College 3: Stroke Flashcards
Prevalentie herseninfarct vs hersenbloeding
Infarct: 80%
Bloeding: 20%
Kenmerken infarct
Minder O2 en glucose in het gebied achter blokkade, gelokaliseerde schade, maar door de netwerken in de hersenen zitten de problemen in een veel groter gebied
Percentage TIA geschiedenis of eerdere stroke
25%, CVA/TIA geeft een hoger risico op een recurrent stroke (20% van CVA had eerst een TIA)
FAST-test
Face: verzakking van de mondhoek
Arm: vraag persoon om zijn arm horizontaal voor zich uit te strekken, kijken of deze afzakken of een andere kant op neigen
Speech: onduidelijke spraak of niet goed kunnen spreken
Time: ga na hoe lang de klachten zijn, bel zo snel mogelijk de alarmcentrale
BELANGRIJKSTE: zo snel mogelijk hulp, zodat ergere schade kan worden voorkomen. Verschil dementie: dementie is progressief en gebeurd niet plotseling, maar iemand met dementie kan ook een CVA krijgen.
Verschil CVA en TIA
Tijd, verder zijn symptomen en oorzaken hetzelfde! TIA korter dan 24 uur, maar meestal veel korter (half uur).
Oorzaken CVA/TIA
Slechte kwaliteit van bloedvaten binnen en buiten de hersenen door atherosclerose - plaque vorming aan de binnenkant van de vaten en het verharden van de vaten door cholesterol.
- Stuk plak kan losschieten (dan heet het een embolie), richting de hersenen gaan en daar vast komen te zitten, waardoor er geen O2 en glucose achter de blokkade kan komen - dat hersengebied beschadigd
- Bloedvat slipt helemaal dicht
Trombose: vorming van bloedklont
Embolie: losgeschoten plaque
Herkenning van TIA
Belangrijk, want kans op CVA of hartaanval is binnen het eerste jaar verhoogd en mortaliteit is ook verhoogd bij ouderen. Diagnose vaak achteraf en duurt vaak maar heel kort - toch goed om iemand er naar te laten kijken
Differentiaal diagnose TIA
Delier
Risicofactoren die je NIET kan beïnvloeden
Leeftijd, geslacht (man), eerdere CVA, familiaire belasting, SES
Risicofactoren die je WEL kan beïnvloeden
Aderverkalking, atriumfibrilleren, cholesterol, bloeddruk, DM (niet genezen, maar heeft te maken met glycemische controle), roken, alcohol, drugs
Veel verbanden tussen hersenen en hart - cerebrovasculair
Bloedvaten hersenen ontspringen vanuit de
Cirkel van Willis
Drie arterieën hersenen
Anterior, middle en posterior cerebral artery - voeden allemaal grote gebieden, dus gevolgen kunnen heel groot zijn! Infarcten worden benoemd met de arterie die betrokken is
Symptomen CVA/TIA
Paralyse (verlamming), parese (verlies van kracht), stoornis in gevoel, coördinatiestoornis, visuele stoornis (dubbelzien, blind aan één oog), taalstoornissen, spraak/slikstoornis, stoornis in een bepaalde vaardigheid, verstoord gedrag, emotionele verstoring
Soorten CVA’s
Medial cerebral artery infarct (MCA)
Anterior cerebral artery infarct (ACA)
Posterior cerebral artery infarct (PCA)
Hersenstam en cerebellum infarcten
Soorten CVA’s (Oxford)
Posterior anterior cerebral infarct - PACI 34%
Lanucar infarct (smal en diep) - LACI 25%
Posterior cerebral infarct - POCI 24%
Anterior cerebral infarct - TACI (total anterior cerebral infarct 17%)
Klinische kenmerken MCA (!)
- Halfzijdige verlamming: vooral armen
- Verstoring in gevoel
- Verlies van zicht
- Afasie (LH)
- Neglect (RH)
Neuopsychologische effecten MCA (!)
- Gemixte afasie als LH aangedaan is
- Agressief/boos
- Depressie na hervatting inzicht
- Apraxie kan
- 25% heeft neglect (RH)
- Balint: als pariëtaal/occipitaalkwab is aangedaan (lijken blind, maar zien gezichtsveld niet helemaal en kijken niet direct naar stimuli/mensen)
- Cognitieve/gedragsproblemen door aantasting van subcorticale structuren
Klinische kenmerken ACA (!)
- Halfzijdige verlamming: vooral benen
- Gedrag en emotionele stoornissen
Neuropsychologische effecten ACA (!)
- Verbinding tussen Broca en Wernicke verstoord: conductafasie (wel taal kunnen produceren en begrijpen, maar niet iets kunnen herhalen)
- Executieve stoornissen
- In LH taalproblemen meer aanwezig dan in RH
- Aantasting corpus callosum: apraxie (handeling niet kunnen uitvoeren) of agrafie (stoornis schrijven)
Klinische kenmerken PCA (!)
- Verlies zicht aan één kant
- Geheugenproblemen
- Gedragsproblemen
Neuropsychologische effecten PCA (!)
- 25% geheugenproblemen en anterograde amnesie
- Bij RH schade: visuele agnosie
- Schade thalamus: problemen met arousal, aandacht, motivatie, initiatief nemen, EF en geheugen (geheugenproblemen komen pas later, niet accuut)
Oorzaak lanucar infarct
Verstopping van een enkele diep penetrerende arterie vanaf de cirkel van Willis, cerebale arteriën en de basilaire arterie.
Waar lanucar infarct
Laesies in de kernen van de hersenen (putamen, thalamus, caudate), de pons en de posterior limb van de internal capsule.
Minder in witte stof, anterior limb van internal capsule en cerebellum
Symptomen lanucar infarct
Meestal motorisch, maar vaak ‘silent stroke’ omdat de meeste typische kenmerken van een CVA niet aanwezig zijn (FAST).
Risicofactoren lanucar infarct
Leeftijd, hypertensie, DM, hyperlipidemie en roken
Hersenstam infarct
Bewustzijn - locked-in syndroom: wel bewust wat er gebeurd, maar niet in staat om te kunnen reageren, vaak communiceren met de ogen