College 1: Introductie Flashcards

1
Q

Verschil neuropsychologie en neurologie

A

Neurologie gaat meer over hoe de hersenen functioneren en welke reflexen er zijn, terwijl neuropsychologie meer gaat over hoe de persoon functioneert met de beschadigingen in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

NP assessment wil antwoord geven op vier gebieden

A
  • Differentiaal diagnose: de diagnose
  • Behandelplan
  • Rehabilitatie
  • ‘Legal proceedings’: malingering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gerontologie

A

Studie over ouder worden en ouderen. Verschillen van geriaters doordat zij meer focussen op de behandeling van ouderen in het ziekenhuis, terwijl gerontologie gaat over zowel de fysieke, mentale als sociale aspecten van ouder worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Belangrijke opmerkingen van Ruth

A
  • Vaak gaan dingen niet volgens plan, patiënten wijken in de praktijk vaak af van de theorie
  • Empathie is heel belangrijk
  • Individuele verschillen zijn breed
  • Steeds meer comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurd er in de hersenen als we ouder worden

A
  • Reactietijd omlaag
  • Moeilijker om dingen te leren
  • ‘Tip of the tongue’ fenomeen komt vaker voor
  • Problemen met: op namen te komen, verbale vloeiendheid, horen, zien, proeven, ruiken
  • Depressie/angst kan meer voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gekristalliseerde intelligentie

A

Blijft redelijk stabiel over tijd en gaat vooruit met de leeftijd - intelligentie uit kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vloeiende intelligentie

A

Gaat achteruit met de leeftijd - intelligentie van vaardigheden (cognitief), maar kan wel door middel van training of plasticiteit verbeterd worden!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cognitief verlies verminderen

A

Leefstijl veranderingen: dieet, sporten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fixed battery

A

Gestandaardiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Flexible battery

A

Eigen testbatterij maken, dit heeft de voorkeur: is sneller en goedkoper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ecologische validiteit

A

Hoe relevant NPO’s zijn voor taken van het dagelijks leven (bijvoorbeeld 15 WT, hoe relevant is het dat je 15 woorden onthoud, terwijl mensen in het dagelijks leven vaak gewoon een lijstje maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Testen zijn goed als ze (8)

A
  • Ecologisch valide zijn
  • Alle relevante gedragsdomeinen bevatten
  • Geen ‘floor’ of ‘ceiling’ effecten hebben: anders moeilijk onderscheid te maken tussen mensen
  • Patiënten begrijpen wat ze moeten doen
  • Makkelijk in afname en scoring zijn
  • Vergelijkbaar met andere onderzoeken
  • Meer parallelle versies heeft
  • Leeftijdsnormen bevat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Testen van premorbide intelligentie

A
  • NLV (NART)
  • Vragen aan familie
  • Best performance method: beste score van test nemen als uitgangspunt van premorbide intelligentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly