BA1C2 TT 2021-2022 Flashcards
juist of onjuist;
Bij uitdroging neemt de elektrische geleiding van het lichaam bij een bioelektrische impedantie meting toe waardoor het
vetpercentage lager lijkt dan het werkelijke vetpercentage.
juist, want eletolyten raken geconcentreerder dus betere geleiding
Een man die 70 kg weegt en die een normale lichaamsbouw heeft, gaat om politieke redenen in hongerstaking.
Wat is de hoeveelheid energie die door verbranding van alle glycogeen in het lichaam potentieel geleverd kan
worden?
1600 kcal
Leg uit wat het effect van een inactiverende mutatie in de leptine receptor is op het basaalmetabolisme (kcal/kg
FFM) bij deze patiënten ten opzichte van controle patiënten zonder deze mutatie.
het basaal metabolisme zal dalen door de grotere energie-inname geen verhoging van energieverbruik kan induceren
Welke van deze enzymreacties betreft een transaminase reactie?
oxaalacetaat + glutamaat -> alfa-ketoglutaraat + aspartaat
Van welke lipoproteïnen is het aantal deeltjes per milliliter plasma het grootst bij een gezond persoon ongeveer 1 uur
na een vetrijke maaltijd?
en minste aantal deeltjes?
- HDL
- chylomicron
- Beschrijf kort het mechanisme waarmee adrenerge stimulatie van de spiercel leidt tot activering van de glycogeen
fosforylase activiteit. - Beschrijf kort het mechanisme waarmee adrenerge stimulatie van de spiercel leidt tot activering van de PFK-1
activiteit.
- adrenaline fosforyleert glycogeen fosforylase door;
receptorbining –> cAMP verhoging –> PKA activiteit –> fosforylering (zelfde mechanisme als glucagon) - fosforylering PFK-2 –> verhoging fructose 2,6 bisP –> allosterische activatie van PFK 2
Bij hoog aanbod van vetzuren in de gevaste toestand vindt er in de mitochondrien van de lever zoveel beta-oxidatie plaats dat er
uit acetyl-CoA ketonlichamen worden geproduceerd. Een belangrijke reden voor het overgaan op de productie van
ketonlichamen is dat onder deze omstandigheden de activiteit van de citroenzuurcyclus in de levermitochondrien beperkend is.
Geef twee redenen waardoor de activiteit van de citroenzuurcyclus onder deze omstandigheden beperkend is, en
geef voor elke reden een verklaring.
- er is oxaalacetaat nodig voor de TCA, echter weggegnomen door de gluconeogenese
- er is genoeg NADH en FADH2 door de beta oxidaties waardoor TCA wordt onderdrukt
De glycogenolyse in de skeletspier wordt geactiveerd tijdens contractie om energie te leveren voor de contracties. Contracties
worden in gang gezet door verhoging van de intracellulaire Ca2+-concentratie.
Beschrijf op welke wijze de glycogenolyse in de spier wordt geactiveerd als gevolg van een verhoging van de
intracellulaire Ca2+-concentratie.
ca bindt aan fosforylase kinase –> fosforylase kinase van inactief naar actieve vorm
–> dit fosforyleert glycogeen fosforylase
–> fosforylase wordt actief
–> glycogenolyse
Hexokinase (HK) en glucokinase (GK) zijn isozymen, en katalyseren de reactie: glucose + ATP → glucose-6-fosfaat + ADP. Dat
hepatocyt en β-cel GK hebben is belangrijk, omdat daardoor de bloedsuikerspiegel in de range 3.5-6 mM blijft. Spier-, vet- en
hersencellen hebben HK. De opname van glucose uit de bloedbaan door hersencellen wordt bepaald door de behoefte van
hersencellen aan glucose.
Welk mechanisme is ervoor verantwoordelijk dat hersencellen alleen glucose opnemen uit de bloedbaan wanneer
glucose nodig is?
hexokinase wordt onderdrukt door glucose 6P
In welke lichaamscellen worden na een nacht vasten vooral ketonlichamen verbrand?
skeletspieren
hoe wordt de communicatie tussen de alfa en beta cellen gereguleerd?
De afgifte van GABA door de bèta-cellen remt de activiteit van de alfa-cellen
Het enzym pyruvaat carboxylase zet pyruvaat om in oxaalacetaat. Deze reactie is onderdeel van de gluconeogenese, en de activiteit ervan
wordt sterk verhoogd door acetyl-CoA. Het enzym is echter ook aanwezig in andere organen dan de lever, zoals de hersenen, en ook in de
hersenen wordt de activiteit sterk verhoogd door acetyl-CoA.
- Leg uit wat de functie van het enzym pyruvaat carboxylase is in deze niet-gluconeogene organen.
- Leg uit waarom ook in de hersenen de activatie van pyruvaat carboxylase door acetyl-CoA belangrijk is.
- aanvullen van TCA intermediairen (oxaalacetaat) die gebruikt worden voor allerlei biosynthese processen (opbouw van biologische moleculen, anabolisme)
- als acetyl CoA stijgt kan het niet snel genoeg verwerkt worden in de TCA. Door extra vorming oxaalacetaat –> meer acetyl CoA verwerking in TCA
Bij de regulatie van de glycolyse en de gluconeogenese in de lever zijn onder meer fosfofructokinase 1 en 2 (PFK-1
respectievelijk PFK-2) en fructose-bisfosfatase 1 en 2 (FBPase-1 respectievelijk FBPase-2) belangrijke spelers.
Hieronder staan vier beweringen over wanneer deze enzymen actief zijn in de lever.
Twee van deze beweringen zijn juist.
Welke twee beweringen zijn juist?
- PFK-1 is actief in de gevoede toestand, en FBPase-1 is actief in de gevoede toestand
- PFK-2 is actief in de gevoede toestand, en FBPase-2 is actief in de gevaste toestand
porfyrie
Met welk klinisch-chemisch onderzoek wordt het vermoeden van een acute porfyrie aanval bevestigd?
- acute porfyrieën zijn zeldzame erfelijke stofwisselingsziekten die aanvallen van hevige buikpijn kunnen veroorzaken
- bepaling van delta-aminolevulinezuur (ALA) en porfobilinogeen (PBG) in urine
Welk van onderstaande enzymen is voor de werking ervan afhankelijk van biotine?
propionyl-CoA carboxylase