Deel 3 - Hoofdstuk 1: Verandermodellen, -Strategieën e -Interventies Flashcards
Wat is een veranderstrategie?
Een doelgerichte aanpak van de implementatie van een organisatieverandering, gebruik makend van interventies.
Wat zijn de streefdoelen van een veranderstrategie?
- veroorzaken van zo weinig mogelijk weerstand
- bekomen van een zo groot mogelijk verandereffect
Wat zijn interventies in een veranderstrategie?
Geplande, bewuste activiteiten die gericht zijn op de verhoging van de effectiviteit van de organisatie.
Leg de “planned change” uit.
Kurt Lewin is er de grondlegger van.
Het gaat om theorieën en modellen die betrekking hebben op geplande veranderingen, maar die niet handelden over organisatieontwikkeling als een continu proces.
De focus is gedragsverandering. Verandering van structuur, cultuur, processen, management,… blijven buiten beschouwing gelaten.
Planned change schenkt expliciet aandacht aan het feit dat een verandering gefaseerd moet gebeuren.
Lewis ging ervan uit dat het gedrag van een individu in een werksituatie als een evenwicht is tussen dynamische en restraining forces.
De dynamische krachten stimuleren veranderingen, de restraining krachten houden veranderingen tegen.
Wil een onderneming een verandering doorvoeren, dan moet de balans dus in de richting van de dynamische krachten doorwegen.
Wat zijn de drie fasen in het planned change model?
- unfreezing: tijdens deze fase moeten de leden aanvoelen dat de huidige aanpak nadelen heeft. Er moet dus een duidelijk beeld zijn van gewenste en van de huidige situatie. Duidelijke communicatie is in deze fase enorm belangrijk: de betrokkenen moeten in deze fase overtuigd worden van het feit dat de verandering in hun eigen belang is;
- moving: de transitie van de bestaande naar de gewenste situatie wordt ingezet. Opleiding, training en coaching van medewerkers kan nodig zijn op dit moment. Dit kan soms een moeilijke fase zijn, oud en nieuw gedrag kunnen een tijdje parallel lopen, iets wat natuurlijk moet vermeden worden.
- refreezing: het nieuwe gedrag verankeren. Deze fase is nodig om te voorkmen dat in de oude gewooten wordt hervallen. Het institutionaliseren kan gebeuren door de nieuwe werkwijzen vast te leggen, door informatie- en trainingsmethoden.
Benoem de 8 fasen in een veranderproces volgens John P. Kotter.
- Urgentiebesef vestigen
- De leidende coalitie vormen
- Een visie en strategie ontwikkelen
- De veranderingsvisie communiceren
- Een breed draagvlak voor de verandering creëren
- Kortetermijnsuccessen genereren
- Verbeteringen consolideren en meer verandering tot stand brengen
- Nieuwe benaderingen verankeren in de cultuur
Omschrijf de fase “urgentiebesef vestigen” van Kotter.
Zonder een duidelijke noodzaakbeleving komen mensen niet in beweging.
De noodzaak dient voelbaar te zijn.
In de dagelijkse praktijk komt bij veel veranderingen de waarom-vraag niet of nauwelijks aan de orde.
Het kan verhelderend zijn de vraag te stellen wat er gebeurt als de veranderingen niet worden doorgevoerd.
Alle belanghebbende groepen dienen de urgentie te voelen.
Omschrijf de fase “leidende coalitie vormen” van Kotter.
Een sterk en krachtig ‘leidend team’ is onontbeerlijk, een team met autoriteit, leiderschapskwaliteiten, deskundigheid en geloofwaardigheid.
Omschrijf de fase “een visie en strategie ontwikkelen” van Kotter.
De visie en de doelen moeten helder zijn, opdat de richting bekend is.
Beide dienen herkenbaar zijn voor medewerkers.
Omschrijf de fase “de veranderingsvisie communiceren” van Kotter.
Communicatie is een onmisbaar element in het veranderingstraject.
Duidelijke, heldere, open en eerlijke communicatie bevordert het veranderingsklimaat.
Omschrijf de fase “een breed draagvlak voor de verandering creëren” van Kotter.
Betrek medewerkers bij het invullen van de gewenste veranderingen.
Beloon initiatieven die passen binnen de gewenste veranderingen, pak obstructie aan.
Omschrijf de fase “kortetermijnsuccessen generen” van Kotter.
Creëer meer draagvlak door aan te tonen dat met de veranderingen zichtbare of meetbare verbeteringen worden geboekt.
Omschrijf de fase “verbeteringen consolideren en meer verandering tot stand brengen” van Kotter.
Het is belangrijk tempo in de veranderingen te houden.
Timing en introductie van steeds nieuwe stappen houden het veranderingsproces in gang.
Omschrijf de fase “nieuwe benaderingen verankeren in de cultuur” van Kotter.
Zorg dat veranderingen niet tijdelijk van aard zijn. Zij dienen ingebed te worden in de dagelijkse handelingen en worden overgedragen aan nieuwkomers.
Wat is vaak de bron voor het gebrek aan urgentiebesef?
Zelfgenoegzaamheid.