Genderdysforie, parafiele stoornissen en seksuele disfuncties Flashcards
Seksuele stoornis
De DSM ziet seksuele stoornissen als psychische stoornissen. Een ander gezichtspunt vat seksuele stoornissen primair op als biologische stoornissen van de seksuele
functies. Een twistpunt betreft het al dan niet noodzakelijk zijn van distress om te kunnen spreken van een seksuele stoornis. De aanhangers van het functieverstorings- perspectief vinden last een subjectieve reactie op een seksuele stoornis en daarom overbodig als diagnostisch criterium. GGZ-clinici vinden distress een voorwaarde om van een psychiatrische stoornis te spreken. De DSM heeft drie aparte categorieën voor seksuele stoornis: genderdysforie, parafiele stoornis en seksuele disfuncties.
Seksuele
functiestoornissen
v.s. seksuele
disfunctie
Seksuele functiestoornissen. Stoornissen in een of meer facetten van de seksuele respons. Seksuele disfunctie. Seksuele functiestoornissen die significant lijden of interpersoonlijke problemen veroorzaken. Er zijn meer functiestoornissen dan dat er daadwerkelijk onder geleden wordt.
Hyperseksualiteit
Seksueel gedrag dat hoogfrequent is en (in toenemende mate) als niet stuurbaar door de persoon wordt ervaren, ondanks aversieve beleving en negatieve effecten.
Sekse vs genderidentiteit
Sekse: biologische facetten van met man- of vrouw zijn.
Genderidentiteit: subjectieve beleving van man of vrouw zijn.
Genderdysforie
De lijdensdruk die gepaard kan gaan met de incongruentie tussen het ervaren of geuite gender versus het toegewezen gender. Kenmerken: De ervaring/uiting van het gender is niet in overeenstemming met het toegewezen gender. Wat zich, gedurende minstens zes maanden, uit in minstens twee van de volgende kenmerken:
* Duidelijke incongruentie tussen de ervaring/uiting van het gender en het geslacht
* Sterk verlangen de eigen geslachtskenmerken niet te hebben.
* Sterk verlangen naar de geslachtskenmerken van het andere gender.
* Sterk verlangen het andere gender te zijn.
* Sterk verlangen om als het andere gender te worden behandeld.
* Nadrukkelijke overtuiging te ervaren wat het andere gender ervaart.
Vaak van jongs af aan al duidelijk maar kan ook op latere leeftijd ontstaan
Transseksualiteit
Verwijst naar personen met genderdysforie die het gevoel hebben anatomisch tot het verkeerde geslacht te behoren en de wens hebben zo volledig mogelijk het andere geslacht te zijn
Transgenderisme
Een verzamelbegrip dat verwijst naar alle vormen van incongruentie tussen feitelijke sekse/toegewezen gender en gewenste gender/sekse (zonder dat dit direct wordt ervaren als een probleem).
Verloop genderontwikkeling
- Het (leren) onderscheiden van man en vrouw kenmerken, zoals stem en gezicht.
- Het (leren) benoemen en ervaren van zichzelf als vrouw of man, vanaf +/- 2 jaar.
- Het zich steeds meer gedragen als vrouw of man.
Ontstaan van genderdysforie
- Biologische determinanten, vooral genetische afwijkingen en (hormonaal beïnvloede) verstoringen van de hersendifferentiatie. Populaire hypothese is dat genderdysforie het resultaat is van een intersekseconditie, waarbij de geslachtsorganen congruent zijn met de genetische code, maar de hersenen zich ontwikkelen volgens de andere sekse. (early onset)
- Psychologische factoren. Een verstoring van de relatie met en tussen beide ouders zou leiden tot ondraaglijke angst bij sommige kinderen, die zich gaan identificeren met de ouder van het andere geslacht en zodoende zelfvertrouwen opbouwen (late onset)
Autogynefilie
Verwijst naar de seksueel opwindende voorstelling van zichzelf als vrouw. Autogynefilie zou bij biologische mannen met een postpubertair begin van genderdysforie, leiden tot de gevoelens van onvrede met de sekse man.
Behandeling genderdysforie
- Vrouw naar man: toedienen androgenen. Vrouw krijgt lichaamsbeharing, lage stem en mannelijke veredeling. (beide 12 mnd)
- Man naar vrouw: androgeen deprivatie en toedienen oestrogeen. Man krijgt borsten en vrouwelijke veredeling, minder lichaamshaar en erecties blijven uit. Alleen wanner adolescent psychisch stabiel is en ernstig lijdt kan voor 18e gestart maar na 16e. daarvoor wel puberteitsremmers.
Parafiele stoornissen
Para = naast, filie = liefde. Parafilie is een intense en aanhoudende seksuele interesse die afwijkt van de seksuele belangstelling voor genitale stimulatie of het voorspel van fenotypisch normale, lichamelijk volgroeide en instemmende menselijke partners. Een parafiele stoornis is een parafilie die lijdensdruk of beperkingen bij de betrokkene veroorzaakt of waarbij de bevrediging persoonlijke schade of risico’s of schade aan anderen veroorzaakt. Volgens de DSM-5 kan pas van een parafiele stoornis worden gesproken als de seksuele drang, fantasieën of handelingen gedurende een periode van ten minste een half jaar steeds terugkeren. Dit criterium wordt gebruikt om onderscheid te maken met experimenteergedrag en fantasieën. De grens tussen een parafiele stoornis en fantasieën en handelingen is niet altijd duidelijk.
Vormen van parafiele stoornissen
De DSM-5 onderscheidt tien parafiele stoornissen:
* Voyeurismestoornis.
* Exhibitionismestoornis.
* Frotteurismestoornis.
* Seksueel-masochismestoornis.
* Seksueel-sadismestoornis.
* Pedofiele stoornis.
* Fetisjismestoornis.
* Transvestiestoornis.
* Andere gespecificeerde parafiele stoornis.
* Ongespecificeerde parafiele stoornis.
Andere
gespecificeerde
parafiele stoornis
Verwijst naar andere dan de eerste acht stoornissen. Voorbeelden: telefoonscatologie (obsceniteiten via telefoon) necrofilie, zoöfilie, coprofilie (feces) klysmafilie, urofilie
Ongespecificeerde
parafiele stoornis
Verwijst naar parafiele beelden die niet voldoen aan de diagnostische criteria van een van de andere parafiele stoornissen.
Twee specificaties
voor de parafiele
stoornissen
- In een gereguleerde omgeving (in een institutionele of organisatorische context)
- Volledig in remissie (als de stoornis niet aanwezig is gedurende ten minste vijf jaar in een niet-gereguleerde omgeving). Het remissiecriterium is nvt op de pedofilie
Voyeurismestoornis
- Herhaaldelijke intense seksuele opwinding bij het kijken naar een nietsvermoedende persoon die naakt is, zich uitkleedt of seksueel actief is, die zich uit in seksuele fantasieën, drang of gedrag.
- De kenmerken zijn al minstens zes maanden aanwezig.
- De fantasieën, de drang of het gedrag veroorzaken significante lijdensdruk of beperken de betrokkene in het functioneren, of de betrokkene heeft naar deze drang gehandeld met iemand die hiermee niet instemde.
- De betrokkene is minstens 18 jaar oud.
Prevalentie: 12%mannen, 4% vrouwen
Exhibitionisme-
stoornis
- Herhaaldelijke intense seksuele opwinding bij het tonen van de eigen genitaliën aan een nietsvermoedende persoon, die zich uit in seksuele fantasieën, drang of gedrag.
- De kenmerken zijn al minstens zes maanden aanwezig.
- De fantasieën, de drang of het gedrag veroorzaken significante lijdensdruk of beperken de betrokkene in het functioneren, of de betrokkene heeft naar deze drang gehandeld met iemand die hiermee niet instemde.
Prevalentie: 2-4% bij mannen en 5 tot 10% zullen later overgaan tot seksueel geweld.
Frotteurisme-
stoornis
- Herhaaldelijke intense seksuele opwinding bij het aanraken van iemand die hiermee niet instemt, die zich uit in seksuele fantasieën, drang of gedrag.
- De kenmerken zijn al minstens zes maanden aanwezig.
- De fantasieën, de drang of het gedrag veroorzaken significante lijdensdruk of beperken de betrokkene in het functioneren, of de betrokkene heeft naar deze drang gehandeld met iemand die hiermee niet instemde.
Prevalentie: 30% mannen