BA2A2 Flashcards
Je bent internist en ziet een patiënt met moeheid, lymfadenopathie in oksels en liezen en een vergrote milt. Bij
laboratoriumonderzoek wordt een hemoglobine van 6.1 mmol/L (referentie 7.5-10.0 mmol/L), leukocyten 15.2x10^9/L (ref 5-10
x10^9/L) en trombocyten 166 x10^9/L (ref 150-400 x10^9/L) gevonden. De leukocyten differentiatie toont met name lymfocyten
met een afwijkend uiterlijk.
Met welk vervolgonderzoek kan meestal een diagnose gesteld worden?
immunofenotypering in perifeer bloed
consolidatiebehandeling betekenis
De tweede fase (‘consolidatiebehandeling’) is bedoeld om de laatste restjes overgebleven leukemie nog op te ruimen.
rode pulpa, witte pulpa milt en macrofagen
rode pulpa en macrofagen: bijdrage aan filtering RBC in milt (opruimen RBC)
witte pulpa: bijdrage aan afweersysteem door vreemde antigenen te herkennen en immuunrespons op te starten
Welke bewering ten aanzien van moleculaire diagnostiek bij longkanker is juist?
Dit is te kostbaar om bij alle patiënten te verrichten
Een 80-jarige vrouw is recent gediagnosticeerd met een niet-kleincellig longcarcinoom in de rechter onderkwab. Je overweegt patiënte aan
te bieden aan de thoraxchirurg voor resectie van de tumor.
Welke factoren en/of onderzoeken zijn van belang om de operabiliteit in te schatten?
performance status
longfunctieonderzoek
geriatrisch assessment
voedingstoestand
Je bent huisarts, je roept de laatste patiënte van je spreekuur binnen. Na anamnese en lichamelijk onderzoek is je werkdiagnose een vena
cava superior syndroom.
Noem twee klachten bij anamnese en twee bevindingen bij lichamelijk onderzoek die passen bij de diagnose vena cava
superior syndroom.
anamnese:
- hoofdpijn
- kortademig
lichamelijk onderzoek:
- collateralen thorax
- zwelling gelaat/hals
Geef twee redenen en leg uit waarom vrouwen ouder dan 75 jaar niet meer worden uitgenodigd om deel te nemen aan het
bevolkingsonderzoek.
- Overdiagnose (1 punt) Oudere vrouwen hebben een kortere resterende levensverwachting en bovendien zijn tumoren bij oudere
vrouwen vaker langzaam groeiend. Daardoor is de kans op overdiagnose groter bij oude vrouwen dan bij jongere vrouwen (1 punt). - Kleiner effect van screening (1 punt) De kans dat een sterfgeval voorkomen wordt is kleiner, en áls er een sterfgeval voorkomen wordt, is
het aantal gewonnen levensjaren kleiner (1 punt).
Je bent klinisch geneticus. Een vrouw van 25 jaar komt op je spreekuur. Haar moeder kreeg borstkanker op 40-jarige leeftijd en heeft een
BRCA1-aanleg.
Wat adviseer je deze 25-jarige vrouw, indien zij draagster van BRCA1 is?
screening van de borsten vanaf 25-jarige leeftijd, preventieve verwijdering van de eierstokken vanaf 40-jarige leeftijd
chat ~ Controles van de eierstokken met een echoscopie zijn niet geschikt om eierstokkanker in een vroeg stadium te vinden. Daarom is het advies om vanaf de leeftijd van ongeveer 35-40 jaar de eierstokken en eileiders uit voorzorg te laten verwijderen.
Noem 4 criteria waaraan een familie waarin borstkanker voorkomt moet voldoen om te spreken van familiair borstkanker en
er een indicatie is voor genetisch onderzoek.
- 2 of meer eerstegraads verwanten met borstkanker, gediagnosticeeerd onder de 50 jaar
- man met mammacarcinoom
- triple negatieve mammacarcinoom <60 jaar in dezelfde tak van de familie
- bilateraal mammacarcinoom met eerste tumor diagnose onder 50 jaar
Bij de diagnose rectumcarcinoom wordt op basis van verschillende factoren bepaald of er direct een operatie kan plaatsvinden of dat er een
indicatie is voor neoadjuvante (chemo)radiotherapie.
Bekijk onderstaande factoren van een rectumcarcinoom:
- Grootte van de tumor
- Aanwezigheid van pathologische lymfklieren
- Afstand tot de mesorectale fascie
Welke factoren bepalen de indicatie voor neoadjuvante behandeling?
2 en 3 zijn correct
Je bent chirurg en een 44-jarige fitte patiënt met een slokdarmcarcinoom met multipele lymfekliermetastasen in het mediastinum en in de
hals wordt in het MDO van het Academisch Ziekenhuis besproken in het kader van een tweede mening. In het MDO wordt het voorstel
besproken om chemotherapie te geven. Indien er na deze behandeling een goede respons is, wordt eventueel een operatie overwogen.
In welke categorie plaatsen we deze chemotherapie en wat is het principe dat hieraan ten grondslag ligt.
Inductie chemotherapie, conversiechemo: palliatief naar in opzet curatief
Wat is je doel bij een reconstructieve ingreep in het gelaat na het verwijderen van een huidtumor?
Sluiten open wond en beschermen onderliggende vitale structuren
Herstel van functie (bv. sluiten oog, positie wenkbrauw, orale continentie, glimlach, doorgankelijkheid neus)
Herstel van vorm/kleur/contour/esthetiek
Je bent dermatoloog. Deze 85-jarige patiënte komt bij jou op de poli met een snel gegroeide tumor op de behaarde hoofdhuid. Je denkt aan
een plaveiselcelcarcinoom.
Welke drie elementen van het lichamelijk onderzoek doe je om in te schatten wat de klinische stadiering is?
- Opmeten van de tumor/meten/ grootte bepalen
- Voelen of de tumor los is van de onderlaag/voelen of hij vastzit
- Lymfeklieren HH palperen/voelen naar lymfeklieren
Welke behandeling is de eerste keus voor een persoon van 33 jaar met een primair nodulair basaalcelcarcinoom van 9 mm
op de rechterwang?
conventionele excisie
Onderzoeksvragen die kunnen dienen om een klinisch probleem te voorspellen kunnen op diverse manieren worden
beantwoord. Afhankelijk van de vraag is een bepaald onderzoeksmodel het best geschikt.
Welke onderzoeksvraag kan worden beantwoord met welk onderzoeksmodel (kies het meest eenvoudige model)?
A Kunnen we met behulp van tumorbiopten een
therapie-respons voorspellen?
B Wat is de opname van een targeted drug in tumorweefsel ten opzichte van omliggend (gezond) weefsel?
C Welke genen worden tot expressie gebracht in
epitheelcellen na stimulatie van de androgeenreceptor
met testosteron?
A Kweken van tumorplakjes
B CDX/PDX modellen
C 2D cellijn
Een onderzoeker wil testen of een erg lage dosis groeihormoon toch een effect heeft op de lengte van kinderen van 10 jaar. Hij verdeelt een
groep kinderen van 10 jaar in twee gelijke groepen, waarvan de ene helft groeihormoon kreeg en de andere helft niet. Stel dat de groep die
groeihormoon heeft gekregen na een half jaar groter is dan de groep die geen groeihormoon heeft gekregen.
Wanneer kun je concluderen dat een erg lage dosis groeihormoon leidt tot meer groei?
Als de gevonden absolute t-waarde groter is dan de absolute kritische waarde van t.
ls de absolute t-waarde groter is dan de absolute kritische t-waarde, is het verschil statistisch significant. Dit betekent dat het effect niet door toeval kan worden verklaard.
Als de absolute t-waarde kleiner is dan de absolute kritische t-waarde, is het verschil niet significant en wordt het effect als toeval beschouwd.
doel t-toets: Het toetsen of het waargenomen verschil tussen gemiddelden (van twee groepen of tussen een groep en een vaste waarde) toevallig is of dat het een echt verschil is.
Een 69-jarige man met een PSA van 17 ng/mL wordt naar de uroloog verwezen voor het ondergaan van prostaatbiopten. Er worden 8
systematische prostaatbiopten genomen. De conclusie van het pathologie verslag luidt: “8 prostaat biopten zonder afwijkingen”.
Wat is de conclusie van deze beoordeling en wat is de meest logische vervolgstap?
er dienen nieuwe prostaatbiopten te worden afgenomen vanwege een grote kans op sampling error
Noem vier lange termijn complicaties van een urinedeviatie volgens Bricker (urostoma).
- parastomale hernia
- metabole acidose
- stenose van de urostoma anastomosen
- nierfunctie verslechtering
Wat is de belangrijkste reden dat na het vinden van een lead compound het proces van ontwikkeling hiervan tot een
bruikbaar medicijn in de preklinische fase tot stilstand komt?
De farmacokinetische eigenschappen zijn niet goed, wat blijkt uit proefdieronderzoek
Het werkingsmechanisme van immuuntherapie met anti-PD1 checkpoint inhibitors berust op diverse opeenvolgende stappen die leiden tot
het antitumor effect. Dit geldt voor de behandeling van het melanoom maar ook voor andere solide tumoren.
Benoem de drie essentiële stappen?
- T cellen herkennen tumorcellen als target voor een immuunrespons
- Met immuuntherapie blokkeren van de rem/blokkeren negatieve feedback op T-cellen
- Hierdoor stimuleren antitumor respons van T-cellen
Wat wordt verstaan onder de definitie “Therapeutic Drug Monitoring” (TDM)?
Het doseren van een medicament aan de hand van de concentratie in het bloed.
- Noem twee voordelen van het gebruik van Newcastle disease virus ten opzichte van andere oncolytische virussen in viro-
immunotherapie. (2p) - Noem twee nadelen van het gebruik van Newcastle disease virus ten opzichte van andere oncolytische virussen in viro-
immunotherapie. (2p)
Voordelen (2 van de 3 moeten genoemd worden):
1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens
2. Genetische manipulatie mogelijk
3. Effectiviteit wel al bewezen door middel van klinische trials
Nadelen:
1. Tot nu toe een te lage effectiviteit in klinische trials
2. Veiligheid voor het milieu (pluimvee)
Het diffuus grootcellig B-cel lymfoom is een specifieke entiteit binnen de WHO classificatie van lymfomen.
Welke van onderstaande kenmerken passen het beste bij het diffuus grootcellig B-cel lymfoom?
- agressief beloop
- CD20 positief
- meest frequent voorkomende vorm van lymfomen
- hogere leeftijd
Wat is een nadeel van een stamceltransplantatie met navelstrengbloed vergeleken met een transplantatie van stamcellen
afkomstig van een volwassen verwante donor?
het risico op transplantaat falen is groter
Je bent longarts met aandachtsgebied thoracale oncologie. Op je spreekuur komt een 73-jarige man met uitgezaaid niet-kleincellig
longkanker.
Naar welk van de onderstaande organen zaait niet-kleincellig longkanker het minst vaak uit?
darmen
Je bent huisarts. Op je spreekuur komt een 23-jarige vrouw. Bij haar zus is recent op 31-jarige leeftijd borstkanker ontdekt waarvoor zij nu
wordt behandeld met chemotherapie. De jongere zus maakt zich erg veel zorgen over een erfelijke belasting, omdat een arts tegen haar zus
gezegd heeft: “Nou mevrouw dat is wel jong, misschien speelt er wel een erfelijke factor”.
Wat dient de huisarts als eerste te doen?
de 23-jarige laten vragen aan haar zus of die genetisch onderzoek wil laten doen
Beschrijf twee kenmerkende verschillen tussen lobulair mammacarcinoom en invasief mammacarcinoom NST. (2p)
Diagnostiek is vaak lastiger bij lobulair carcinoom(1p),
lobulair carcinoom heeft een ander metastaseringspatroon (1p),
lobulair carcinoom is vaak minder chemotherapie gevoelig
Noem drie specifieke lokalisaties van uitzaaiingen die relatief vaak voorkomen bij lobulair mammacarcinoom.
- peritoneum
- ovaria
- willekeurige holle organen
Wat wordt bedoeld met de term Deficit incidence?
Daling van de borstkanker incidentie onder de baseline incidentie (1p) in de leeftijdsgroep die niet meer in aanmerking komt voor screening (3p).
Welk van de volgende structuren grenst aan de flexura lienalis van het colon?
de staart van de alvleesklier
Lees onderstaande stellingen over actinische keratosen.
1. Het aantal actinische keratosen is een klinische biomarker voor het risico op huidkanker.
2. Het risico op het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom is groter uit een morbus Bowen dan uit een actinische keratose
1 en 2 zijn correct
Je bent huisarts en ziet op je spreekuur een vrouw van 46 jaar met al twee jaar een langzaam groeiende plek op haar neuspunt. Bij
lichamelijk onderzoek zie je op de neuspunt een glanzende bolronde tumor van 1,5 cm met hierin vertakkende bloedvaatjes en centraal een
crustae. Als huisarts heb je de volgende opties ter beschikking.
Welke optie is of welke zijn juist bij deze patiënte in dit eerste consult?
biopteren