80- Flashcards
sensitive
gevoelig
pitfall / buktató
valkuil
disagree
mee oneens
agree
me eens
to get emotional
ontroerd raken
grumpy / zsémbes
chagrijnig
sad (3)
verdrietig, somber, triest
dripping tap
druppelende kraan
itchy scarf / viszkető sál
kriebelende sjaal
beyond measure / mérhetetlenül
mateloos
shut up
koppen dicht
The later in the day, the busier the market gets.
Hoe later op de dag, hoe drukker het wordt op de markt.
I want a ticket anyway
Ik wil hoe dan ook een kaartje hebben
anyway / mindenáron
hoe dan ook
So what?
Nou en?
something is over
achter de rug (zijn)
by trial and error
met vallen en opstaan
that makes no sense
dat heeft geen zin
to have a thick skin
een olifantenhuid hebben
whiner / nyafogó
zeikerd
naturally, needles to say
vanzelfsprekend
useful
nuttig
to chit-chat
kletsen
briefly
kort gezegd
is exception rather than rule
(zijn) uitzondering dan regel
the likelihood of noise
de kans op lawaai
drowsiness / álmosság
slaperigheid
contagious / fertőző
besmettelijk
unconsciously / öntudatlanul
onbewust
to whisper
fluisteren
annoyance / bosszúság
ergernis
to disappear (3-forms)
verdwijnen, verdween, is verdwenen
in the meantime / eközben
inmiddels
amazement / csodálkozás
verbazing
to develop
ontwikkelen
to discover
ontdekken
pillar / pillér
pijler
to grab (3-forms+vonzat)
grijpen, greep, gegrepen (naar)
movement
beweging
to dispense / adagolni
verbrengen
to hide
verbergen
fairly, properly / meglehetősen
behoorlijk
sigh out loud / hangosan sóhajt
hardop zuchten
the remark / a megjegyzés
de opmerking
the culprit / a tettes
de boosdoener
als if / mintha
alsof
to bend / meghajol (3-forms)
buigen, boog, gebogen
the person in question / az illető személy
de persoon in kwestie
sufficient, enough
voldoende
frighten / megijed (3-forms+vonzat)
schrikken, schrook, geschrokken (van)
the chatter / a fecsegő
de kletser
anxious / aggódó
angstig