel) en nog Nx (niet te beoordelen)
- Metastasen op afstand (M)
Slechtere TNM = slechtere kans voor de patiënt
- Soms hierbij ook een biopsie
Hoe werkt een PET-CT?
Er wordt gekeken naar de suikeropname, hiervoor eerst toediening van radioactieve deeltjes met suiker (FDG)
- Vooral hersenen en tumoren lichten op: zij gebruiken veel suiker
- Veel duurder dan gewone CT en niet alles wat positief is, is ook een tumor
Wat is bij een longcarcinoom de beste test?
- FDG PET-CT: beste primair stadiëren, sensitiviteit is 77% en specificiteit 86%
- Dan een CT
Wil je echt een specificiteit van 100% dan kun je ook een EUS + biopsie doen, dit is wel een invasief onderzoek
Wat is bij een coloncarcinoom de beste test?
Primaire tumor aantonen met colonscopie (+ biopt) (lichte voorkeur door biopt) of CT-scan (intramurale uitbreiding in beeld brengen)
- Doorlichten (m.b.v. rectaal contrast) wordt niet gedaan
- Bij de T niet kijken naar de lengte van de tumor, maar naar de doorgroei (bijv. in wand, peritoneum, orgaan)
- Metastasering zit vaak in lever! en longen dus deze goed onderzoeken (v. portae draineert in lever en dat komt uit in de long) –> soms nog een MRI voor de lever
Wat is peritonitis carcinomatosa?
Als een stukje tumor los in de buikholte terecht komt en aan het buikvlies gaat zitten, gaan daar allemaal kleine metastasen in het peritoneum ontstaan (ascites met tumoren)
- Vaak bij een ovariumcarcinoom
Wat zijn de eigenschappen van MRI en wanneer doen we het in de oncologie?
Doen we als we iets niet snappen
- Maakt gebruik van H-atomen en in elk soort weefsel is er een ander aantal
- Hele hoge resolutie waardoor kleine verschillen goed decteerbaar zijn en je een heel mooi plaatje krijgt
- Duurt heel lang: 20-40 minuten voor een klein gebied
- Vooral bij tumoren in het kleine bekken, rectumtumor of het bepalen van het lokale T-stadium
- Kan met contrast (gadolinium)
- Kan niet bij claustrofobie, pacemaker, metaal in het lichaam
- Last van bewegingsartefacten door peristaltiek
Wat is de RECIST (respons evaluatie criteria in solide tumoren) en wat is de NADIR?
Manier om het effect van chemotherapie te meten
- Baseline: op zoek gaan naar target laesies waarbij maximaal 5 laesies in kaart worden gebracht (max. 2 per orgaan, aankleurende rand meenemen) –> lengte tumoren minimaal 10 mm op CT (langste as) en 20 mm op X-thorax, lymfeklieren minimaal 15 mm (korte as)
- Lengtes baseline optellen en bij follow-up kijken wat er met deze som gebeurt
Niet-meetbare laesie als:
- tumor lengte as < 10 mm
- pathologische klieren 10-15 mm
- slecht afgrensbaar
- leptomeningeale ziekte (uitzaaiingen tumorcellen naar zachte hersen- en ruggenmergvliezen)
- vocht
- inflammatoir borstkanker
- lymfangitis huid of long
NADIR: meetpunt waarop de laesies het kleintse waren (hoeft niet op baseline te zijn)
Wat zijn respons criteria van kankerbehandeling?
- Complete respons (CR): verdwijnen van alle target laesies, pathologische lymfeklieren <10 mm (som hiervan niet 0, want lymfeklieren verdwijnen nooit compleet)
- Partiële respons (PR): >30% afname van totale som target laesies vergeleken met baseline (weinig verandering in non-target laesies en markers)
- Ziekte progressie (PD): >20% toename van totale som target laesies vergeleken met NADIR of bij absolute toename van 5 mm of ontstaan nieuwe laesies
- Stabiele ziekte: weinig verandering
Welke stappen vinden alvorens histologisch onderzoek van een biopt plaatsvindt?
- Biopt nemen van de tumor
- Fixeren met formaline (reactief gas): zorgt voor crosslinking van aminogroepen waardoor lysis (degradering door inwerking microben) wordt voorkomen en het weefsel hard wordt
- Solvent wisselen: overgang van hydrofiel naar hydrofoob met machines, duurt uren
- Inbedden van geselecteerde stukjes in paraffine: stolt op de onderkant van een cassette, door het biopt hierin toe te voegen ontstaat ffpe (formaline fixed paraffine embedded)
- Snijden van coupes (5-7 micrometer) op de microtoom
- ffpe (coupe) plakken op objectglaasjes en vastbakken op een warme plaat
- Kleuren van het weefsel (meestal HE (hematoxyline-eosine)
- Afdekken van preparaat met dekglas
–> hierna beoordelen via de microscoop
Wat betekenen de onderstaande technieken:
- Aspiratie/smears
- Vriescoupe
- Biopt
- Incisie/excisie
- Resectie ?
- Aspiratie/smears: cytologisch, minder nauwkeuring, bij het biopt niet snijden, inbedden, kleuren, etc.
- Vriescoupe: niet met formaline maar het weefsel met kou bevriezen, hierdoor snel te snijden, wel minder nauwkeurig, meestal peroperatief om direct een snijdende specialist te kunnen informeren over de aard van een aangetroffen afwijkend deel
- Biopt: stukje weefsel dat afgenomen wordt, morfologische diagnose kanker kan hierdoor worden gesteld, gouden standaard
- Incisie/excisie biopt: bij excisie-bioptie wordt al het afwijkende weefsel weggenomen terwijl een incisie-bioptie maar een gedeelte wegsnijdt
- Resectie: operatieve verwijdering door snijdend specialist met gezonde marge eromheen –> vaak grotere preparaten die bewerking vereisen
Hoe wordt bij onderstaande organen/plekken een biopt afgenomen:
- Prostaat
- Beenmerg
- Mamma ?
- Prostaat: op geleide van palpatie of ultrasoud (echo/MRI) (heel soms blind) wordt een dikke naald via het rectum in de prostaat gebracht, meestal meerdere biopten
- Beenmerg: met een boor een biopt uit de heup halen
- Mamma: m.b.v. echo een biopt nemen, vaak met een biopt gun, afwijking kan wel gemist worden (niet representatief), laesies die je niet kan voelen gebeuren onder begeleiding van beeldvorming, op röntgenstraling kun je soms verkalkingen zien