Gebiedsontwikkeling H3 Proces, fasering, activiteiten Flashcards

1
Q

Waaruit kunnen we de fasering specifiek voor gebiedsontwikkeling onderscheiden?

A
  1. initiatief en verkenning
  2. planvorming en conditionering
  3. uitwerking en projectontwikkeling
  4. vastgoedontwikkeling en bouw
  5. vastgoedexploitatie en beheer openbare ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke fases ligt gebiedsontwikkeling?

A
  1. initiatief en verkenning
  2. planvorming en conditionering
  3. uitwerking en projectontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tussen welke schaalniveaus beweegt gebiedsontwikkeling zich?

A

stad en regio en concrete ontwikkelingslocaties en projecten binnen het gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ‘conditioneren’?

A

een taak van gebiedsontwikkelaar: creëert waarde en brengt plan dichtbij uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wie stellen de kaders voor gebiedsontwikkeling?

A

enerzijds markt en ruimtelijke economie en anderzijds de overheid (gemeente)

kenmerken en bewoners gebied als derde dominante factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat mag er het grootst zijn in de initiatiefase?

A

vrijheidsgraden om keuzes te maken en bij te sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar onderscheiden we initiatiefnemers in?

A
  • gemeente en andere overheidsinstanties
  • marktpartijen van diverse pluimage en woningcorporaties
  • bewoners, eigenaars gebied zelf
    groepen geëngageerde burgers die willen zorgen voor een gebied
  • maatschappelijke instanties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de activiteiten in de initiatiefase?

A
  • urgentie en visie definieren
  • geschiedenis van gebied in kaart brengen
  • aanzet maken voor concept
  • globaal marktonderzoek
  • visie op waardcreatie en financiele haalbaarheid opstelen
  • risicoanalyse maken
  • verkennende gesprekken met betrokken partijen
  • ect; op voorhand innemen strategische grondpositie
  • als gemeente initiatiefnemer is; marktconsulatie uitvoeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het gevolg van een positieve afronding van de activiteiten in de initiatiefase?

A

een beslisdocument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat staat er in het beslisdocument?

A

go/no-go momenten en vervolgstappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er in tijden van crisis?

A

afname van initiatiefnemende partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke stellingen vermelde Nozeman over de gemeentelijk gedrag van markt initiatieven door de ogen van de marktpartijen?

A
  • hoe groter de gemeente, des te groter de institutie, des te meer hordes bij een afwijkend
    voorstel. Meer commitment bij kleinere gemeentes, meer faciliterende opstelling.
  • Hoe sterker de (vastgoed)markt, des te lastiger/dominanter de lokale overheid.
  • Grote invloed politieke kleur op houding richting private initiatieven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom kunnen initiatieven stranden?

A

niet uitgevoerd, financieel onhaalbaar, in strijd met beleid,
weerwoord van bewoners, etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat komt er na een succesvolle initiatiefase?

A

planvormingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de vier ingrediënten van planvormingsfase?

A
  • programma
  • ontwerp en engineering
  • financiën en proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt het ingrediënt programma in?

A
  • verdere invulling programma
  • bepaling doelgroepen
  • aannemen potentiële afnemers (kopers)
17
Q

Wat houdt het ingrediënt ontwerp en engineering in?

A
  • van gebiedsconcept naar masterplan
  • planvorming voor fysieke structuurelementen komt nauwkeuriger in beeld
  • onderzoeken
  • opstellen bestemmingsplan
18
Q

Wat houdt het ingrediënt financiën in?

A
  • grondexploitatie
  • kostenverdeling tussen publieke en private partijen
  • plan voor gebiedsgerichte investeringen
19
Q

Wat houdt het ingrediënt proces in?

A
  • “tafelschikking” en rolverdeling verschillende partijen
  • verankering samenwerkingsarrangementen in overeenkomsten
  • aanpak gebiedsmarketing en communicatie
20
Q

Wat is de lean and mean proces?

A

process omgedraaid, eerst definieren, daarna stedenbouwkundig plan
schetsen

21
Q

Wat zijn uitgangspunten ten grondslag aan een concept(ontwikkeling)?

A
  • nadruk op bepaalde actuele kwaliteiten van het gebied, in relatie met potentiele
    afnemers (kopers)
  • Andersom, eerst doelgroep bepalen en dan (bedachte) kwaliteiten van gebied
    daarop inspelen
22
Q

Wat is een masterplan?

A

Geeft op gebiedsniveau ambities weer wat partijen met de ontwikkeling willen bereiken

23
Q

Welke aspecten zijn de ambities in het masterplan?

A
  • Te realiseren programma
  • ‘Het verleidelijke verhaal’, concept met kernkwaliteiten van het gebied
  • ‘fysieke structuurelementen’, stromen met relatie met wijdere omgeving
    o Waterstructuur
    o Energievoorziening
    o Mobiliteit
    o Groenstructuur
  • Milieukwaliteiten en klimaatbestendigheid
  • De stedenbouwkundige hoofdopzet
  • procesaanpak
24
Q

Hoe verschilt het masterplan met de crisis en nu?

A

tijdens de crisis erg krampachtig en helemaal super uitgewerkt, nu meer globaler en indicatiever

25
Q

Welke 3 verschillende soorten masterplannen zijn er?

A
  • integraal plan (uitgewerkt plan)
  • aantrekkelijke plan (plan op hoofdlijnen)
  • ‘spelregels’ met checklist (geen plan, maar randvoorwaarden met procesaanpak)
26
Q

Wat gebeurt er in de fase van planuitwerking?

A
  • gedetailleerde stedenbouwkundige plannen krijgen vorm op buurt of complexniveau aka nog gedetaileerde plan
  • Intensievere samenwerking met kandidaatkopers
    en huurders en andere partijen
  • Actieve verkoop en verhuur activiteiten
27
Q

Wat gebeurt er in een projectontwikkeling?

A

Realisering van een vastgoedobject of beperkt aantal objecten

28
Q

Wat is de relatie van gebiedsontwikkeling en projectontwikkeling?

A
  • locatie kleiner dan
    gebiedsontwikkeling
  • functies zijn eenduidiger
  • projectontwikkeling vaak als uitwerking en invulling van gebiedsontwikkeling maar hoeft niet per se
  • tijdsverloop is korter
  • omgevingsfactoren zijn beter beheersbaar