Deel 2 - Hoofdstuk 1: Organisaties en hun structuur Flashcards
Wat is een organisatie?
Een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is.
Wat zijn de vijf belangrijke kenmerken van een organisatie?
- menselijke factor: de mens is een belangrijke rol in een organisatie.
- samenwerkingsvorm: mensen worden in een organisatie beschouwd als een groep met gezamenlijke doelstellingen.
- doelgerichtheid: een organisatie is gericht op het bereiken van relatief specifieke doelstellingen.
- continuïteit: een organisatie is niet gericht op een eenmalige gebeurtenis, maar gaat om een blijvende samenwerkingsvorm.
- formalisatie: er is expliciet voor een welbepaalde structuur gekozen, er zijn “rollen” gedefinieerd.
Wat zijn de drie kenmerken van formalisatie?
- machtsverdeling in lagen
- formele communicatie, regelgeving en methoden
- werkverdeling naar functie (bijv. productie-, inkoop- en verkoopspersoneel)
Wat zijn de factoren die een organisatiestructuur beïnvloeden?
- Grootte van de organisatie
- Levensfase
- Strategie
- Organisatieomgeving (intern & extern)
- Gebruikte technologie
Wat zijn de redenen voor het ontwerpen van een organisatiestructuur?
- instellen van lijnen van autoriteit en hiërarchie: dit moet voor iedereen duidelijk zijn, zodat er gedurende de uitvoering van activiteiten geen misverstand over kan bestaan
- bewerkstellingen van goede communicatie
Leg “autoriteit” uit.
De autoriteit geeft aan wie het recht heeft om bepaalde orders te geven in een organisatie, hetgeen we ook wel macht of bevoegd gezag noemen.
Leg “hiërarchie” uit.
De hiërarchie geeft aan hoe de verdeling van gezag of autorieit, maar ook van verantwoordelijkheid in een organisatie in verticale lagen is verdeeld.
Welke type structuren zijn te herkennen in een organisatiestructuur?
- functiestructuur
- productgerichte structuur
- geografische structuur
- marktegerichte structuur
Leg de “functiestructuur” uit.
Deze structuur beschrijft de verschillende functies in de organisatie.
Wat is een functie?
Een groepering van verschillende taken.
Wat is een taak?
De kleinste opsplitsbare eenheid van arbeid.
Wat verstaan we onder bevoegdheid?
Het recht om beslissingen te nemen die voor het uitvoeren van een taak nodig zijn.
Wat zijn de twee delen van een taak?
- Een taak is de bevoegdheid, maar ook de plicht, van iemand om een bepaalde activiteit uit te voeren.
- Bij de toewijzing van de taak hoort ook de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taak.
Wat verstaan we onder verantwoordelijkheid?
Enerzijds de verplichting om een taak naar beste kunnen uit te voeren en anderzijds de plicht om over de uitvoering van die taak te rapporteren.
Wat past men toe om een functie goed te kunnen omschrijven?
Functieanalyse
Wat zijn de vier hoofdthema’s van functieanalyse?
- arbeidsinhoud: de aard van het werk
- arbeidsomstandigheden: de omstandigheden waaronder het werk uitgevoerd moet worden
- arbeidsverhoudingen: de relatieve macht die men heeft, aan wie men verantwoording moet afleggen en hoe zwaar die verantwoording is, over de hoogte van de positie die men inneemt in het bedrijf
- arbeidsvoorwaarden: de primaire (salariëring), en secundaire (vb. wagen) arbeidsvoorwaarden
Wat is een competentieprofiel?
Welke kennis, vaardigheden, attitudes,… moet iemand bezitten om die functie naar behoren te kunnen uitvoeren.