Geneeskunde 2A1 HC week 1 - 31/8 Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van kanker?

A

Abnormale celgroei buiten de gewoonlijke anatomische grenzen
- mogelijkheid om omliggende structuren/organen te invaderen en/of te verspreiden naar verder gelegen organen

–> doodsorzaak nr. 1 in NL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de epidemiologie van kanker?

A
  • Life-time risico: verhoogde incidentie met leeftijd (1 op 3 in NL)
  • Meestal is de diagnose te laat omdat het al gemetastaseerd is
  • Meest voorkomend bij mannen
  • 5-jaars overleving heel verschillend (en sterfte dus ook)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn prognostische en predictieve factoren van (bio)markers?

A
  • Prognostisch: heeft een waarde in het natuurlijk beloop van de ziekte (aanwezigheid van een eiwit beïnvloed het natuurlijk beloop)
  • Predictief: voorspelt de kans op succes/falen van een bepaalde behandeling (aanwezigheid van een eiwit beïnvloed of een bepaalde behandeling mogelijk is)

Kunnen beide positief of negatief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen een arts en onderzoeker tijdens wetenschappelijk onderzoek?

A

Arts: heeft patiënten die hij behandelt als individu, deze hebben een hulpvraag en zijn op zoek naar een behandeling
Onderzoeker: heeft proefpersonen en deelt mensen in populatiegroepen in, wilt graag een hypothese toetsen en is op zoek naar generaliseerbare kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke patiëntengroepen werd er in de 19de eeuw het eerst geëxperimenteerd en waarom sinds deze tijd?

A

Vanaf toen waren er ziekenhuizen en ontstonden er geïnstitutionaliseerde groepen:
- Ziekenhuispatiënten
- Psychiatrische patiënten
- Weeshuiskinderen
- Verzorgingstehuizen
- Gevangen
–> dus vooral armere mensen

Zij waren allemaal al bij elkaar en waren dus makkelijker tegelijkertijd te onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de calculus van leed?

A

We leggen niet alleen de nadruk op niet-schaden, maar ook nadruk op weldoen (risico’s afwegen tegen de voordelen)
–> hierdoor is medisch onderzoek mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurde er in de tweede wereldoorlog m.b.t. wetenschappelijk onderzoek en in de tijd hierna?

A
  1. Concentratiekamp experimenten: zonder informed consent en zonder weldoen
  2. Neurenberg code: na de oorlog was er een groot artsenproces in Neurenberg (internationaal) waarna er 10 regels zijn gemaakt m.b.t. ethiek –> echter tot in de jaren 70 door bijna iedereen genegeerd
  3. Nog veel misstanden aan het licht gebracht (o.a. door Henry K. Beecher) waaronder de Tuskegee syfilis studie (in VS)
  4. Nu hebben we heel veel richtlijnen/wetten (verklaring van Helsinki)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het ethisch dilemma bij medisch-wetenschappelijk onderzoek?

A

Vooruitgang in de medische wetenschap (kan zorgen voor gezondheidswinst)
VS
Beschermen van proefpersonen (tegen risico’s en bezwaren van onderzoek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de belangrijkste ethische principes en hoe kun je deze toepassen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek?

A
  • Weldoen –> gezondheidswinst
  • Niet-schaden –> minimaliseren van schade
  • Respect voor autonomie –> vrijwillige geïnformeerde toestemming
  • Rechtvaardigheid –> selectie van onderzoekspopulatie (kwetsbare mensen niet mee laten doen en niet de juiste mensen excluderen) / post-trial access (kunnen de mensen die meedoen aan het onderzoek er uiteindelijk ook van profiteren (bijv. onderzoek naar welvaartsziekten in 3e wereldlanden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de regulering van onderzoek met mensen in NL?

A

Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO)

Hiervoor is dubbele toestemming nodig:
- Toestemming van toetsingscommissie voor uitvoering protocol: 1 centrale commissie mensgebonden onderzoek en +/- 15 medisch-ethische toetsingscommissies (wegen belang af tegen belasting en risico’s) –> toetsen aan nieuwe inzichten, subsidiariteit (minst belastende methode), juiste methodologie, werving/informed consent procedures, proportionaliteit (belasting van de studie)
- Toestemming van de proefpersoon voor deelname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is belangrijk als onderzoeker tijdens jouw onderzoek?

A
  • De METC/CCMO test vooraf dus tijdens het onderzoek ben jij verantwoordelijk
  • Onthouden dat proefpersonen in een kwetsbare en afhankelijke positie zitten
  • Het scheiden van rollen is moeilijk, maar wel mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is kanker een volksziekte met een grote impact?

A
  • Incidentie en prevalentie nemen toe
  • Individueel grote impact op iemands leven
  • Economisch: 30% van de uitgaven van NL gaan naar de zorg, hiervan is medisch specialistische zorg het duurste, markt van vraag en aanbod ontstaat
  • Maatschappelijk: Alles is openbaar en wordt gedeeld (emotie neemt toe –> invloed op crowdfunding)
  • Veel nieuwe middelen: is gezondheid een recht?
  • Weinig preventie van kanker, want we weten er niet veel van
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt betaalbare zorg gereguleerd vanuit de VWS?

A

Geneesmiddelen of behandelingen met een hoge prijs of groot financieel risico worden in de sluis geplaats (criteria voor de inzet van de sluis wettelijk vastgelegd –> onderhandelingen met de VWS (wij hebben x aantal patiënten in NL per jaar dus we willen dit afkopen voor bijv. 50% van de prijs) –> hierna opname in het basispakket na het vaststellen van de nieuwe (lagere) prijs of anders gaan ze naar de concurrent van het middel

Dus aan de ene kant moet het basispakket zorg bevatten die we nodig hebben en die werkt maar het basispakket moet ook toegankelijk en betaalbaar blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Karnofsky Performance Index?

A

Maakt een uitgebreide inschatting van de prognose en kankerzorg wordt als relevant gezien vanaf 60% gezondheid (100% is volledig gezond, 0% is dood), hangt ook af van comorbiditeiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor komt de gezondheidswinst van de laatste jaren bij kankerpatiënten?

A
  • Moleculair onderzoek: betere/nieuwere behandelingen: humane winst maar financiële last en de vraag of extra tijd altijd extra kwaliteit is

(waarschijnlijk) niet van: preventie, vroegdiagnostiek/screening (effect onbekend), verwachtingsmanagement (war against cancer)

Daarom de vraag: Moet altijd alles wat kan?? (financiële toxiciteit en wat is goede zorg) en wil de patiënt ook altijd alles wat kan?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de voordelen en nadelen van chemotherapie?

A

Voordelen:
- Goedkoop en vaak erg effectief
- Inzetbaar voor diverse behandelintenties

Nadelen:
- Korte/lange termijn effecten
- Soms lethaal: acute bijwerkingen, QALY

17
Q

Wat gebeurt er bij leukemie?

A

Stamcellen hebben een verhoogde celdeling, maar geen uitrijping –> hierdoor ophoping van onrijpe leukemische cellen die de normale bloedaanmaak verstoren
- Lymfatisch
- Myeloïde

18
Q

Wat zijn symptomen van leukemie?

A
  • Vermoeidheid, dyspnoe, bleek, POB (door anemie)
  • Koorts/ziek (door neutropenie)
  • Slechte bloedstolling en verhoogde bloedingsneiging, hierdoor bloedneus, blauwe plekken (door trombopenie)
  • Dyspnoe, hoofdpijn, visusproblemen, longafwijkingen, nierinsufficiëntie, mucosale bloedingen (door hyperleukocytose (hyperviscositeit))
  • Palpabele lever/milt (door hepatosplenomegalie)
  • Gezwollen tandvlees, vergrote klieren, visusklachten, vergrote lever/milt, in het CZ, in de huid (extramedullaire lokalisatie (ophoping cellen in andere organen))
  • Nierinsufficiëntie, dyspnoe, hartritmestoornissen, insulten (door vrijkomen van toxische stoffen (hoge turnover))
19
Q

Wat is een pancytopenie?

A

Pancytopenie: hemoglobine, leukocyten en trombocyten allemaal afwijkend (vermindering van het aantal) –> ook leukocytendifferentiatie afwijkend (geen blastaire cellen horen hier te zitten)

20
Q

Welke integrale diagnostiek doe je bij acute leukemie?

A

Integrale diagnostiek van bloed en beenmerg
- Cytomorfologie: beschrijving van aantal hematopoëtische cellen, aantallen en hoe ze eruit zien, >20% is acute leukemie
- Immunologie: analyse van het beenmerg en samenstelling van de cellen is afwijkend
- Moleculaire diagnostiek: afwijkingen op het niveau van het gen (voor de prognose en erfelijkheid)
- Cytogenetica: afwijkingen op het niveau van chromosomen
- Biobanking (opslaan van bloed en beenmerg voor later onderzoek)

21
Q

Wat is belangrijk om te weten voor de diagnose van leukemie?

A
  • Anamnese
  • LO
  • Aanvullend onderzoek: perifeer bloed, beenmerg, extramedullaire lokalisatie (radiologie, PA)
22
Q

Wat is het doel van chemotherapie en immunotherapie?

A
  • Klachten bestrijding (vaak chemo)
  • Levensverlenging (vaak chemo)
  • Genezing (immuuntherapie (stamceltransplantatie))
23
Q

Hoe is de behandeling van acute myeloïde leukemie (AML) opgebouwd?

A

2x opname voor intensieve chemotherapie (1 week) en opvangen complicaties (nog 3/4 weken) met evt. targeted therapy (gericht tegen specifieke mutaties)

Afhankelijk van de reactie hierop zijn er 3 opties:
- Autologe stamceltransplantatie (eigen stamcellen)
- Allogene stamceltransplantatie (stamcellen van donor)
- Nogmaals intensieve chemotherapie