aanneming Flashcards

1
Q

definititie:

A

▪ Een contract strekkend tot uitvoering van welbepaald werk,
door stellen van materiële handelingen, waarmee
aannemer, tegen betaling, door opdrachtgever wordt
gelast, in volledige onafhankelijkheid
maar zonder vertegenwoordigingsbevoegdheid.
▪ Terminologie:
▪ Aanneming van werk, aannemingsovereenkomst.
▪ Opdrachtgever: medecontractant van de aannemer.
▪ Bouwheer: bij bouw- of architectuurcontract.
▪ Aannemer: verbindt zich tot de uitvoering van het werk.

ze werken zonder een band van ondergeschiktheid.
Aannemers moeten zelf voor alles betalen.

▪ Werken in volledige onafhankelijkheid, zonder band van
ondergeschiktheid met de opdrachtgever
(≠ arbeidsovereenkomst).
▪ Verrichten van materiële handelingen, zonder
vertegenwoordigingsbevoegdheid (≠ lastgeving).
▪ Materiële handelingen omvatten niet alleen tastbare, stoffelijke
bewerkingen, maar ook intellectuele prestaties. Materieel =
nadruk op tegenstelling met rechtshandeling.
▪ Eindeloos scala aan aannemingen van werk (zie boek).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitvoeren van werken: Wat houdt dat in welke prestatie etc

A

▪ Iedere prestatie van een bepaald werk, voor zover in hoofdorde niet een rechtshandeling (= lastgeving) en (uiteraard) gevraagde prestatie geoorloofd.
▪ Overeengekomen prestatie bepaald of minstens bepaalbaar:
▪ Bij aanneming vaak partijbeslissing, rechtsfiguur waarbij een van de contractspartijen het voorwerp van zijn verbintenis eenzijdig nader bepaalt: bv. aan aannemer overlaten wat precieze omvang is van het werk.

▪ Geen vrijgeleide is voor contractspartij om eender welke prestatie te verrichten. Beide partijen moeten handelen als normaal zorgvuldige en redelijke personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de prijs?

A

▪ Prijs:
▪ niet noodzakelijk geldsom (anders dan koop);
▪ moet wel bepaald of bepaalbaar zijn;
▪ niet noodzakelijk bij sluiten overeenkomst, mag later;
▪ aannemer kan prijs zelfs later eenzijdig vaststellen, door partijbeslissing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PRIJS
VASTE PRIJS OF FORFAIT

A

▪ Absoluut forfait: aannemer en opdrachtgever komen bij sluiten contract een vast bedrag overeen voor uitvoering werk.

▪ Zeker risico voor aannemer (onveranderlijk bedrag). Niet de goedkoopste, maar wel de zekerste prijsbepaling voor de opdrachtgever. Aannemer moet risico’s van uitvoering (prijsverhoging, meer materialen…) incalculeren in prijs.

▪ Naderhand geen aanpassingen meer mogelijk aan prijs.

▪ Kan eventueel worden herzien of aangepast met toepassing imprevisieleer (art. 5.74 BW en WOO 2016). Partijen kunnen uiteraard overeenkomst samen wijzigen (art. 5.70 BW).
▪ Wilsgebreken algemeen contractenrecht kunnen wel gelden (vooral dwaling), maar nietigheid is lastige sanctie.

▪ Bij relatief forfait wordt de basisprijs vastgesteld, maar kan de bouwheer in de loop van de werken nog bijkomstige werken doen uitvoeren, of net niet.

▪ Er moet dus op het einde van de overeenkomst een eindafrekening worden opgesteld. Vaak op grond van bestek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PRIJS
BESTEK (EENHEIDSPRIJZEN)

A

▪ Voorafgaandelijk vaste prijs overeengekomen voor materialen en arbeidsloon, maar niet voor de omvang van het werk. Eventueel wel niet bindende schatting van omvang.
bijvoorbeeld: een prijs per uur voor verschillende werklieden

▪ Risico voor de aannemer is beperkter, hij draagt geen risico voor de planning, omdat de omvang niet bepaald is. Resterend risico is prijsschommeling van materialen en arbeidslonen, eventueel op te
vangen worden door prijsaanpassingsclausules.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PRIJS
AANNEMING IN REGIE

A

Prijs wordt bepaald bij de beëindiging van de werken. Optelling van de kostprijs van de gebruikte materialen en arbeidslonen (“cost”), waarbij de opdrachtgever inzage krijgt in alle stukken.

▪ Effectieve kostprijs wordt vermenigvuldigd met overeengekomen coëfficiënt, die tot doel heeft de algemene kosten te dekken

(“overhead”) en winstmarge te realiseren (“fee”).
▪ Vandaar ook: “cost plus fee”, open boek.
▪ Verschil met bestek: er worden geen prijzen opgegeven van
materialen en uurlonen.
▪ Risico’s van prijs zijn voor de opdrachtgever.
▪ Alle kosten worden reëel in kaart gebracht.
▪ Dit is wel een arbeidsintensieve wijze van prijsbepaling, zowel
voor aannemer als voor opdrachtgever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PRIJS
ONBEPAALDE PRIJS, IN VRIJE REKENING

A

Er wordt vooraf geen prijs bepaald. Wordt in beginsel gebruiktvoor kleine werken, of wanneer het verloop van het werk onvoorspelbaar is.
▪ De aannemer treft een (eenzijdige) partijbeslissing, die in principe bindend is. Talloze dagelijkse voorbeelden.
▪ Eenzijdige prijsbepaling is geen blanco cheque! Rechter kan toetsen (maar rechtsgrond? Rechtsmisbruik? Objectieve goede trouw?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VERBINTENISSEN VAN DE OPDRACHTGEVER
SAMENWERKINGSVERPLICHTING

A

De opdrachtgever moet voor en tijdens de uitvoering van de opdracht alles doen om het werk van de aannemer vlot te laten verlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

VERBINTENISSEN VAN DE OPDRACHTGEVER
AANVAARDING VAN HET WERK:

A

▪ Opdrachtgever moet uitgevoerd werk aanvaarden. Deze rechtshandeling correspondeert met de oplevering van het werk door de aannemer. Niet te verwarren met levering, correspondeert met inontvangstneming.

▪ Indien oplevering eenmalig gebeurt, heeft de aanvaarding tot gevolg dat het risico overgaat op de opdrachtgever.
▪ Aannemer heeft er belang bij dat aanvaarding uitdrukkelijk gebeurt. Kan de opdrachtgever hier gerechtelijk toe dwingen.
▪ Vooral bij belangrijke werken bevat het lastenboek een precieze omschrijving van het werk dat de aannemer dient uit te voeren. Ook nauwkeurige beschrijving hoe oplevering en aanvaarding moet gebeuren.
▪ Proces-verbaal van aanvaarding geldt enkel tussen opdrachtgever en aannemer. Architect die bouwheer bijstaat, is geen partij bij de oplevering

▪ Aanvaarding kan ook stilzwijgend dat wordt afgeleid uit diverse
handelingen van de opdrachtgever:

▪ Volledige betaling van prijs zonder voorbehoud (art. 1791 Oud BW).
▪ Verhuren van geleverd gebouw.
▪ Stilzwijgen van de opdrachtgever na ontvangst factuur of ontdekking
gebrek.
▪ In het algemeen: ingebruikneming of verkoop aan derden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

VERBINTENISSEN VAN DE OPDRACHTGEVER
VOORLOPIGE EN DEFINITIEVE OPLEVERING

A

▪ Vooral bij aanneming van bouwwerken: opsplitsing in voorlopige en definitieve oplevering = inlassen van een soort bedenk- of garantietermijn.

▪ Dit systeem is verplicht wanneer Wet Breyne van toepassing is: tussen voorlopige en definitieve oplevering moet minstens een jaar verlopen.

▪ Voorlopige oplevering heeft enkel tot doel de voltooiing van het uit te voeren werk vast te stellen. Zij impliceert geen enkele aanvaarding, die vindt in principe plaats bij de definitieve oplevering.

Vaststelling van het tijdstip van aanvaarding is zeer belangrijk, er zijn praktische gevolgen aan verbonden:
▪ Aanvaarding = goedkeuring. Aannemer is niet meer aansprakelijk voor lichte zichtbare gebreken (wel voor verborgen gebreken).
▪ Aanvaarding is vertrekpunt voor de tienjarige aansprakelijkheidstermijn
(art. 1792 en 2270 Oud BW).
▪ In praktijk vindt aanvaarding uitzonderlijk plaats bij de definitieve oplevering. Regel is namelijk niet van dwingend recht, contractuele afwijking mogelijk, zelfs bij Wet Breyne (!).
▪ Voordeel van beding dat aanvaarding plaatsvindt bij
voorlopige oplevering voor aannemer:
▪ Lichte zichtbare fouten moeten opgemerkt worden vóór de voorlopige oplevering.
▪ Beginpunt tienjarige aansprakelijkheid wordt naar voren geschoven (en de termijn kan niet worden verlengd!).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

VERBINTENISSEN VAN DE OPDRACHTGEVER
RISICO- EN EIGENDOMSOVERDRACHT

A

Uiteraard geen probleem wanneer opdrachtgever al eigenaar is.
▪ Aanvaarding laat risico van het werk overgaan op opdrachtgever (art. 1788 en 1790 Oud BW)

▪ Veelal voorgehouden dat eigendomsrecht mee overgaat met het risico, bij aanvaarding of inontvangstneming. Zolang dat dat deze niet meet de aanvaarding samenvalt
▪ Bij aanneming van bouwwerken wordt voorgehouden dat wanneer de
aannemer met eigen materialen een gebouw opricht op de grond die toebehoort aan de bouwheer, deze laatste het eigendomsrecht op de materialen verwerft door natrekking.
▪ Maar er bestaat contractueel verband, dus de aannemer is geen derde die op het erf van een ander bouwt, zoals bij natrekking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

VERBINTENISSEN VAN DE OPDRACHTGEVER
INONTVANGSTNEMING VAN HET WERK

A

▪ Verplichting om het werk in ontvangst te nemen correspondeert met leveringsverplichting van aannemer. De levering is de materiële handeling waardoor de aannemer het werk fysiek overdraagt aan de opdrachtgever.

▪ Voorlopige en definitieve oplevering enerzijds, en levering anderzijds, kunnen op verschillende tijdstippen plaatsvinden. In de praktijk valt voorlopige oplevering en levering vaak samen.

▪ Levering brengt de overdracht van bewaking van het werk met zich mee.

▪ Levering en inontvangstneming moeten nog worden onderscheiden van inbezitneming. Bezit is een zakelijk begrip, veruiterlijkt door gebruik of bezetting van het goed. Kan wel een
indicatie zijn van stilzwijgende aanvaarding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

VERBINTENISSEN VAN DE OPDRACHTGEVER
BETALING VAN DE PRIJS

A

De opdrachtgever moet de overeengekomen prijs betalen. Prijs is in principe verschuldigd op het ogenblik van de aanvaarding.
▪ Van die regel wordt vaak afgeweken, zeker bij grote aannemingswerken.
▪ Eerst voorschot, en dan betaling in schijven naar gelang de vordering van het werk.
▪ In Wet Breyne zijn voorschotten verboden.

▪ Bij werken aan onroerende goederen beschikken de aannemer, de architect en andere werklieden over een voorrecht op andere schuldeisers, maar de werking is onderworpen aan zware formaliteiten (art. 27, 5° Hyp.W.).

▪ De onderaannemer beschikt over een voorrecht op de schuldvordering die zijn medecontractant-hoofdaannemer wegens dezelfde aanneming heeft tegenover de bouwheer (art. 20, 12°,
Hyp.W.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

VERBINTENISSEN VAN DE AANNEMER
UITVOERING VAN HET WERK

A

Aannemer moet het werk uitvoeren volgens plannen en instructies van de opdrachtgever en volgens de regels van de kunst. Al wat niet contractueel bepaald is, moet hij uitvoeren volgens de gebruiken van zijn beroep.
▪ Opdrachtgever is in principe aansprakelijk voor verkeerde instructies of bestellingen.
▪ Aannemer werkt zelfstandig.
▪ Moet de instructies van opdrachtgever niet slaafs volgen.
▪ Waarschuwings- en raadgevingsplicht bij conceptiefouten, nadelen, toestanden, risico’s…
▪ Tekortkoming leidt tot contractuele aansprakelijkheid.
▪ Indien opdrachtgever toch door wil gaan, moet aannemer ofwel verdere medewerking weigeren, of uitdrukkelijke ontheffing van aansprakelijkheid tegenover opdrachtgever bedingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

VERBINTENISSEN VAN DE AANNEMER
RESULTAATS- OF INSPANNINGSVERBINTENIS

A

▪ Kwalificatie verbintenis hangt af van wil partijen, tenzij wettelijk anders bepaald (bv. vervoer).
▪ Verbintenis om het werk binnen de overeengekomen termijn te voltooien en de verplichting tot teruggave van een te herstellen zaak in minstens even goede staat als ze in ontvangst werd genomen: resultaatsverbintenissen.
▪ Verbintenis om werk goed uit te voeren, kan beide zijn.
Feitenkwestie:
▪ Aard en moeilijkheidsgraad van het werk.
▪ Risico voor aannemer.
▪ Mate waarin de toe te passen technieken gekend zijn.

▪ Tegen de aannemer geldt geen vermoeden van kwade trouw (niet zoals bij beroepsverkoper, art. 1641 e.v. Oud BW).

▪ Uitvoering moet tijdig gebeuren. Als er geen afwerkingsdatum werd overeengekomen, binnen een redelijke termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ANSPRAKELIJKHEID VOOR LICHTE (“GEWONE”) GEBREKEN

A

Zichtbare gebreken: aanvaarding ontslaat aannemer van aansprakelijkheid (vaste rechtspraak Hof van Cassatie), algemene en logische regel.

▪ Verborgen gebreken: vordering moet worden ingeleid binnen redelijke termijn, uiterlijk 10 jaar (verjaringstermijn van art. 2262bis Oud BW);
soevereine appreciatie feitenrechter (cassatierechtspraak 1988 en 1994).

17
Q

BOUWWERKEN: AANSPRAKELIJKHEID VOOR
STRUCTURELE GEBREKE

A

▪ Voor aanneming van bouwwerken bestaat een bijzondere, tienjarige aansprakelijkheidsregeling voor aannemer en architect, die niet geldt voor overige aannemingscontracten.

Wetgeving van openbare orde

18
Q

BOUWWERKEN: AANSPRAKELIJKHEID VOOR
STRUCTURELE GEBREKE:TOEPASSINGSGEVALLEN

A

Gebrek dat de stevigheid van het gebouw aantast. Art. 1792 Oud BW, geheel of gedeeltelijk tenietgaan, en art. 2270 Oud BW, grote werken: combinatie viseert opvatting over stevigheid van gebouw.

▪ Art. 1792 Oud BW kan niet worden ingeroepen voor gebreken die de stabiliteit niet beïnvloeden, hoe ernstig ze ook zijn.

▪ Niet vereist dat het gebouw instort of er een gevaar is voor onmiddellijke instorting. Aantasting, zelfs op lange termijn, van de stabiliteit of het duurzame karakter volstaat.

▪ OOK gebreken die zichtbaar waren bij de aanvaarding. Regel geldt voor zichtbare én voor verborgen gebreken, is immers van openbare orde.

▪ Fout van aannemer of architect. Geen objectieve aansprakelijkheid; opdrachtgever moet bewijzen dat het gebrek is veroorzaakt door fout van architect of aannemer; bewijslast varieert naarmate het werk een inspannings- of resultaatverbintenis is (kan erg moeilijk zijn)

▪ Eender welk type aanneming: ondanks de vermelding in art. 1792 Oud BW van vaste prijs; aansprakelijkheid aannemer en architect
berust op de aard van de wanprestatie en niet op prijsberekening; in art. 2270 Oud BW geen vaste prijs.

▪ Grote bouwwerken. Artikelen 1792 en 2270 Oud BW vullen elkaar aan, moet gaan om groot werk aan een onroerend goed.

▪ Aannemingsovereenkomst. Tienjarige aansprakelijkheid is contractuele aansprakelijkheid voor aannemer en architect in het kader
van een aannemingsovereenkomst. Garantie is accessorium van eigendom van bouwwerk, dus geldt voor elke latere verkrijger.

19
Q

BOUWWERKEN: AANSPRAKELIJKHEID VOOR
STRUCTURELE GEBREKEN (10 JAAR TERMIJN)

A

Tienjarige termijn
▪ Vervaltermijn. Garantietermijn: schade moet binnen die termijn ontstaan (daarna geen aansprakelijkheid meer van aannemer en architect) én vordering ten gronde moet binnen diezelfde termijn zijn gesteld (garantietermijn = proceduretermijn, niet vatbaar voor stuiting of schorsing).

Hof van Cassatie heeft beslist dat termijn begint te lopen vanaf aanvaarding; indien gesplitste oplevering, dan in beginsel bij definitieve aanvaarding, maar partijen kunnen contractueel overeenkomen dat termijn aanvangt bij voorlopige aanvaarding.

▪ Uitzondering: regresvordering. Derden, die schade lijden door instorting of structureel gebrek, kunnen eigenaar aanspreken op grond van art. 1386 of 1384, lid 1 Oud BW. Termijn is potentieel langer (art.2262bis Oud BW, tot 20 jaar), dan blijft regres van eigenaar tegen aannemer mogelijk.

▪ Contractuele aansprakelijkheid. Bijzondere regeling geldt (uiteraard) niet voor derden, die moeten regels onrechtmatige daad of abnormale burenhinder toepassen

20
Q

REMEDIES BIJ WANUITVOERING
ALGEMEEN CONTRACTENRECH

A

▪ De aannemer is ertoe gehouden om het werk goed uit te voeren en de zaak af te leveren binnen de overeengekomen termijn. Als hij in gebreke blijft, kan de opdrachtgever:
▪ Opschortingsrecht (niet-uitvoeringsexceptie) toepassen (art. 5.239 BW).
▪ Gedwongen uitvoering eisen (art. 5.84 BW).
▪ Aannemer vervangen (art. 5.85 BW)
▪ Contract ontbinden (eventueel met schadevergoeding), zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk (art. 5.90-5.93 BW).
▪ Prijsvermindering eisen (art. 5.97 BW).

21
Q

REMEDIES BIJ WANUITVOERING
VERVANGING AANNEMER

A

▪ Kan via rechtbank, buitengerechtelijk, of via contractuele regeling.

▪ Buitengerechtelijke vervanging van de aannemer bij (grove) tekortkomingen zonder voorafgaande tussenkomst van rechter is dus mogelijk, maar op eigen risico, want opdrachtgever moet achteraf (eventueel) zijn handelwijze kunnen verantwoorden bij rechter.
▪ Voorwaarden:
▪ Aannemer vooraf in gebreke stellen en alsnog redelijke termijn toekennen om verbintenis zelf uit te voeren.
▪ Tekortkoming moet voldoende ernstig zijn.
▪ Controle door de in gebreke blijvende aannemer en rechtbank moet mogelijk blijven, dus: vaststellingen, op tegenspraak!
▪ Hoogdringendheid.
▪ Altijd op eigen risico.

22
Q

ONDERAANNEMING

A

Onderaanneming:
▪ Aannemer sluit, voor uitvoering van geheel of delen van het werk, op zijn beurt aannemingsovereenkomsten met andere aannemers, die het geheel of een deel van zijn verbintenissen uitvoeren.
▪ Juridisch zelfstandige overeenkomst, los van het hoofdcontract.

▪ Veelvuldig in de praktijk: bv. bij bouwwerken uitbesteding van centrale verwarming, elektriciteit, loodgieterij enz. aan gespecialiseerde onderaannemers.

Onderaanneming is toegelaten zonder medeweten van opdrachtgever, tenzij:
▪ contractueel verboden, bv. opdrachtgever moet onderaannemer vooraf goedkeuren;
▪ persoonsgebonden (intuitu personae) contract.

23
Q

EINDE VAN DE AANNEMING
ALGEMENE REGELS

A

▪ Voornamelijk algemeen verbintenissenrecht: aannemingsovereenkomst volgt algemene wijzen van tenietgaan zoals verbreking, ontbinding,
nietigheid en de toepassing van risicotheorie

24
Q

Wat als de aannemer de opdrachtgever ook kan vertegenwoordigen?

A

Dan heeft hij een dubble statuut- aannemer en lasthebber

25
Q

Prijs: relatief forfait

A

▪ Bij relatief forfait wordt de basisprijs vastgesteld, maar kan de
bouwheer in de loop van de werken nog bijkomstige werken doen
uitvoeren, of net niet.

▪ Er moet dus op het einde van de overeenkomst een
eindafrekening worden opgesteld. Vaak op grond van bestek.

26
Q

Aanvaarding: materiële goedkeuring van werk door
opdrachtgeve

A

Indien oplevering eenmalig gebeurt, heeft de aanvaarding tot gevolg
dat het risico overgaat op de opdrachtgever.
▪ Aannemer heeft er belang bij dat aanvaarding uitdrukkelijk gebeurt.
Kan de opdrachtgever hier gerechtelijk toe dwingen.
▪ Vooral bij belangrijke werken bevat het lastenboek een precieze
omschrijving van het werk dat de aannemer dient uit te voeren. Ook
nauwkeurige beschrijving hoe oplevering en aanvaarding moet
gebeuren.
▪ Proces-verbaal van aanvaarding geldt enkel tussen opdrachtgever en
aannemer. Architect die bouwheer bijstaat, is geen partij bij de
opleverin

27
Q

Wat zijn de 4 verbintenissen van de aannemer?

A
  1. Hij moet de overeengekomen werk goed uitvoeren
  2. Hij moet het werk tijdig uitvoeren
  3. Hij moet het beeindigde werk opleveren
  4. Hij heeft voor hem toevertrouwde zaken een bewarings -en teruggaveverplichting.