BA1C1 TT 2021-2022

Question 1

Noem drie risicofactoren die kunnen zorgen voor een slechtere lange termijn prognose van anorexia nervosa

Answer 1

1. ernstige ondervoeding
2. lang ziek voor de behandeling
3. oudere leeftijd bij start

Question 2

welke stof bevordert de eetlust?

Answer 2

ghreline

Question 3

1. Brunnere nesten
2. Foveolae
3. Paneth cellen
4. Plaveisel epitheel

waar kunnen deze onderdelen worden gevonden i de tractus digestivus?

Answer 3

1. alleen in duodenum
2. maag
3. gehele dunne darm
4. anus

Question 4

functie paneth cellen

Answer 4

1. het zijn granulaire cellen die lysozymen produceren
2. het onderhouden van stamcellen en reguleren en stimuleren

Question 5

functie brunnere nesten

Answer 5

neutralisatie

Question 6

Vul de drie zenuwen in die betrokken zijn bij de innervatie van de glandula submandibularis en zet deze in de juiste
volgorde door te beginnen met de zenuw die uittreedt uit de hersenen

Answer 6

N. facialis
chorda tympani
N. lingualis

Question 7

Welke type maligniteit komt voort uit een Barrett oesophagus? hoe komt dit?

Answer 7

plaveiselcel –> cylindrisch cel (metaplasie)
–> dysplasie –> adenocarcinoom

dit komt door reflux uit maag

Question 8

Van welk bestanddeel of bestanddelen van melk treedt malabsorptie op bij enterokinase deficiënte baby’s?

Answer 8

1. melkeiwit (caseïne)
2. vet

Question 9

Wat is de meest voorkomende complicatie van een Helicobacter pylori infectie?

Answer 9

atrofische gastritis

Question 10

Patiënten met het Zollinger-Ellison (Z-E) syndroom hebben een afwijkende zuurproductie door de maag, welke behandeling kan worden gegeven?

Answer 10

protonpompremmers zoals omeprazol

Question 11

Beschrijf in maximaal 75 woorden hoe de activering van de histamine receptor op de pariëtale cel een verhoogde
secretie van zoutzuur (HCl) tot gevolg heeft

Answer 11

receptor activatie door histamine op parietale cel
–> aanmaak cAMP
–> fosforylering
–> fusie van blaasjes waarop protonpompen zitten
–> uitscheiding HCl tegen uitwisseling met Kalium (circuleert)
–> HCO3- gaat naar bloedbaan

Question 12

26 jarige vrouw, vaak diarree, soms bloed ontlasting, gewichtsverlies, koortsig

DD van 3 diagnoses en overweging

Answer 12

1. IBD –> klachten en leeftijd komen overeen
2. infectieuze collitis –> tijdsbeloop en niemand in omgeving is ziek
3. maligniteit –> gezien leeftijd wrs goedaardig

Question 13

welk AO moet er worden gedaan bij patient van 5 jaar, steatorroe, buikpijn, obstipatie, CF

Answer 13

verdenking op pancreasinsufficiëntie dus feces elastase

Question 14

Welke diagnostische gegevens zouden kunnen passen bij coeliakie?

Answer 14

serum anti-tissue transglutaminase > 128 U/ml

Question 15

Wat is de eerste keus behandeling voor de acute pouchitis bij deze patiënt?

Answer 15

metronidazol of ciproxin oraal

Question 16

In welk deel van het maag-darmkanaal vindt deze hormonaal gereguleerde opname van Ca2+ voornamelijk plaats?

Answer 16

duodenum

Question 17

parentaal

Answer 17

voeding via infuus

Question 18

patient 78 jaar heeft macrocytaire anemie en ontsteking aan maagslijmvlies

wat is meest waarschijnlijke ookzaak leg uit

Answer 18

B12 defficientie door

atrofische gastritis (ontsteking maagslijmvlies) zorgt voor verlies van parietale cellen zorgt voor verlies intrinsic factor zorgt voor B12 defficientie

Question 19

welke behandeling wordt gedaan bij sikkelcelziekte?

Answer 19

antibiotica en vaccineren

Question 20

Waarin verschilt de samenstelling van zweet van patiënten met CF in vergelijking met gezonde personen?

Answer 20

Het zweet van CF patiënten is isotoon ten opzichte van het bloed

Question 21

wat betekent het als alkalisch fofatase verhoogd is?

Answer 21

leverziekte

Question 22

wat is het verschil tussen directe (geconjungeerde) en indirecte (onge.) bilirubine?

wat betekent het als het verhoogd is?

Answer 22

direct is wateroplosbaar en indirect niet

verhoogd totaal bilirubine kan wijzen op leverziekte, galwegobstructie

verhoogde indirecte bilirubine kan wijzen op overmatig afbraak van rbc

Question 23

het syndroom van Gilbert

Answer 23

erfelijke aandoening waarbij een enzym minder actief is en bilirubine niet omzet in direct bilirubine (welke door lever makkelijk kan worden uitgescheiden)

symptomen: vermoeidheid, buikpijn, of geelverkleuring van de huid en ogen (icterus) tijdens periodes van verhoogde stress of ziekte.

Question 24

haptoglobine

Answer 24

transporteert hemoglobine uit kapotte rbc naar lever voor neutralisatie

Een laag niveau van haptoglobine in het bloed kan wijzen op overmatige afbraak van rode bloedcellen of leverziekte, terwijl een verhoogd niveau kan wijzen op ontstekingen of infecties.

Question 25

hoe kan PBC worden opgespoord?

Answer 25

anti mitochondriale antistoffen zijn hier specifiek voor

Question 26

crigler Najjar syndroom

Answer 26

verminderd vermogen van lever om bilirubine af te breken in direct bilirubine

bilirubinespiegels verlagen door fototherapie, waarbij de huid wordt blootgesteld aan speciale lampen die helpen bij het afbreken van bilirubine, of in ernstige gevallen door middel van plasmatransfusies of levertransplantatie.

Question 27

Welke samenstelling van de gal geeft de sterkste predispositie tot galsteenvorming?

Answer 27

Hoog cholesterol, laag galzout en laag fosfolipide in de gal.

Question 28

levermetastasen

Answer 28

uitzaaiing naar lever

Question 29

Noem vier klinische manifestaties die kunnen optreden bij lever cirrose in combinatie met portale hypertensie.

Answer 29

• ascitis
• varisces bloedingen
• ondervoeding
• hepatische encephalopathie