Eva 07.12 hete Flashcards
1
Q
every house has his cross
A
elk huisje heeft zijn kruisje
2
Q
the apple doesn’t fall far from the tree
A
de appel valt niet ver van de boom
3
Q
the blood speaks
A
het bloed spreekt
4
Q
like father, like Son
A
zo vader, zo zoon
5
Q
he is a sunday child
A
hij is een zondagskind
6
Q
like the clock ticks at home, it ticks nowhere
A
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
7
Q
being the black sheep
A
het zwarte schaap zijn
8
Q
East West home is best
A
Oost, West, thuis best
9
Q
similarity
A
soortgelijkheid
10
Q
gift (3)
A
gift, cadeu, geschenk
11
Q
to order
A
bestellen
12
Q
placing order / megrendelés leadása
A
order plaatsen
13
Q
permanent
A
permanent
14
Q
in the longer term / hosszabb távon
A
op langere termijn
15
Q
flood / árvíz
A
overstroming