Diabetische ketoacidose Flashcards

1
Q

Oorzaken van diabetes ketoacidose?

A

Gebrek aan insuline:

  • Ongediagnosticeerde DB I
  • Falen behandeling

Verhoogde insuline vraag:

  • Stress: infectie, chirurgie, trauma, MI
  • Medicatie: glucocorticoïden, cocaïne, alcohol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een typische initiële presentatie van type 1 diabetes?

A

Diabetische ketoacidose meestal ontstaan na infectie (pneumonie, UWI, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PF van diabetische ketoacidose?

A

1: Insuline deficiëntie –> hyperglycemie –> hyperosmolariteit –> osmotische diurese en verlies van elektrolyten –> hypovolemie
2: insuline deficiëntie –> verhoogde lipolyse –> verhoging vrije vetzuren –> hepatische ketenen productie (ketogenese) –> ketose –> verbruik bicarbonaat –> anion gap metabole acidose
3: insuline deficiëntie –> hyperosmolariteit –> Kalium shift uit cellen + verminderde insuline-gemedieerde opname –> intracellulair kalium deletie –> totaal lichaam kalium deficiëntie ondanks normale of soms verhoogde serum kalium waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kliniek van diabetische ketoacidsoe?

A

Meestal rapid onset (< 24 uur), meestal na infectie (pneumonie, UWI, …)

  • Polyurie, polydipsie
  • Grote eetlust, met toch gewichtsverlies
  • Abdominale pijn, braken, misselijkheid
  • Tekens van volumedeletie
  • Neurologische abnormaliteiten: verandering in mentale status, lethargie, coma
  • Fruitige geur in ademhaling door uitgeademde acetone
  • Hyperventilatie: lang, diepe, snel (Kusmaul ademhaling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke bijkomende onderzoeken worden gedaan bij vermoeden DKA?

A
  • Labo
  • Urinalyse
  • Bloedgas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afwijkingen op labo bij DKA?

A
  • Hyperglycemie (< 600 mg/dl)
  • Daling bicarbonaat
  • Gestegen Anion gap
  • Gestegen serum beta-hydroxybutyraat (keton lichaampje)
  • Normale serum osmolariteit
  • Hyponatriemie
  • Hyperkaliemie (ondanks een totaal lichaam deficiet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afwijkingen op urinalyse bij DKA?

A
  • Ketonurie (matige tot grote)

- Glucosurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afwijkingen op ABG bij DKA?

A

pH < 7,3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk betonlichaampje kan waargenomen worden in het serum?

A

Beta-hydroxybutyraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling DKA?

A
  • IV vocht: 10 ml/kg isotoon zout
  • IV insuline therapie + verder IV vocht (eventueel + IV dextrose)
  • IV kalium bij hypokaliemie
  • IV bicarbonaat bij aanhoudende pH < 6,9 ondanks voldoende vocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarop moeten we letten bij de toediening van IV insuline?

A

Kijken naar de kaliumwaarde:
- indien < 3,3 mEq/l –> eerst IV kalium alvorens insuline therapie te starten?

Reden: insuline zal zorgen voor een shift van kalium naar in de cel waardoor er zich snel een hypoK kan ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoelang moeten we doorgaan met de IV insuline therapie?

A

Tot de metabole acidose zich hersteld heeft.
Dit gebeurt doorgaans later dan het herstel van hyperglycemie –> hierdoor moet IV insuline vanaf een glycemie < 250 - 300 mg/dl aangevuld worden met IV dextrose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Complicaties van DKA?

A
  • cerebraal oedeem

- hartritmestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling van cerebraal oedeem?

A
  • IV mannitol

- Hyperventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wij welke ziekte wordt diabetische ketoacidose gezien?

A

Diabetes mellitus type 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly