College 5: Plasticiteit Flashcards
Wat is plasticiteit?
Verandering van structuur, functie of organisatie van neuronen of zenuwcellen als gevolg van een nieuwe ervaring.
Kritische periode
Fase van verhoogde sensitiviteit voor exogene stimuli die NOODZAKELIJK zijn voor de ontwikkeling van een bepaalde competentie
Voorbeeld: dichtnaaien ogen bij KATTEN, zorgde bij dichte oog voor geen activiteit van de cellen en bij goede oog meer activiteit en na een poos werd deze activiteit meer verdeeld over beide ogen. In de eerste instantie is de verbinding tussen hersenen en dichte oog verloren, maar door plasticiteit herstelt de activiteit zich weer een beetje.
Casus GENIE: vastgebonden aan stoel en geen interacties, kon later wel leren maar zal nooit meer richting een normaal niveau gaan
Sensitieve periode
Fase waarin organisme ONTVANKELIJKER is voor specifieke soorten van omgevingsstimuli, wat het organisme meer geneigd maakt om te leren.
Voorbeeld: leren van taal kan het beste in de kindertijd.
Wanneer plasticiteit
- Kindertijd: wanneer het onvolwassen brein zich organiseert
- Door de volwassenheid: wanneer iets nieuws geleerd of herinnerd wordt (ook op hogere leeftijd!) - onderzoek geamputeerde middelvinger aap was ook op volwassen leeftijd
- Bij hersenschade: verloren functies compenseren of overgebleven functies maximaliseren
Ervaringsonafhankelijke plasticiteit
Bepaald door eigen lichaam, zonder exogene invloeden (ontwikkeling van de hersenen, genetisch verweven)
Ervaringsverwachte plasticiteit
Bepaald door combinatie van erfelijke aanleg en exogene invloeden, systeem heeft invloed nodig om zich te kunnen ontwikkelen > zorgt ervoor dat de menselijke hersenen zich op dezelfde manier organiseren
Ervaringsafhankelijke plasticiteit
Puur afhankelijk van exogene invloeden, dus afhankelijk wat een mens doet > dit zorgt ervoor dat hersenen van mensen verschillend zijn
Functionele plasticiteit
Verandering in de werking van de hersenen
Structurele plasticiteit
Verandering in fysieke structuur van de hersenen (grootte, vorm, densiteit, connectiviteit)
Activatiedaling (vorm plasticiteit)
Door verhoogde neurale efficiëntie (kleiner deel van de neuronen vuurt nog sterk op bepaalde taak/stimulus in plaats van groter gebied), dus door plasticiteit heb je hier daling van activatie
Voorbeeld: minder activiteit in ACC na Strooptaak (verschil interventiegroep en controle groep wordt minder). Gaat over conflictverwerking, dit gaat makkelijker door afname activiteit in ACC, dus functionele plasticiteit
Witte stof
Gemyeliseerde axonen: communicatie
Grijze stof
Celkernen: verwerken van informatie
Grijze stof plasticiteit
Uitbreiding axonen, dendritische takken, meer neuronen door neurogenese, meer gliacellen en angiogenese
Witte stof plasticiteit
Vezel reorganisatie, myeline vorming, myeline remodelling (dikker worden), meer astrocyten en angiogenese
4 momenten plasticiteit
36 weken in de buik, 3 maanden oud, 2 jaar oud en 6 jaar oud.
In de loop van de eerste twee jaar nemen de neuronen toe door myelisering, na twee jaar afname door synaps pruning > zwakke connecties gaan verloren en de sterke connecties worden versterkt (als ze vaak gebruikt worden zijn ze sterker)