Carcinoïd tumoren Flashcards

1
Q

Definitie van carcinoïd tumoren?

A

Neuroendocriene tumoren die afkomstig zijn van APUD cellen (amine precursor uptake and decarboxylation)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de verschillende locaties van carcinoïd tumoren?

A
  • Gastro-intestinale tractus: carcinoïd tumor
  • Pancreas: insulinoma, glucagenoma
  • Bronchopulmonair systeem: carcinoïde longtumor, small cell lung carcinoma
  • Schildklier: medullair carcinoma
  • Bijnier: pheochromocytoma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk hormoon wordt het meest frequent gesecreteerd door carcinoïd tumoren?

A

Serotonine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waartoe kan een stijging van serotonine in systemische circulatie leiden?

A
  • Carcinoïd syndroom
  • Carcinoïde hartaandoeningen
  • Pellagra door gestegen serotonine metabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is pellagra?

A

Vitamine B3 (niacine) deficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kliniek van carcinoïde syndroom?

A
  • Diarree
  • Cutane flushing
  • Kortademigheid, wheezing
  • Palpitaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zijn de carcinoïde hartaandoeningen?

A
  • Endocardiale fibrose –> vnl rechter hart
  • Tricuspidalis insufficiëntie en/of pulmonalis stenose
  • Tekens van rechterhartfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer moeten we een carcinoïde tumor zeker afwegen?

A

In geval van secretoire diarree + episodische flushing + wheezing + hart klep afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bijkomend onderzoek bij vermoeden van carcinoid tumor?

A
  • 24u urine collectie: gestegen 5-HIAA (hydroxyindoleacetaatzuur)
  • Nuchter plasma 5-HIAA bepaling
  • LABO: opsporen van tumormerkers
  • CT-scan
  • Somatostatine-receptor scintigrafie
  • Biopsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke zijn veel voorkomende tumormerkers bij carcinoïd tumoren?

A
  • Chromogranine A
  • neuron-specific enolase (NSE)
  • Synaptophysine
  • Serotonine
  • Histamine
  • Calcitonine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling van carcinoïd tumoren?

A

–> geen curatieve behandeling mogelijk

Symptomatische behandeling met:
- Somatostatine analogen (octreotide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een VIPoma?

A

Neuroendocriene tumor die VIP secreteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor staat VIP?

A

Vasoactief intestinaal polypeptide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pathofysiologie van VIPoma?

A

Verhoogde secretie van VIP –> verhoogde relaxatie van maag en intestinale gladde spiercellen en cAMP activiteit (gelijk chorea toxine) –> secretoire diarree ontstaat + inhibitie van maagzuurproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Locatie van VIPoma?

A

Meestal in pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kliniek van VIPoma?

A

WDHA syndroom:

  • Waterige Diarree
  • Hypokaliemie
  • Achlorhydrie

–> theekleurige waterige diarree (> 700 ml/dag) + dehydratatie

17
Q

Bijkomend onderzoek bij vermoeden VIPoma?

A
  • Labo: gestegen VIP concentratie, hypoK, hyperCa, hyperGlycemie
  • Maag: achlorhydrie of hypochlorhydrie
  • CT pancreas
18
Q

Behandeling van VIPoma?

A
  • Tumorresectie

- Somatostatine analogen: octreotide –> inhibitie van VIP secretie

19
Q

Definitie somatostatinoma?

A

Zeldzame neuroendocriene tumor van de delta-cellen in pancreas of GI-tractus die somatostatine produceren

20
Q

Gevolgen van een somatostatinoma?

A

Gestegen somatostatine leidt tot een daling van de productie van volgende hormonen:

  • Insulin
  • Glucagon
  • VIP
  • Secretine
  • Cholecystokinine
  • Gastrine
  • Gastic inhibitory peptide
21
Q

Kliniek van somatostatinoma?

A

Klassieke triade:

  • Glucose intolerantie/diabetes
  • Cholelithiase
  • Steatorree

+ Achlorhydria

22
Q

Bijkomend onderzoek bij vermoeden somatostatinoma?

A
  • Labo: gestegen somatostatine, gestegen bloedglucoselevels

- CT pancreas en GI-tractus

23
Q

Behandeling van somatostatinoma?

A
  • Tumorresectie

- Octreotide